Het doel van dit project was om samen met alle betrokkenen te komen tot een gedragen adviesprogrammering voor het urban sportpark Zuilense Vecht, dat ligt op de gemeentegrenzen van Utrecht en Stichtse Vecht. Allereerst zijn geleerde lessen opgemaakt naar aanleiding van interviews met professionals die betrokken waren bij andere urban sportparken. Deze lessen zijn meegenomen naar het vervolg van dit project, waarbij we hebben gewerkt aan een adviesprogrammering in co-design met alle betrokkenen (sport- en welzijnsprofessionals uit de wijken, professionals uit urban sports en de MBO sportacademie; én kinderen en jongeren zelf).
DOCUMENT
Post-war urban neighbourhoods in industrialised countries have been shown to negatively affect the lifestyles of their residents due to their design. This study aims at developing an empirical procedure to select locations to be redesigned and the determinants of health at stake in these locations, with involvement of residents’ perspectives as core issue. We addressed a post-war neighbourhood in the city of Groningen, the Netherlands. We collected data from three perspectives: spatial analyses by urban designers, interviews with experts in local health and social care (n = 11) and online questionnaires filled in by residents (n = 99). These data provided input for the selection of locations to be redesigned by a multidisciplinary team (n = 16). The procedure yielded the following types of locations (and determinants): An area adjacent to a central shopping mall (social interaction, traffic safety, physical activity), a park (experiencing green, physical activity, social safety, social interaction) and a block of low-rise row houses around a public square (social safety, social interaction, traffic safety). We developed an empirical procedure for the selection of locations and determinants to be addressed, with addressing residents’ perspectives. This procedure is potentially applicable to similar neighbourhoods internationally.
MULTIFILE
Report in English on the results of the international Master Class by Stadslab on intercultural park design. The case described is a design for for a park in Eastern Ukrainian city of Melitopol. A redevelopment strategy is proposed for its historic Gorky Park (1936). The book also contains essays by intercultural cities expert Phil Wood and introductions by Marc Glaudemans, Beatriz Ramo and Olexandr Butsenko.
DOCUMENT
Wereldwijd groeit de consumptie van grondstoffen, zowel om te voorzien in onze energiebehoefte als in onze materiaalbehoefte. De gebouwde omgeving speelt hier een significante rol in, goed voor 40% van de energieconsumptie en 50% van de materiaalconsumptie. Deze vraag aan grondstoffen leidt tot schaarste, uitputting, en negatieve milieueffecten, zoals klimaatverandering. Om de consumptie van grondstoffen en gerelateerde negatieve effecten te verminderen heeft Nederland de doelstelling geformuleerd om tot 2050 de gebouwde omgeving geheel CO₂ neutraal te maken en de economie 100% circulair te maken. In een CO2 neutrale en circulair gebouwde omgeving is de gehele energiebehoefte gebaseerd op hernieuwbare energie, en worden alle materialen oneindig hergebruikt of zijn ze onderdeel van een biologisch proces. Dit impliceert dat bouwprocessen anders doorlopen moeten worden, er andere bouwproducten en -componenten beschikbaar moeten komen en er andere competenties gevraagd worden van onze aankomende bouwprofessionals. In de stadsregio Parkstad Limburg speelt een derde opgave; door krimp en vergrijzing moeten er 10.000 woningen en 100.000 m2 utiliteit/retail uit de markt onttrokken worden. De samenkomst van deze drie opgaves resulteert dan ook in de uitdaging hoe we de bestaande gebouwvoorraad CO2 en circulair kunnen verduurzamen met ten eerste regionaal vrijkomende materialen en ten tweede door het inzetten van zo lokaal mogelijke biobased materialen. In de faculteit BETA Sciences and Technology werken we in 2 lectoraten en 5 programmalijnen aan deze opgaves door alle schaalniveaus van de bouwproces. De doelstelling van het postdoconderzoek van Michiel Ritzen richt zich op het opzetten van een programmalijn circular building technology om hieraan mede bij te dragen. De programmalijn geeft invulling aan de kennisontwikkeling en disseminatie op een ontbrekend onderdeel in een real life lab omgeving, met het ontwikkelen en valideren van innovaties die nodig zijn om vrijkomende bouwmaterialen hoogwaardig her te gebruiken en/of te recyclen in CO2 neutrale en circulaire gebouwrenovaties.
