The Vulkan real estate site in Oslo is owned by Aspelin Ramm, and includes one of the largest parking garages used for EV charging in Europe. EV charging (both AC and DC) is managed for now predominately for costs reasons but also with relevance at further EV penetration level in this car parking location (mixed EV and ICE vehicles). This neighbourhood scale SEEV4-City operational pilot (OP) has 50 22 kW flexible AC chargers with two sockets each and two DC chargers of 50 kW with both ChaDeMo and CCS outlets. All EV chargers now have a smart control (SC) and Vehicle-to-Grid (V2G) functionality (though the latter may not be in place fully for DC chargers, as they may not be fully connected to the remote back-office system of the EV charging systems operator). A Lithium-ion Battery Energy Stationary Storage System (BESS) with a capacity of 50 kWh is pre-programmed to reduce the energy power peaks of the electric vehicle (EV) charging infrastructure and charges at other times from the central grid (which has a generation mix of 98% from hydro-electric power, and in the region covering Oslo also 1% from wind). The inverter used in the BESS is rated at 50 kW, and is also controlled to perform phase balancing of the 3-phase supply system.
Na twee jaar met veel studenten te hebben gewerkt aan het project Wireless Sensortechnologie bij Calamiteiten geeft dit boek een overzicht van de activiteiten die zijn uitgevoerd. In 14 deelprojecten verspreid over vier werkpakketten hebben vooral studenten onder leiding van docenten en medewerkers van het Saxion-lectoraat Ambient Intelligence in het Kenniscentrum Design en Technologie van Saxion zich verdiept in een breed scala van onderwerpen. Na een eerste verkenning door middel van literatuurstudie en verkenning van de markt is er gewerkt aan praktische oplossingen van problemen. In de meeste gevallen zijn de oplossingen vormgegeven in echte systemen met de nodige hard-en software. Bij de testen en de experimenten werd duidelijk in hoeverre de oplossing ook echt voldeed als antwoord op de onderzoeksvraag die aan het begin gesteld werd. Alle deelprojecten zijn beschreven en aan het eind van het boek worden de belangrijkste conclusies op een rij gezet.
Arbeidsongevallen zijn vaak te wijten aan menselijk gedrag, hoe mensen met elkaar omgaan en hoe ze met risico’s en richtlijnen omgaan. Bewust bezig zijn met veiligheid is een noodzakelijke voorwaarde voor veiligheid op de werkvloer. Door middel van cursussen, trainingen en ‘risk assessment’ kan een beter begrip en draagvlak gecreëerd worden voor veiligheid op de werkvloer. Dit is vooral het terrein van de Arbowetgeving. Omgevingsbewustzijn is echter ook belangrijk voor veiligheid op de werkvloer. Een adequaat inzicht in de huidige situatie is belangrijk om de gevolgen van bepaalde handelingen te kunnen beoordelen en om nadelige en schadelijke gevolgen en daarmee ongelukken te voorkomen. De menselijke vaardigheden schieten echter vaak te kort in complexe situaties en onder tijdsdruk en werkdruk. Doel van dit onderzoek is om na te gaan hoe technologie – en vooral Ambient Intelligence – kan bijdragen aan het verbeteren van de menselijke vaardigheden als het gaat om het beoordelen van een situatie en de gevolgen van handelingen. In dit onderzoek is gekeken hoe omgevingsbewustzijn tot stand komt, welke factoren daarbij een rol spelen en hoe dit proces in positieve en negatieve zin kan worden beïnvloed. Verder is gekeken naar de stand van zaken en de (technologische) ontwikkelingen op andere terreinen waar omgevingsbewustzijn een belangrijke rol speelt, zoals hulpverlening, defensie en luchtverkeersleiding. Die bevindingen zijn vervolgens geprojecteerd in de context van veiligheid op de werkvloer. De conclusie is dat Ambient Intelligence omgevingsbewustzijn kan verbeteren op alle niveaus. Ambient Intelligence verhoogt de perceptie, verbetert het inzicht en stelt in staat om de gevolgen van handelingen beter te kunnen inschatten. Omdat veiligheid op de werkvloer een uitgebreid gebied is en omdat ongelukken zeer divers van aard zijn, van incidenteel tot structureel, is de aanbeveling om aan de hand van een aantal geselecteerde ‘use-cases’ in de volgende fase meer focus en verdieping aan te brengen.
Zuyd University of Applied Sciences (ZUYD) and partners will develop photoflow chemistry reaction set-ups that will be powered with light as sustainable energy source, and as such contribute to the transition of the current chemical industry to a climate neutral one. To develop these reaction set-ups, a consortium of partners from the Dutch, Belgian and German chemical and high-tech ecosystems will cover all aspects related to required hardware, e.g. transparent reactors and energy-efficient light sources, automation and multiphase reactions. The mix of partners from academia (University of Amsterdam: the Noël group), an applied research organization (TNO), Center of Expertise CHILL, ZUYD, the Brightlands Chemelot Campus and multiple companies (Beartree Automation, Chemtrix, Creaflow, Ecosynth, De Heer, Innosyn, Mettler-Toledo, Peschl Ultraviolet and Swagelok Nederland) ensures an efficient and integrated development along technology readiness levels (TRL) ranging from two/three to five/six. Together we will answer the overarching question: With which advanced reaction set-up(s) can we efficiently perform and further optimize multiphase solution-based photochemical reactions that require gas and/or solid reagents, and efficiently showcase our capabilities? The development of the advanced reaction set-ups will allow us to answer our research question: How far can we extend the applicability of photoflow transformations beyond the current commercial state-of-the-art by the use of advanced reaction set-ups? Dissemination of several demonstrator transformations using our advanced set-ups will showcase capabilities of Light-Up partners and speed up the uptake of photoflow chemistry in industry. We will develop the next generation of advanced reaction set-ups for photoflow chemistry by combining the knowledge of the chemical and high-tech sectors, and facilitating knowledge exchange between sectors, to contribute to a climate neutral industry.