LINK
Story-based route. Verken met Rien het terrein van de Koninklijke Verenigde Lederfabriek (Leerfabriek KVL) in Oisterwijk. Fiets vervolgens met hem mee via dit pittoreske dorp naar het mooie buitengebied van Haaren en Moergestel. Onderweg vertelt Rien je over zijn werk als loopjongen van de leerfabriek, maar ook over zijn streken en zijn dromen.Met deze route van 27 kilometer kom je langs plekken die je meer vertellen over de rijke geschiedenis van de leerindustrie. Geniet van de mooie en rustgevende natuur van de Oisterwijkse Bossen & Vennen, het kabbelende geluid van de Essche Stroom en het sprookjesachtige Kasteel Nemerlaer. Fiets langs Schoenfabriek Van Bommel en keer via de winkel- en horecagelegenheden op De Lind weer terug naar het KVL-terrein.
LINK
DOCUMENT
De hoeveelheid beweging onder basisschool kinderen loopt terug, ook in Brabant. De basisschool is bij uitstek geschikt om hierin een duurzame verandering te bewerkstelligen. Fontys Sporthogeschool in samenwerking met de Provincie Noord-Brabant en de gemeenten Eindhoven, Tilburg, Breda, Den Bosch en Helmond, met ondersteuning van Het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB), hebben daarom de handen ineen geslagen en het project Brabantse Basisscholen in Beweging opgezet. Dit ambitieuze project, dat in augustus 2012 van start is gegaan, is ingezet voor 4 jaar. Het project zal op verschillende scholen in de vijf bovengenoemde steden gaan draaien.
DOCUMENT
Het artikel gaat in op de mogelijkheden om een online platform voor vraag en aanbod van sport voor beperkten in Brabant te versterken.
DOCUMENT
In september 2013 is het project Brabantse Basisscholen in Beweging van start gegaan. Een samenwerking tussen Fontys Sporthogeschool, de provincie Noord-Brabant en de steden Eindhoven, Tilburg, Helmond, Den Bosch en Breda. Doel van het project is het vergroten van beweegkansen vanuit de schoolomgeving voor leerlingen op de basisschool. Tegelijkertijd biedt het project echter ook een groot aantal betekenisvolle en contextrijke stageplekken voor studenten HBO en WO, bijvoorbeeld als combinatiefunctionaris of als onderzoeker.
DOCUMENT
Vastgoedmonitor Zuidoost-Brabant omschrijf de stand van zaken van het vastgoed in 23 SRE gemeenten. Naast, prijsen, vraag en aanbod is er ook aandacht voor infrastructuur en economische thema's
MULTIFILE
Bijen zijn de belangrijkste bestuivers voor wilde planten en voor meer dan 90% van de globale gewassen. De hoeveelheid bijen neemt echter sterk af in Nederland door de versnippering, aantasting en verlies van habitat. Eén van de sterk afgenomen soorten in Nederland is de grashommel (Bombus ruderarius). De grashommel is een zeldzame soort die op het moment alleen nog maar in grote aantallen voorkomt in Zeeland en Friesland. Om de groei van deze soort te bevorderen is er onderzoek gedaan naar de verspreiding van de grashommel in westelijk Noord-Brabant. Hiervoor worden vijf verschillende gebieden geïnventariseerd: ‘Het Laag’, ‘Stellebos’, ‘Noordpolder van Ossendrecht’, ‘Brabantse Wal’ en ‘Fort de Roovere en Groote Melanen’. In de laatste twee gebieden is de grashommel hiervoor nog nooit waargenomen. Hiernaast is de stuifmeelvoorkeur van de grashommel werksters in juni in Noord-Brabant, Zeeland en Friesland bepaald door middel van een microscopisch stuifmeelonderzoek. In vier van de vijf gebieden in Noord-Brabant is de grashommel koningin in dit onderzoek waargenomen in de maanden april en mei. In één van de vijf gebieden zijn grashommel werksters waargenomen in de maand juni. De stuifmeelvoorkeur van de grashommel werksters in juni ligt grotendeels bij de Gewone smeerwortel (Symphytum officinale), Rode klaver (Trifolium pratense) en Witte klaver (Trifolium repens), gevolgd door Eénstijlige meidoorn (Crataegus monogyna), Gewone rolklaver (Lotus corniculatus) en Vogelwikke (Vicia cracca). Daarnaast is de grashommel koningin in het voorjaar waargenomen op de Witte dovenetel (Lamium album), Gewone smeerwortel en Gewone paardenbloem (Taraxacum officinale). Er aanbevolen om in de ‘Brabantse Wal’ en ‘Friesland’ het huidige maaibeleid aan te passen, zodat het voedselaanbod voor de grashommel niet onderbroken wordt. Voor de gebieden ‘Het Laag’, ‘Stellebos’, ‘Noordpolder van Ossendrecht’ en ‘Fort de Roovere en Groote Melanen’ is aanbevolen om meer stuifmeelvoorkeurs planten van de grashommel in te zaaien in het gebied. Er is sterk aanbevolen aan het EIS Kenniscentrum om de grashommel in de Noord-Brabantse gebieden te blijven monitoren, waarmee kan worden gekeken naar de effecten van de ingevoerde maatregelen op de grashommel populaties in de gebieden.
DOCUMENT