In de periode september 2016 tot en met januari 2017 is door onderzoekers van het Kenniscentrum Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht een inventarisatie uitgevoerd naar vraagstukken op het gebied van arbeidsparticipatie in de regio Utrecht. Deze inventarisatie vond plaats in het kader van werkplaats Arbeidsparticipatie en is uitgevoerd m.m.v. de gemeenten Nieuwegein, Houten, Utrecht, Amersfoort, Wijk bij Duurstede en Zeist. De werkplaats is onderdeel van het kennisplatform Utrecht Sociaal (kUS), in samenwerking met de praktijk, kennis en methoden ontwikkelen en innoveren om kwetsbare personen (terug) te geleiden naar arbeid. De uitgevoerde inventarisatie is een eerste stap in de richting van een leer- en kennisagenda voor deze werkplaats.
In het gedecentraliseerde sociale domein speelt sociaal werk zich grotendeels in ‘de wijk’ af. Dit vraagt om een andere manier van werken, erop gericht burgers zodanig te ondersteunen (en los te laten) dat zij hun eigen sociale omgeving benutten, met zo min mogelijk professionele betrokkenheid. In deze publicatie gaan we op dit thema dieper in. Op basis van literatuurstudie en bestudering van het beleid in verschillende gemeenten, verkennen we in hoeverre deze ontwikkeling tot stand komt. Dit doen we vanuit het perspectief van het wijkteam en de wijkteamprofessional. Het document is als volgt opgebouwd: om te beginnen richten we ons in het eerste hoofdstuk op het definiëren en de typering van de ‘collectieve aanpak’. Daarna zetten we in hoofdstuk twee uiteen hoe we het in de praktijk in de wijkteams tegenkomen en wat de meerwaarde van de collectieve aanpak precies is. In hoofdstuk drie richten we ons op enkele wetenschappelijke beschouwingen die deze meerwaarde onderbouwen. Vervolgens beschrijven we in hoofdstuk vier de voornaamste uitdagingen die professionals de komende jaren tegen zullen komen toe en aantal professionele vaardigheden die hen daarbij kan helpen. We eindigen deze publicatie met een beschouwing; daarin brengen we de huidige stand van zaken in beeld en zetten we enkele gedachten met betrekking tot doorontwikkeling in de toekomst op een rij.
Met de opkomst van de sociale (wijk)teams enige jaren terug verschijnen nu ook de eerste onderzoeken. Deze onderzoeken schetsen een beeld van de meer integrale gebiedsgerichte aanpak zoals die in veel gemeenten nu vorm krijgt. In deze startfase is in de onderzoeken vooral aandacht voor de wijze waarop deze teams zijn ingericht. Zo komen de samenstelling van deze teams, de doelstellingen die ze hebben binnen de lokale context, de relatie met de ‘oude’ organisaties en de taken waarop ze zich richten in diverse onderzoeken naar voren. In de meer recente onderzoeken wordt ook aandacht besteed aan bepaalde knelpunten bijvoorbeeld ten aanzien van de samenwerking, de aanwezige expertise en de wijze waarop de participatie van burgers vorm krijgt. Naarmate meer onderzoeken op dit terrein verschijnen, kan ook iets gezegd worden over opvallende overeenkomsten en verschillen tussen gemeenten in de opzet en werking van deze teams. In dit document vatten we de bevindingen en conclusies uit een tiental recente onderzoeken i (verschenen in 2014 en 2015) naar sociale (wijk)teams samen. We besteden hierbij aandacht aan de rol van de gemeente (paragraaf 2), de samenstelling en opgave van deze teams (3), de verlangde kwaliteiten van teamleden (4), de knelpunten die in de onderzoeken worden gesignaleerd (5) en de rol en functie van teamleiders (6). We sluiten af met een samenvattend beeld uit de onderzoeken.
