Een inclusieve arbeidsmarkt is nog belangrijker geworden sinds de invoering van het VN-Verdrag Handicap. Switchen tussen arbeidsmatige dagbesteding en beschut werk kan daarbij belangrijk zijn. Wat zijn de ervaringen hiermee?
DOCUMENT
Deze publicatie maakt deel uit van het Europese onderzoek Community Support, waarbij in vier steden (Amersfoort, Maastricht, Budapest en Tallinn) wordt beoogd betere voorwaarden voor sociale inclusie te scheppen voor mensen met beperkingen. Ook voor de huidige en aankomende professionele hulpverlener heeft dit zijn weerslag op hoe het beroep verder vorm krijgt. De kennis en ervaringen uit dit onderzoeksproject zijn derhalve vertaald naar onderwijsmodulen ten behoeve van het Hoger Sociaal Agogisch Beroepsonderwijs. Centrale thema’s in de onderwijsmodulen zijn het VN-verdrag, de betekenis ervan voor personen met een beperking alsmede voor de professionele hulpverlening en community support.
DOCUMENT
Inclusiegericht denken en doen is meer dan ooit noodzakelijk, nu de transities in volle gang zijn én nu Nederland het VN-verdrag voor personen met een handicap heeft geratificeerd. Maar het is ook lastig te realiseren. Er is een forse beroepstransformatie voor nodig, stellen Jeroen Knevel en Jean Pierre Wilken.
LINK
Sinds 14 juli 2016 is het VN-Verdrag Handicap van kracht in Nederland. Dit verdrag biedt gemeenten de mogelijkheid om de integratie te realiseren tussen de verschillende beleidsterreinen binnen het sociaal domein, om zo te komen tot een inclusieve samenleving waarin iedereen mee kan doen. Onderdeel van dit verdrag is het realiseren van een inclusieve arbeidsmarkt door het ondersteunen van mensen met een beperking bij arbeidsparticipatie. Op grond van artikel 27 van het verdrag hebben personen met een handicap, net als iedereen, het recht om met werk dat zij zelf hebben gekozen in hun levensonderhoud te voorzien. Arbeidsmarkt en werkomgeving horen niemand uit te sluiten en moeten toegankelijk zijn voor personen met een handicap. Bij het lectoraat Juridische Aspecten van de Arbeidsmarkt van het Marian van Os Centrum voor Ondernemerschap en in samenwerking met de gemeente Appingedam is onderzoek gedaan naar de consequenties hiervan voor de werkprocessen van gemeenten.
DOCUMENT
Gelijkwaardige kansen om te ontwikkelen in de samenleving Nederland ondertekende in maart 2007 het VN Verdrag voor de Rechten van mensen met beperking. Het verdrag beoogt dat de circa 650 miljoen mensen met een handicap wereldwijd op dezelfde wijze als anderen kunnen deelnemen aan het maatschappelijke leven en de universele rechten van de mens kunnen genieten. Het verdrag verplicht de lidstaten om sociale en fysieke belemmeringen weg te nemen die gehandicapten dagelijks ervaren. Nederland onderschrijft de VN Standaardregels voor Gelijke Kansen voor Mensen met beperking waarin staten worden opgeroepen gelijke kansen te bieden door alle aspecten van het maatschappelijke verkeer voor iedereen toegankelijk te maken. Ook onderschreef Nederland in 1994 de Verklaring van Salamanca van Unesco waarin staat dat ieder kind een fundamenteel recht heeft op onderwijs en in staat moet worden gesteld een acceptabel niveau van leren te bereiken en op peil te houden. Allen met speciale onderwijsbehoeften moeten toegang hebben tot reguliere scholen, welke hen opnemen in een kindgericht pedagogisch klimaat dat in staat is aan hun behoeften tegemoet te komen. In het inclusiemanifest wordt beschreven dat het Nederlandse Wetboek van Strafrecht stelt dat elke vorm van onderscheid, uitsluiting, beperking of voorkeur, die ten doel heeft of ten gevolge kan hebben dat de erkenning, het genot of de uitoefening op voet van gelijkheid van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op politiek, economisch, sociaal, cultureel of andere terreinen van het maatschappelijke leven, wordt teniet gedaan of aangetast strafbaar is.
