In de afgelopen jaren is terrorismebestrijding wereldwijd zich meer gaan richten op het anticiperen op de dreiging die ervan uitgaat. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en de Europese Commissie benadrukken daarom steeds meer dat preventie geboden is. Uitgangspunt is dat terroristische daden niet alleen kunnen worden voorkomen met repressieve maatregelen, maar dat radicaliseringsprocessen naar gewelddadig extremisme in een vroeg stadium moeten worden ontdekt. Het gaat daarbij om een fase die te boek staat als ‘vroegsignalering’, met als doel preventief dreigingen te identificeren die bijdragen aan mogelijk extremistisch geweld. De focus hierbij ligt op het signaleren van afwijkend gedrag, en tegelijkertijd op het bevorderen van sociale stabiliteit op wijkniveau. Professionals die dagelijks in direct contact staan met burgers, onder wie de lokale politieagenten, zouden hierin een sleutelrol spelen.
Hoe kunnen politieteams meer bezig zijn met het oplossen van veiligheidsproblemen in de wijk? Van nature is de politie vooral geneigd te reageren op incidenten. Maar zij wil ook meer aan de oorzaken van problemen werken, samen met partners en burgers. De wijk operationeel expert (WOE) heeft daarin een cruciale rol. In dit project deden we actieonderzoek in politieteams in Amersfoort, Almere en Utrecht. Doel In dit actieonderzoek kregen we vanuit verschillende functies binnen de politie inzicht in hun perspectief op de rol van de WOE in het probleemgericht werken per basisteam en aan welke ontwikkelpunten zij willen werken. Resultaten Om meer WOEst aantrekkelijk probleemgericht te werken is een product ontwikkeld voor zowel de drie betrokken politieteams als andere politieteams. In dit product zijn de lokale context en ontwikkelpunten van de drie teams verwoord en met kunst en metaforen verbeeld. Er zijn verschillen en overeenkomsten tussen de teams. Uit deze vergelijking volgt een aantal thema’s en vragen waar ook andere politieteams mee aan de slag kunnen. Zo kunnen zij hun probleemgerichte werken en de rol van de WOE daarin versterken. De ontwikkelpunten per politieteam vormden de basis voor lokale ontwikkeltrajecten. In het vervolgproject WOE’s Next? pakken we dit samen met de politieteams op.
MULTIFILE
De aanpak van gedigitaliseerde criminaliteit is een actueel en belangrijk vraagstuk voor de politie, dat door corona nog belangrijker werd. Cybercriminaliteit was ook vóór de coronapandemie al sterk in opkomst, maar het aantal geregistreerde gevallen nam het afgelopen jaar sterk toe. Dit onderzoek richt zich op de versterking van de aanpak op lokaal niveau, in het politiedistrict IJsselland. Het doel is enkele recente leerervaringen te verzilveren: Wat zijn de opgedane ervaringen in een grootschalig onderzoek naar vriend-in-noodfraude, waarbij tussen het basisteam IJsselland-Zuid en het cybercrimeteam van de eenheid Oost-Nederland werd samengewerkt? Waar loopt het IJssellandse digitaal flexteam tegenaan? Aan de hand van deze vragen wordt geprobeerd een eerste beeld te schetsen van de stand van zaken, van de mogelijkheden en van de uitdagingen waar het gaat om de aanpak van gedigitaliseerde criminaliteit anno 2021 – vooral op het lokale niveau. De toename van gedigitaliseerde vormen van criminaliteit is zodanig dat de politie hier op elk niveau in de organisatie op zal moeten inspelen. Volgens geïnterviewde politiemensen hebben ook al langer bekende criminelen de omschakeling naar het wereldwijde web gemaakt bij het plegen van misdaden. Kennis van de lokale situatie en van de digitale dimensie van criminaliteit zijn beide cruciaal geworden voor goed gebiedsgebonden politiewerk. Ondersteuning van basisteams en districtsrecherche met opleidingen, faciliteiten en de invoering van nieuwe functies (bv. taakaccenthouders in de basisteams of digitale wijkagenten) kunnen daarbij als belangrijke, zij het nog beperkt ingevulde randvoorwaarden worden beschouwd. Daarnaast lijkt samenwerking voor de districten van groot belang. Gedigitaliseerde criminaliteit is vaak sterk vertakt, waarbij daders zich zelden tot een klein geografisch gebied beperken. Om te zorgen dat cybercriminaliteit toch kan worden aangepakt, ook op het districtelijke niveau, is samenwerking met onder meer het cybercrimeteam Oost-Nederland cruciaal gebleken. Zo heeft een projectmatige samenwerking tussen het district IJsselland en dit team in korte tijd aanzienlijk resultaat opgeleverd: na een ‘veegweek’ kon in 26 zaken een strafrechtelijke reactie volgen, waarbij twee digitale oplichters fikse celstraffen kregen
MULTIFILE
In de Eindhovense wijk Meerhoven is er in toenemende mate sprake van jeugdoverlast. Dit concentreert zich vooral rond het winkelcentrum waar door bewoners in toenemende mate melding bij de politie melding wordt gemaakt van vernielingen, geluidsoverlast en het achterlaten van rommel. Bewoners en jongeren komen steeds meer tegenover elkaar te staan. Binnen het lopende project Bubble Games wordt een design interventie uitgevoerd om deze groepen weer dichter bij elkaar te brengen. Virtual Reality (VR) en samenwerking worden ingezet om mensen te helpen zich in ‘de ander’ en diens leefwereld te verplaatsen en daarmee begrip en empathie te bevorderen. Het stimuleren van verbindend contact tussen groepen via onderlinge samenwerking bevordert positieve beeldvorming over en weer. De interventie die ontwikkeld is in het lopende Bubble Games project is echter lastig opschaalbaar vanwege de hoge kosten die ermee zijn gemoeid. De gemeente Eindhoven heeft aangegeven behoefte te hebben aan een praktische vertaling van de resultaten uit Bubble Games die kan worden ingezet in andere wijken in de stad. Immers, politie en het jeugd- en jongerenwerk hebben vaker te maken met groepen waartussen spanningen bestaan. Er is dan ook behoefte aan een ‘pocket size’ versie van de interventie die (a) aansluit bij de leefwereld van jongeren, (b) relatief makkelijk is in te zetten en (c) groepen dichterbij elkaar brengt. Tot op heden wordt in het jeugd- en jongerenwerk veelal gebruik gemaakt van de dialoog als middel om partijen tot elkaar te brengen. De nieuw te ontwerpen tool vormt een vernieuwende aanvulling op deze bestaande werkwijze. Voor het ontwikkelen en testen van een proof-of-concept wordt voortgebouwd op de kennis die is opgedaan binnen het lopende Bubble Games project. In co-creatie met de doelgroep worden de werkzame mechanismen vertaald naar ontwerpen en ontwerprichtlijnen voor een schaalbare (laagdrempelige en adaptieve) tool.