Gemeenten willen de zelfredzaamheid en (arbeids)participatie van hun inwoners vergroten. Een uitdaging is het ontwikkelen van integrale aanpakken voor mensen met een meervoudige ondersteuningsbehoefte. Centrale vraag in dit project was wat effectieve werkwijzen zijn om tot een integrale aanpak te komen, rekening houdend met de behoeften en mogelijkheden van de inwoners en het wetgevend kader. Doel Hoe zorg je er als gemeente voor dat mensen die moeilijk aan werk komen, toch kunnen meedoen in de samenleving? Bijvoorbeeld via een (betaalde) baan? Om dit voor elkaar te krijgen is het belangrijk dat betrokken professionals uit verschillende domeinen goed met elkaar samenwerken. En daarbij rekening houden met wat de inwoners kunnen en nodig hebben. Dit onderzoek heeft bijgedragen aan een goede aanpak hiervoor. Resultaten Een belangrijke voorwaarde voor een effectieve aanpak is het organiseren van intensieve samenwerking tussen professionals van sociale (wijk)teams en professionals van werk en inkomen (klantmanagers) waarbij ze de inwoner direct betrekken. Bijvoorbeeld in driehoeksgesprekken. Op deze manier kunnen professionals hun kennis en expertise vanuit de Wmo en Participatiewet bundelen en ervaren inwoners meer ‘regie’ over de ondersteuning die ze krijgen. De belangrijkste bevindingen van het project staan beschreven in de eindrapportage. Voor professionals, managers, beleidsmakers en bestuurders is een praatplaat gemaakt met bouwopgaven voor de praktijk. Voor de gemeenten Houten, Woerden en Wijk bij Duurstede is een analyse gemaakt van de activiteiten en uitkomsten uit de ontwikkelwerkplaatsen. Een innovatietraject waaraan gemeenten en uitvoeringsinstanties kunnen deelnemen. Looptijd 15 juni 2018 - 15 december 2020 Aanpak In drie gemeenten hebben onderzoekers, professionals, beleidsmakers en inwoners samengewerkt om een effectieve integrale werkwijze te ontwikkelen. Kennis is verkregen uit ‘ontwikkelwerkplaats’ bijeenkomsten (een variant op de community of practice) en verdiepende interviews met inwoners, professionals en beleidsmakers.
Hoe verloopt de gemeentelijke samenwerking rond jongeren en jongvolwassenen (16-27 jaar) met complexe problemen en justitiecontacten? In het project Startbaan onderzochten we dit samen met de gemeenten Hilversum, Veenendaal, Wijk bij Duurstede en Zeist.Doel Jongeren en jongvolwassenen van 16 tot 27 jaar met complexe problemen en justitiecontacten zijn een uitdaging voor gemeenten en voor de professionals die met hen werken. Er speelt bij hen veel en op heel veel verschillende terreinen en ze zijn vaak moeilijk te bereiken en te motiveren. Het is daarom extra lastig voor deze groep om werk te vinden en te behouden. Tegelijk is werk de beste manier om uit de problemen te komen én te blijven. Verschillende afdelingen binnen de gemeente werken samen met andere organisaties om de problematiek van deze jongeren aan te pakken. Ze helpen jongeren om werk, scholing of stages te vinden. Voor de betrokkenen rondom de jongeren is het lastig om van elkaar te weten wat er allemaal speelt. Het project Startbaan had als doel de samenwerking tussen professionals te verstevigen en een aantal knelpunten in deze samenwerking aan te pakken. Zodat deze jongvolwassenen meer kans op een betere toekomst hebben. We voerden dit onderzoek uit in de gemeenten Hilversum, Veenendaal, Wijk bij Duurstede en Zeist. Resultaten Op basis van de bevindingen uit het Startbaan-onderzoek zijn meerdere producten ontwikkeld. Deze producten kunnen door gemeenten ingezet worden bij het opzetten of versterken van de samenwerking. Voor de vier gemeenten die deelnamen aan het onderzoek is er een stappenplan gemaakt. Met dit plan kunnen gemeenten de interne samenwerking versterken. Het project heeft ook geleid tot de ontwikkeling van de PGA-scan, een tool waarmee professionals knelpunten in de samenwerking met elkaar kunnen achterhalen. Verder kan de samenwerking in een gemeente op verschillende manieren worden vormgegeven. De handreiking biedt gemeenten handvatten voor het opzetten of doorontwikkelen van de aanpak. Uit het onderzoek bleek ook dat het samenwerken voor deze doelgroep om specifieke competenties van professionals vraagt. Het product Functiekenmerken is ontwikkeld met daarin diverse rollen en de benodigde competenties. In deze interactieve pdf (download) staan alle eindproducten. Of bekijk de korte film over de uitkomsten van het onderzoek Startbaan. Ook heeft dit project geleid tot twee artikelen: Looptijd 01 juni 2018 - 01 november 2020 Aanpak In het eerste jaar van Startbaan hebben we de huidige situatie en knelpunten bij de betrokken professionals in kaart gebracht. Dit deden we door betrokkenen te interviewen en te observeren tijdens besprekingen. Daarna hebben we groepsgesprekken met de professionals gevoerd, waarin we samen bepaalden welke knelpunten prioriteit moesten krijgen. Hieruit volgde een stappenplan waarmee gemeenten de interne samenwerking kunnen versterken. Ook beschreven we de algemeen werkzame principes voor de aanpak van deze complexe doelgroep.