De gemeente De Marne heeft het Atelier Mens & Omgeving van de Hanzehogeschool Groningen gevraagd onderzoek te doen naar kwaliteiten van de leefomgeving in het dorp Ulrum. De gemeente wil beter zicht krijgen op de gevolgen van de bevolkingsdaling en zoekt mogelijkheden om de kwaliteit van de leefomgeving in haar kernen op peil te houden. In de periode februari – juni 2010 hebben vijf studenten vanuit verschillende disciplines onderzoek gedaan in Ulrum. In dit rapport zijn de belangrijkste resultaten en conclusies van deze onderzoeken weergegeven.
DOCUMENT
Dit is het onderzoeksrapport voor de Herontwikkeling van de Noorderstraat, Ulrum. De projectgroep die dit verslag heeft geschreven bestaat uit een multidisciplinair team bestaande uit één student van Bouwkunde en Architectuur: Marlon Mulder, één student Civiele Techniek, Raymond Wierenga en een studente Human Technology, Cindy Wiegman De Noorderstraat in Ulrum voelt op dit moment niet aan als de hoofdstraat van het dorp, ondanks dat deze dat wel is. De projectgroep streeft ernaar om de Noorderstraat weer zijn oude allure terug te brengen, door middel van het bedenken van passende concepten. De concepten zijn bedacht naar aanleiding van een door de projectgroep uitgevoerd onderzoek. Na gedegen onderzoek, bleek dat het concept van een dorpsplein het best naar voren kwam. Naar aanleiding van dit rapport, is het Adviesrapport Herontwikkeling van de Noorderstraat, Ulrum gemaakt. Hierin staan de eindconcepten voor de Noorderstraat.Studentonderzoek in het kader van het thema Werklandschappen.
DOCUMENT
In this article, we use Kooiman’s theory of governance in combination with key-conditions of community self-steering identified in recent studies to examine how the self-steering capacity developed of a community initiative aiming at improving the liveability of a small Dutch village. Using non-participatory observations and qualitative analysis, we obtained in-depth insights into how this initiative, ‘Project Ulrum 2034’ managed to build local autonomy from 2010 to 2018. We found that government support was crucial for many of its successes. Also, tensions came to light between 1. local autonomy, and its dependence on professional support, and; 2. broader community engagement, and accountability related to the public funding obtained leading to the formalisation of its organisation and the centralisation of tasks. We discovered that self-steering capacities fluctuate in time, are dynamic and develop in a non-linear way. The voluntary engagement was above all temporary, except for some activities when of direct interest to those involved. The continuity of community self-governance was fragile, due to its dependency on external funding and voluntary engagement.
DOCUMENT