Bij de ontwikkeling van kinderen speelt de omgeving waarin zij opgroeien en de wijze waarop zij zich verbonden voelen met hun buurt een belangrijke rol (Owens, 2004; 2016). Om als basisschool goed bij te kunnen dragen aan de ontwikkeling van kinderen is het van belang dat scholen de omgeving en de buurt waarin hun leerlingen opgroeien kennen en kunnen benutten voor hun onderwijs. In het bijzonder gaat het daarbij om de betekenis die deze omgeving voor hun leerlingen heeft. Voor basisscholen in wijken met een grote diversiteit aan inwoners kan de betekenis van eenzelfde omgeving voor verschillende leerlingen ook zeer verschillend zijn. Naar de wijze waarop kinderen zich verbonden voelen met de fysieke en sociale ruimte is nog weinig onderzoek gedaan (Tani, 2016). Naast inzicht in de bestaande verbinding van kinderen met hun omgeving is het voor het onderwijs belangrijk om inzicht te verkrijgen in de wijze waarop kinderen in staat kunnen worden gesteld om zich te binden aan een plek en om deze plek te benutten bij hun ontwikkeling. De capability approach (Nussbaum, 2014) en een perspectief op de veerkracht van kinderen (Enthoven, 2007) bieden een kader om naar dit vraagstuk te kijken. Het onderzoek richt zich op wat het primair onderwijs kan doen om de aan de omgeving gerelateerde vermogens van kinderen te ontwikkelen. Onderwijs waarin de leefomgeving van kinderen wordt betrokken of waarin de leefomgeving op enige wijze een rol speelt kan hiertoe een middel zijn. Dit vanuit de notie dat door het ontwikkelen van een ‘sense of place’ (Dolan, 2016) de kennis, persoonlijke verbondenheid en verantwoordelijkheid voor de lokale omgeving versterkt kunnen worden. Het onderzoek zal na een verkennende fase een ontwerpgericht karakter krijgen, waarbij op onderzoeksmatige wijze materiaal wordt ontwikkeld dat bruikbaar is op basisscholen en lerarenopleidingen basisonderwijs.
Many Caribbean reefs have shifted from coral-dominated to algal-dominated ecosystems. The high algae cover reduces coral recruitment, making the reef unable to recover from other disturbances and resulting in flatter reefs with lower biodiversity. One of the reasons for the proliferation of algae is a mass die-off of the herbivorous sea urchin Diadema antillarum in the early 1980s. Natural recovery of Diadema populations is slow to non-existent, making active restoration of this important grazer a top priority in Caribbean coral reef management, especially since Diadema densities were reduced by another mass mortality event in 2022. The marine park organizations of Saba and St. Eustatius want to restore Diadema populations by restocking cultured individuals. However, important knowledge gaps need to be addressed before large numbers of Diadema can be restocked on the reef. Current culture methods can only produce a limited number of competent larvae. In addition, only 8% of the settlers survive and after restocking, survival on the reef is low as well. In the RAAK PRO Diadema II project, the bottlenecks in Diadema culture will be addressed by comparing larval survival across multiple culture methods and investigating the relation between larval size and post-settlement survival. Growing-out juveniles at sea is likely to help prepare them for life in the wild, while restocking at an optimal size might also increase survival. Finally, a thorough restocking site selection based on high shelter availability and settlement rates will increase the long-term Diadema densities. The acquired knowledge and developed practices will be verified in a larger scale restocking experiment involving at least 5000 Diadema urchins. By restoring Diadema populations through restocking, macroalgae will be more intensively removed and corals will have a chance to settle and to survive, increasing the ability of the reef to cope with other stressors.