No summary available
As interactive systems become increasingly complex and entwined with the environment, technology is becoming more and more invisible. This means that much of the technology that people come across every day goes unnoticed and that the (potential) workings of ambient systems are not always clearly communicated to the user. The projects discussed in this paper are aimed at increasing public understanding of the existence, workings and potential of screens and ambient technology by visualizing its potential. To address issues and implications of visibility and system transparency, this paper presents work in progress as example cases for engaging people in ambient monitoring and public screening. This includes exploring desired scenarios for ambient monitoring with users as diverse as elderly people or tourists and an interactive tool for mapping public screens.
We outline the architecture of a CBIR-interface that allows the user to interactively classify images by dragging and dropping them into different piles and instructing the interface to come up with features that can mimic this classffication. Logistic regression and Sammon projection are used to support this search mode.
Massafabricage in de (MKB) maakindustrie is aan het veranderen in flexibele fabricage en assemblage van kleine series, klantspecifieke onderdelen en eindproducten. Hiervoor zijn nieuwe systemen voor het MKB nodig, waarin robots en mensen samen kunnen werken en die zich snel kunnen aanpassen aan nieuwe productieomstandigheden met lage opstartkosten. De ambitie van het project ?(G)een Moer Aan!? is om het herconfigureren van een robotsysteem voor een nieuwe taak in een productieomgeving net zo eenvoudig en snel te maken als het gebruik van een smartphone. Zo?n benadering biedt kansen om de skills van de operator te benutten. De operator kent immers zijn processen en de robot wordt zijn hulpje. Op vraag van betrokken mkb partners is de focus gelegd op een repeterende productiehandeling die in veel sectoren voorkomt en die relatief veel arbeidstijd kost: het indraaien van moeren en bouten in een object. De centrale onderzoeksvraag van het project luidt: Hoe kan een operator een robot eenvoudig, snel en veilig inleren om assemblage handelingen te verrichten voor het snel en robuust verbinden van bouten, moeren en ringen met objecten? Resultaat van dit praktijkgerichte onderzoeksproject is een algemeen bruikbare en gevalideerde ontwerpmethodiek voor de opzet van een gebruiksvriendelijke user interface van een boutmontagerobot op de werkvloer. Door slim gebruik van geïntegreerde inzet van CAD productinformatie, vision technologie en compliant (meegaand) gripping en placing wordt de robot zo veel als mogelijk vooraf automatisch geconfigureerd. Het projectconsortium dat het onderzoek gaat uitvoeren bestaat uit: " 13 bedrijven (12 mkb) actief als toeleverancier, system integrator of gebruiker op het terrein van industriële robotica (Yaskawa, ABB, Smart Robotics, Hupico, Festo, CSi, Demcon, Heemskerk Innovate, WWA, Van Schijndel Metaal, Van Beek, Tegema en Zest Innovate); " Hogescholen Fontys (penvoerder), Avans, Utrecht en NHL; " Kennisinstellingen TNO en DIFFER; " Coöperaties Brainport Industries, FEDA en Koninklijke Metaalunie; " De gemeente Eindhoven is betrokken als partner in de klankbordgroep. De gemeente ondersteunt het belang van dit project voor behoud en verbetering van arbeidsplaatsen in de maakindustrie. Er zullen circa 20 (docent)onderzoekers van de hogescholen en ongeveer 80 studenten betrokken worden bij dit project, die in de vorm van stages en afstudeeronderzoeken werken aan interessante vraagstukken direct afkomstig uit de beroepspraktijk. Naast genoemde meerwaarde voor het bedrijfsleven beoogt het project een verdere verankering van kennis en kunde in onderwijs en lectoraten en een vergroting van de kwaliteit van docenten en afstudeerders.
