De auteurs van deze bijdrage nemen de rol aan van leden van de Tweede Kamer van de Staten Generaal. Als zodanig stellen zij voor de Grondwet te veranderen door de vrijheid van meningsuiting uit te breiden tot de vrijheid van communicatie. Deze vrijheid betreft niet alleen het openbaren van meningen en informatie maar ook het kennisnemen daarvan. Daarnaast komen aan de orde de neutraliteit van het internet en de klokkenluidersbescherming. Deze bijdrage is geschreven in het kader van de GrondwetStrijd van het Nationaal Comité 200 jaar Koninkrijk en de Academie voor Wetgeving.
DOCUMENT
Boekbijdrage aan Sociaaldemocratie op zoek naar nieuwe verbanden. Arthur Lehning begint zijn prachtige rede Over vrijheid en gelijkheid met de eerste zin uit het Contrat social van Rousseau: ‘De mens wordt vrij geboren, en overal bevindt hij zich in ketenen’. Er klinkt een diepe droefheid in door. Waarom is de oorspronkelijke vrijheid van de natuurstaat verloren gegaan? Het antwoord is even eenvoudig als beklemmend: het is de mens zelf die zich de ketenen heeft aangedaan. Om samen te leven met de andere mensen, heeft hij zich van zijn vrijheid beroofd. Historisch gezien zal dit beeld van het verloren gaan van de natuurstaat niet kloppen, dat wist Rousseau ook wel, maar het plaatst ons wel op een indringende manier midden in het centrale probleem van de menselijke samenleving: ‘hoe kunnen wij onze vrijheid behouden wanneer wij ons in een gemeenschap met anderen verbinden’. Of in termen van de sociale architect: ‘Hoe moet de sociale orde in een samenleving worden vormgegeven opdat de vrijheid van de mensen gewaarborgd wordt?’ In de vele antwoorden die in de loop van de geschiedenis op deze vraag gegeven zijn komt altijd het woord gelijkheid voor, wie het antwoord ook geeft. En altijd gaat het dan over de aard van de verhouding tussen vrijheid en gelijkheid. Van complementair tot strijdig, van eenduidig tot paradoxaal, van parasitair tot mutualistisch: alle mogelijke verhoudingen in alle gradaties hebben in de literatuur wel een plaats gekregen. Een kleine beschouwing over gelijkheid en vrijheid kan niet meer inhouden dan een kortstondige rondvlucht over het woud van al die geschriften om vervolgens beide voeten weer op de grond te zetten en conclusies te trekken over de keuzes die een sociaaldemocratische partij zou moeten maken gezien haar beginselen.
DOCUMENT
Aanleiding. De bacheloropleiding Communicatie binnen het domein Creative business van Hogeschool Inholland gaat uit van activerende didactiek opdat studenten worden gestimuleerd meer betrokken te raken bij en meer regie te nemen over hun leerproces. Feedback en peerreview zijn hierbij belangrijke instrumenten van een activerende, didactische aanpak omdat het effect hiervan op het leren groot is, mits de feedback kwalitatief goed is en de inzet adequaat wordt georganiseerd. Probleemanalyse en visie. De onderwijsmodule ‘De Communicatiecyclus’ uit het derde jaar van de opleiding is een project waarbij studenten individueel praktijkgericht Communicatieonderzoek uitvoeren. Het project maakt deel uit van de individuele specialisatie van studenten en geldt tevens als een oefening voor het afstuderen. Studenten maken tijdens dit project deel uit van een ‘onderzoekskring’ waarbinnen samenwerkend leren als strategie wordt ingezet ter ondersteuning van het individuele leerproces. Het reviewen van elkaars werk is een centrale leeractiviteit binnen de onderzoekskringen, maar de organisatie van peerreview wordt door de opleiding als problematisch ervaren. De opleiding Communicatie is daarom op zoek naar een didactisch ontwerp voor een effectieve inzet van peer- en expertreview. In het kader van het behalen van de titel Master of Education is hiertoe een ontwerpgericht onderzoek uitgevoerd (Götte, 2015) dat heeft geleid tot een prototype-scenario waarin de inzet van peerreview is gescript en ondersteunend materiaal voor de docentbegeleiders is ontwikkeld. In een vervolgonderzoek is het prototype door lectoraat Teaching, Learning & Technology op kleine schaal in de praktijk getest (Götte & Swager, 2016; Götte, Swager, & Fransen, 2017). De opbrengsten uit dit onderzoek gaven aanleiding voor een tweede iteratie, waarin zowel het ontwerp als de condities waarbinnen het ontwerp getest wordt, dienden te worden bijgesteld. Onderwerp, doel en vraagstelling. Het object van onderzoek betreft de inzet van peerreview binnen leerpraktijken en de wijze waarop technologie het proces van peerreview kan ondersteunen. Uitgangspunt hierbij was dat de peerfeedback complementair is aan de feedback van de docent (expertfeedback). Het onderzoek richt zich op curriculumonderdeel ‘3.1.1 project De Communicatiecyclus’ en daarbinnen op het onderdeel ‘probleemverkenning’. Doel van het onderzoek is het in samenwerking met de betrokken pionier en de docenten (her)ontwerpen en testen van een concrete uitwerking van het didactisch concept voor een specifiek curriculumonderdeel, met als basis de effectieve inzet van peerreview ter ondersteuning van het leerproces van de student. De centrale vraagstelling luidt: Hoe ziet het didactisch ontwerp van het onderdeel ‘Probleemverkenning’ eruit binnen het project ‘De Communicatiecyclus’ in jaar 3 van de opleiding Communicatie, waarin peerreview door technologie ondersteund, beoogt bij te dragen aan de kwaliteit van de leeropbrengsten, en hoe wordt het ontwerp door docenten en studenten ervaren en gewaardeerd?
