Deze voorlichtingspublicatie is bedoeld voor allen die te maken hebben of te maken krijgen met de selectie, toepassing en uitvoering van warmtebehandelingen. Daarbij moet gedacht worden aan constructeurs, lastechnici, werkvoorbereiders, enzovoorts. Deze voorlichtingspublicatie is een update van de bestaande NIL-voorlichtingspublicatie V990906 (september 1999) "Warmtebehandeling van metalen in relatie tot de lastechniek". De updating was noodzakelijk omdat er enerzijds geen document beschikbaar was met een duidelijk overzicht van de (belangrijkste) warmtebehandelingen en anderzijds omdat de ontwikkelingen in onder andere de nieuwe staalsoorten beperkingen (kunnen) stellen aan de uitvoering van warmtebehandelingen. De in deze voorlichtingspublicatie genoemde warmtebehandelingen zijn die, welke veel voorkomen in de staalverwerkende industrie en dus ook in de lastechniek. De meest belangrijke warmtebehandelingen worden in beknopte vorm behandeld. Doel van deze publicatie is voornamelijk basisinformatie te verschaffen over de warmtebehandelingen. Warmtebehandelingen hebben effecten op de metaalkundige aspecten, zoals de structuur en de daaraan gerelateerde mechanische eigenschappen. Daarom wordt in een aantal hoofdstukken aandacht besteed aan de opbouw (kristalstructuur) van de metalen, alsmede de invloed van het opwarmen naar en (snel) afkoelen vanaf een bepaalde warmtebehandelingstemperatuur. Daarnaast wordt ook beknopt ingegaan op de uitvoering van warmtebehandelingen. Het is echter geenszins de bedoeling met deze publicatie volledig te zijn.
DOCUMENT
Dagelijks worden zeer veel voorwerpen en constructies door middel van lassen gerepareerd. Of dit altijd juist gebeurt of dat de reparatie op de juiste wijze wordt aangepakt, is veelal de vraag. Vaak is er grote tijdsdruk en daardoor nauwelijks tijd de reparatie goed uit te voeren. Er zijn voorbeelden te over waar men, zonder nadenken, tot een reparatie is overgegaan en waarvan de reparatie nog eens moest worden overgedaan. Door, voordat tot de reparatie wordt overgegaan, na te denken over de materiaalidentificatie, de oorzaak van de storing of defect en daarop in te spelen, kan op voorhand vaak al tijd en geld bespaard worden. Deze voorlichtingspublicatie is niet direct bedoeld voor het repareren van lasfouten in lasverbindingen zelf, maar meer voor andere defecten die zijn opgetreden tijdens bedrijf van het onderdeel. Hierbij moet worden gedacht aan slijtage, corrosie of combinaties van beide. Doorgaans geldt voor de reparatie van lasfouten echter dezelfde systematische aanpak als in deze publicatie besproken. Uiteraard gelden in ieder geval dezelfde eisen als voor de oorspronkelijke las. Daarnaast kan deze publicatie ook als hulpmiddel worden gebruikt bij het ontwerpen van constructies. De constructeur weet doorgaans of de constructie wordt blootgesteld aan slijtage en/of corrosie. Door een juiste keuze van de toe te passen materialen kan de schade, veroorzaakt door deze fenomenen worden beperkt. Basiskennis van de aard van de optredende slijtage en/of corrosie is dan wel een voorwaarde. Vandaar dat in deze publicatie de meest voorkomende vormen van slijtage en corrosie beknopt worden besproken. Deze voorlichtingspublicatie is bedoeld voor allen die te maken hebben of te maken krijgen met de selectie, toepassing en reparatie van oppervlaktelagen. Daarbij moet gedacht worden aan constructeurs, lastechnici, werkvoorbereiders, enzovoorts. Deze voorlichtingspublicatie is een update van de bestaande Praktijkaanbeveling TCV05 - "Reparatie door lassen" (uitgave NIL d.d. september 1999). De updating was noodzakelijk, omdat er enerzijds geen document beschikbaar was met een duidelijk overzicht van de (belangrijkste) oppervlaktedefecten slijtage en corrosie en anderzijds, omdat de ontwikkelingen in onder andere de nieuwe oplaslegeringen en oplasprocessen beperkingen (kunnen) stellen aan de uitvoering ervan. De in deze voorlichtingspublicatie genoemde slijtage- en corrosiefenomenen zijn die, welke het meeste voorkomen in de industrie. Deze belangrijke fenomenen worden in beknopte vorm behandeld. Doel van deze publicatie is dan ook basisinformatie te verschaffen over deze fenomenen en hoe ze te bestrijden.
DOCUMENT
Piëzo materialen worden al veel toegepast. Er zijn diverse nieuwe ontwikkelingen, zoals het piëzo effect in composieten (PVDF). Het blijkt dat deze ontwikkelingen nog in een pril stadium zijn en voorlopig niet commercieel beschikbaar. Ondanks dat het piëzo principe al jaren bestaat weten ontwerpers er nog relatief weinig van. Het piëzo principe is misschien wel bekend, maar hoe deze materialen te gebruiken in een productontwerp is een grote stap verder. Bij piëzo wordt een mechanische spanning omgezet in een elektrische spanning en vice versa. Er zijn vele piëzo elementen (halffabricaten) commercieel beschikbaar. Al naargelang de gewenste toepassing, lineaire beweging, energy harvesting, sensor etc. kan het geschikte element worden gekozen. In dit document wordt de piëzo techniek uitgelegd aan de hand van voorbeelden. Doel is om inzicht te krijgen in de mogelijkheden, om zo een geschikte piëzo-techniek te kiezen. Dit document is opgeleverd in het project Innovatief Materialen Platform Twente (IMPT). In dit project heeft het IMPT 75 innovatieve materialen in kaart gebracht. Met een tiental materialen is toegepast onderzoek gedaan, zodat ondernemers en ontwerpers weten of en hoe zij deze kunnen toepassen.
MULTIFILE