DOCUMENT
Inclusie is een begrip met een hoog ideëel gehalte, waaraan verschillende interpretaties gegeven worden. Een van de meest concrete omschrijvingen vinden we bij Schuurman en Nass (2015) die onder inclusie verstaan: ‘De situatie waarin iemand geen obstakels ervaart om mee te kunnen doen aan de samenleving en specifieke maatregelen voor mensen met een beperking vrijwel niet nodig zijn. Het betekent dat iedereen ongeacht zijn achtergrond of huidige situatie er als vanzelfsprekend bij hoort, ervaart dat hij welkom is en contact kan maken met zijn omgeving.’ Het onlangs door Nederland geratificeerde VN Verdrag voor Mensen met een Handicap belichaamt het recht van mensen om volwaardig mee te kunnen doen in de samenleving. Maar werken aan meer inclusie van mensen met beperkingen blijkt in de praktijk weerbarstig (zie o.a. Bos, 2016). Maar wat is er dan nodig om aan inclusie te werken? Welke kennis en competenties hebben professionals nodig? Welke werkwijzen en activiteiten dragen bij aan meer inclusie? In de periode 2013 – 2015 werd in een zevental proeftuinen verspreid over het land geëxperimenteerd om antwoorden op deze vragen te vinden. Deze antwoorden kunnen het meedoen en meetellen van mensen met een verstandelijke beperking in de samenleving een stukje dichterbij brengen.
DOCUMENT
Het was belangrijk om de authentieke standpunten, wensen en gevoelens van jongeren met een beperking over inclusie in sport te achterhalen. Daarom zijn online focusgroepen gehouden met jongeren met een beperking, hun ouders en sportprofessionals in Finland, Litouwen, Portugal en Nederland. Uit deze interviews zijn zeven thema's met betrekking tot inclusie in sport naar voren gekomen, die een voor een worden toegelicht.
DOCUMENT
In dit verkennend onderzoek ten behoeve van de gemeente Eindhoven worden aanbevelingen geformuleerd rondom de participatie van licht verstandelijk beperkten in de gemeentelijke participatietrajecten, ofwel beleidsparticipatie. Deze aanbevelingen worden onderbouwd door het analyseren van best practices en interviews met lokale experts uit de gemeente Eindhoven. Er wordt een aantal concrete aanbevelingen gedaan ten behoeve van deze doelgroep.
DOCUMENT
Co-teachers verzorgen samen onderwijs aan een groep leerlingen die aan hun zorg zijn toevertrouwd. Uit het promotieonderzoek van Dian Fluijt (docent en projectleider bij het Seminarium voor Orthopedagogiek en onderzoeker bij het Lectoraat Normative Professionalisering) blijkt dat co-teaching een effectieve wijze kan zijn om les te geven aan een hyperdiverse groep en tegelijkertijd tegemoet komt aan de behoefte aan meer handen voor de klas. Uit het onderzoek van Dian blijkt dat een klein netwerk van intensief samenwerkende leraren (co-teaching team) in staat is tot duurzame onderwijsinnovatie, waarvan zowel leerlingen als leraren kunnen profiteren. Het welbevinden van zowel leerlingen als leraren in een co-teaching groep groeit, omdat leerlingen meer aandacht krijgen en leraren hun verantwoordelijkheid kunnen delen. Leerlingen in een co-teaching groep presteren over het algemeen beter. Professionalisering op het gebied van co-teaching, gericht op het verkennen van eigen en gezamenlijke normen, waarden en overtuigingen van co-teachers, het leren om samen goed les te geven en het leren om goed samen te werken, is voorwaarde om co-teaching goed uit te kunnen voeren.
DOCUMENT
Mensen die te kampen hebben met een beperking kunnen op veel onbegrip stuiten op het moment dat zij proberen deel te nemen aan de samenleving. Dat geldt vooral voor hen van wie de beperking niet (onmiddellijk) duidelijk zichtbaar of merkbaar is. In dit onderzoek wordt een e-learningsmodule, ontworpen om medewerkers van de Gemeente Amsterdam beter toegerust te maken om dienst te verlenen aan mensen met onzichtbare beperkingen. Door middel van vragenlijsten en focusgroepen voor, en na het afnemen van de e-learninsmodule, en een groepsgesprek na 2 maanden toepassen van de opgedane kennis, wordt het nut van de e-learninsmodule beoordeeld.
DOCUMENT