DOCUMENT
Hoofdstuk 6 in Hoe de bal blijft rollen. Naar meer vitaliteit van voetbalverenigingen. In de vorige hoofdstukken hebben we het begrip vitaliteit uitgewerkt aan de hand van de aspecten missie/identiteit, verenigingsklimaat en vrijwilligers. In dit hoofdstuk gaan we in op de communicatie in clubs. Hoe is het daarmee gesteld en wat betekent dat voor de vitaliteit van verenigingen? Eerst zetten we de doelrationele benadering van communicatie uiteen, een benadering die het denken over communicatie nogal eens bepaalt. Dan toetsen we deze benadering in de praktijk en laten we de leden van de tien Utrechtse verenigingen aan het woord: hoe kijken zij aan tegen de communicatie in hun clubs? Wat valt op en wat kan beter? In de laatste paragraaf trekken we de belangrijkste conclusies en formuleren we aanbevelingen.
DOCUMENT
De snelle toename van overgewicht en obesitas is een wereldwijd verschijnsel. Oorzaak? Richtlijnen voor gezonde voeding en lichamelijke beweging worden op grote schaal niet gehaald. Een belangrijke risicogroep als het gaat om ongezond gedrag wordt gevormd door jongeren die een laag opleidingsniveau volgen. Het opleidingsniveau en het jong zijn maken dat deze doelgroep moeilijk vatbaar is voor gezondheidsvoorlichting. Jongeren hebben vaak een onvolledig beeld over hoe ze gezond kunnen leven en onderschatten de gezondheidsrisico's die gepaard gaan met hun ongezonde leefstijl sterk. De overheid speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van gezondheidbevorderende interventies. Zij heeft als taak burgers te informeren en oplossingen aan te dragen voor problemen in de samenleving. Deze verantwoordelijkheid heeft ertoe geleid dat de overheid al jarenlang campagnes ontwikkelt om burgers te wijzen op gezond en veilig gedrag. Er bestaat echter veel onduidelijkheid en onzekerheid over de waarde van communicatie als instrument om het gedrag van mensen te beïnvloeden. Gedrag beïnvloedende communicatie wordt in de overheidsvoorlichting al jarenlang als problematisch beschouwd. Om een blijvende gedragsverandering teweeg te brengen, is het noodzakelijk om te weten hoe het menselijk gedrag werkt en welke factoren hierop van invloed kunnen zijn. Een theorie die het verkrijgen en toepassen van dergelijke inzichten centraal stelt en zich sinds enige jaren in een groeiende belangstelling mag verheugen, is de 'theorie' van social marketing. De inzichten van deze multidisciplinaire aanpak zijn veelbelovend en sluiten goed aan bij het groeiende besef dat gezondheidsinterventies alleen succesvol kunnen zijn indien gekozen wordt voor een geïntegreerde aanpak. Deze publicatie beoogt een bijdrage te leveren aan het verbeteren van gezondheidsvoorlichting aan laagopgeleide jongeren. Er worden nog te veel campagnes ontwikkeld die er niet in slagen deze doelgroep te doordringen van de persoonlijke gezondheidsrisico's die zij lopen. In dit onderzoek zijn de inzichten van social marketing toegepast op de problematiek van overgewicht bij laagopgeleide jongeren. We zijn ervan overtuigd dat met diepgaande kennis van de doelgroep, inzicht in hun gedragingen, motieven, drijfveren, en mediagebruik, ook zij overtuigd kunnen worden van het nut van een gezonde leefstijl.