Client: Foundation Innovation Alliance (SIA - Stichting Innovatie Alliantie) with funding from the ministry of Education, Culture and Science (OCW) Funder: RAAK (Regional Attention and Action for Knowledge circulation) The RAAK scheme is managed by the Foundation Innovation Alliance (SIA - Stichting Innovatie Alliantie) with funding from the ministry of Education, Culture and Science (OCW). Early 2013 the Centre for Sustainable Tourism and Transport started work on the RAAK-MKB project ‘Carbon management for tour operators’ (CARMATOP). Besides NHTV, eleven Dutch SME tour operators, ANVR, HZ University of Applied Sciences, Climate Neutral Group and ECEAT initially joined this 2-year project. The consortium was later extended with IT-partner iBuildings and five more tour operators. The project goal of CARMATOP was to develop and test new knowledge about the measurement of tour package carbon footprints and translate this into a simple application which allows tour operators to integrate carbon management into their daily operations. By doing this Dutch tour operators are international frontrunners.Why address the carbon footprint of tour packages?Global tourism contribution to man-made CO2 emissions is around 5%, and all scenarios point towards rapid growth of tourism emissions, whereas a reverse development is required in order to prevent climate change exceeding ‘acceptable’ boundaries. Tour packages have a high long-haul and aviation content, and the increase of this type of travel is a major factor in tourism emission growth. Dutch tour operators recognise their responsibility, and feel the need to engage in carbon management.What is Carbon management?Carbon management is the strategic management of emissions in one’s business. This is becoming more important for businesses, also in tourism, because of several economical, societal and political developments. For tour operators some of the most important factors asking for action are increasing energy costs, international aviation policy, pressure from society to become greener, increasing demand for green trips, and the wish to obtain a green image and become a frontrunner among consumers and colleagues in doing so.NetworkProject management was in the hands of the Centre for Sustainable Tourism and Transport (CSTT) of NHTV Breda University of Applied Sciences. CSTT has 10 years’ experience in measuring tourism emissions and developing strategies to mitigate emissions, and enjoys an international reputation in this field. The ICT Associate Professorship of HZ University of Applied Sciences has longstanding expertise in linking varying databases of different organisations. Its key role in CARMATOP was to create the semantic wiki for the carbon calculator, which links touroperator input with all necessary databases on carbon emissions. Web developer ibuildings created the Graphical User Interface; the front end of the semantic wiki. ANVR, the Dutch Association of Travel Agents and Tour operators, represents 180 tour operators and 1500 retail agencies in the Netherlands, and requires all its members to meet a minimum of sustainable practices through a number of criteria. ANVR’s role was in dissemination, networking and ensuring CARMATOP products will last. Climate Neutral Group’s experience with sustainable entrepreneurship and knowledge about carbon footprint (mitigation), and ECEAT’s broad sustainable tourism network, provided further essential inputs for CARMATOP. Finally, most of the eleven tour operators are sustainable tourism frontrunners in the Netherlands, and are the driving forces behind this project.
Als gevolg van de voortschrijdende extramuralisering worden burgers die een CVA (beroerte) hebben doorgemaakt, steeds eerder uit het ziekenhuis ontslagen en vindt revalidatie al in een vroegtijdige fase na het CVA in de eigen leefomgeving plaats. Verpleegkundigen en paramedici in de eerste lijn zien zich daardoor geconfronteerd met CVA-zorg van toenemende complexiteit, die tevens afstemming vraagt op de eigen leefomgeving en behoeften van deze patiënten. De eerstelijns infrastructuur voor interprofessionele samenwerking is echter beperkt, mede als gevolg van onvoldoende logistieke mogelijkheden voor frequent interdisciplinair overleg. Niettemin is samenwerking en communicatie door de betrokken zorgprofessionals een belangrijke randvoorwaarde voor het bieden van persoonsgerichte thuisrevalidatie ter bevordering van optimaal functionerende CVA-patiënten in hun dagelijkse leven. De inzet van technologie ter ondersteuning van eerstelijns samenwerking kan daaraan bijdragen. Een eerder uitgevoerd project in opdracht van de Topsector LSH, waarin de behoeften en wensen ten aanzien van mogelijkheden voor technologische ondersteuning van interdisciplinaire samenwerking zijn verkend, heeft een conceptontwerp van een digitaal CVA-portaal opgeleverd. Dit ontwerp voorziet professionals die betrokken zijn bij een CVA-patiënt van de mogelijkheid om relevante informatie te delen door inzage in geselecteerde delen van elkaars Elektronische Patiënten Dossiers (EPD’s). Omdat de patiënten als de eigenaar van het portaal en van hun eigen thuisrevalidatie worden gezien, is de toegankelijkheid van het CVA-portaal voor patiënten en hun naasten essentieel. Het doel van dit project is de doorontwikkeling van een conceptontwerp van een digitaal CVA-portaal in co-creatie met eindgebruikers op basis van inclusief actie-onderzoek en de evaluatie van de werkzaamheid en de toegankelijkheid voor zorgaanbieders èn zorgvragers. Wensen en behoeften van CVA-patiënten uit verschillende sociaaleconomische lagen en van verpleegkundigen en paramedici vormen de basis voor de totstandkoming van een CVA-portaal dat een efficiënt en effectief interprofessioneel revalidatieproces voor individuele patiënten en hun naasten ondersteunt en ook als zodanig ervaren wordt door patiënten.