DOCUMENT
In dit hoofdstuk wordt het Nederlandse beleid geschetst van het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terroristisch geweld. Hierin neemt het ‘Actieprogramma integrale aanpak Jihadisme’ een belangrijke plaats in. Besproken wordt wat er goed gaat en wat de ontwikkelingsvragen zijn. Het hoofdstuk eindigt met een beschouwing over de behoefte aan sociale innovatie. Aangezien een aantal preventieve interventies behoorlijk ingrijpend kunnen zijn, is het zaak om bij de uitvoering te letten op eenduidigheid en adequate rechtsbescherming.
MULTIFILE
Deze rapportage bevat een analyse van het maatschappelijk debat over de terreinen onderwijs, cultuur, wetenschap en media. De analyses zijn in de periode 2010-2015 gemaakt. De analyses van het maatschappelijk debat zijn bedoeld om het beleid beter te doen aansluiten bij de maatschappelijke vraag. De analyse van het media-debat is van de hand van Andra Leurdijk en Saskia Welchen.
DOCUMENT
Op donderdag 22 mei 2014 worden in Nederland de verkiezingen voor het Europees Parlement gehouden. De burger wordt in staat gesteld zijn/haar vertegenwoordiger in dit parlement rechtstreeks te kiezen. Er wordt tegenwoordig veel over Europa gediscussieerd. Dat is op zich een goede zaak. De discussie moet echter wel op een evenwichtige wijze plaatsvinden. Dat is niet altijd het geval. In het publieke debat wordt bijvoorbeeld het bestaan van de economische cisis vaak aan Europa verweten. Ook laten Europa-criticasters veel van zich horen. Daarentegen wordt weinig gehoord van de voorstanders van Europese samenwerking. In die zin is de betekenis van de verkiezingen aanzienlijk. Het is een testcase voor de geloofwaardigheid van het samenwerkingsproces in het algemeen en, belangrijker nog, voor de steun die Europa onder de bevolking geniet in het bijzonder. Mede vanwege de traditioneel lage opkomst voor de Europese verkiezingen (in Nederland in 2009 43,1%) is het goed een genuanceerd debat te stimuleren. Het is om die reden dat het lectoraat European Integration het plan heeft opgevat om naar aanleiding van de verkiezingen van 22 mei een publicatie het licht te doen zien waarin diverse aspecten rond de verkiezingen aan de orde komen, zoals: • Het al dan niet bestaan van een democratisch deficit in Europa; • De behoefte aan een Europese publieke ruimte; • De complexiteit van het besluitvormingsproces van de Europese Unie, in samenhang met de vraag hoe je dat uitlegt aan de burger • Aandacht voor de fundamentele waarden waarop het Europese integratieproces is gebaseerd; • De verantwoordelijkheid van de media bij de berichtgeving; • De betekenis van het Europees Burgerschap. Met deze publicatie hoopt het lectoraat bij te dragen aan een adequate voorlichting over het belang van de Europese verkiezingen. Het lectoraat is ook voornemens, parallel aan het gereedkomen van de publicatie een seminar op De Haagse Hogeschool te organiseren op donderdagmiddag 1 mei. Een openbaar debat met kandidaten voor de verkiezingen volgt op woensdagavond 14 mei in de Aula. Houd de website van het lectoraat www.dehaagsehogeschool.nl/lectoraat-eurint in de gaten! Komt allen en, belangrijker nog, breng uw stem uit op 22 mei!
DOCUMENT
De publicatie ‘De kracht van verbinding: Loopbaanthematieken in het licht van veranderende beroepsbeelden” is modulair opgebouwd. Iedere module behandelt een stukje van de thematiek, waarbij steeds vanuit een ander perspectief wordt gekeken: vanuit kiezende jongeren, vanuit de veranderingen die plaatsvinden in de maatschappij en die ons werk beïnvloeden, vanuit de Nederlandse arbeidsmarkt, vanuit onderwijsorganisaties en vanuit arbeidsorganisaties.
DOCUMENT
Het lectoraat Crossmediale Communicatie in het Publieke Domein (PubLab) van Hogeschool Utrecht (HU) lanceert samen met service design-bureau Ideate interventies om ouderen te stimuleren tot veiliger fietsgedrag. De interventies zijn gebundeld in het rapport ‘Zolang ik fiets’ en ontwikkeld in opdracht van de gemeenten Amersfoort en Dronten en het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
DOCUMENT