In de periode januari – juli 2020 heeft een onafhankelijke externe commissie, in opdracht van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA (Regieorgaan SIA) geëvalueerd. De evaluatie richt zich op de vraag in hoeverre Regieorgaan SIA de doelstellingen zoals verwoord in het Convenant bereikt, dan wel in hoeverre het aannemelijk is dat Regieorgaan SIA de doelstellingen binnen de convenantsperiode1 zal bereiken. Een laatste evaluatie staatgepland eind 2022. Ter beantwoording van deze vraag heeft de commissie kennisgenomen van de zelfevaluatie en een reeks van rapporten, gesproken met stakeholders en met bestuur en medewerkers van het regieorgaan.De commissie heeft veel waardering ontmoet voor het werk van Regieorgaan SIA en oordeelt zelf ook positief. Tegelijkertijd stelt de commissie vast dat er nog veel te doen is voordat het praktijkgericht onderzoek in Nederland een volwaardige positie heeft in de kennisketen. De evaluatiecommissie acht het noodzakelijk dat Regieorgaan SIA vanuit een einddoel duidelijkemijlpalen formuleert en deze vervolgens operationaliseert. Pas dan kan bepaald worden hoe en met welk instrumentarium scherp gestuurd kan worden op het behalen van deze mijlpalen. Op basis van de evaluatievragen komt de commissie met de volgende aanbevelingen:• De aanbeveling uit 2017 omtrent inhoudelijke sturing blijft geldig en verdient continue strategische aandacht en een kritische zelfblik van organisatie en management. Een scherpere operationalisering van het einddoel is vereist om krachtig te kunnen sturen op de realisatie ervan.• Bevorder het leereffect bij aanvragers. Verbind de criteria waarop wordt beoordeeld helder aan de doelstellingen van het regieorgaan.• Maak een helder onderscheid tussen het verbeteren van de efficiëntie van de eigen organisatie (interne verbetertrajecten) versus het in beeld brengen van de impact van de activiteiten van Regieorgaan SIA op het verbeteren van de positie van het praktijkgericht onderzoek (externe verbetertrajecten).• Formuleer heldere mijlpalen die de stappen markeren naar het beoogde einddoel: het structureel inbedden van het praktijkgericht onderzoek in de publieke kennisinfrastructuur en het creëren van een volwaardige tweede geldstroom voor praktijkgericht onderzoek. Zorg daarnaast dat zowel resultaat als impact van projecten tastbaar en zichtbaar worden.Het einddoel ligt niet binnen de convenantsperiode, de mijlpalen liggen zowel hierbinnen als hierna.• Definieer de beoogde impact en kies voor een instrumentarium dat sterk stuurt op de structurele inbedding en een volwaardige positie van het praktijkgericht onderzoek binnen hogescholen en de kennisketen.• Richt het bestuur in op basis van de gewenste achtergrond en capaciteiten vanbestuursleden, met een persoonlijk profiel en competenties passend bij de overkoepelende visie (ook voorbij de huidige convenantsperiode) van Regieorgaan SIA. Neem een afgevaardigde van het NWO-bestuur op in de bestuurlijke organisatie van Regieorgaan SIA om bestuurlijke wrijving weg te nemen. Kies een voorzitter die fungeert als boegbeeldvoor het praktijkgericht onderzoek.• Houd het projectmatig werken vast en vertaal dit door naar externe processen.• Formuleer een meerjarenstrategie met een einddoel en duidelijke mijlpalen. Stuur en monitor van daaruit op meetbare resultaten op projectniveau.Daarnaast heeft de commissie een viertal aanbevelingen op grond van de bevindingen tijdens de evaluatie:• De naam Regieorgaan SIA verwijst naar de regierol die aan deze organisatie is toegekend. Wees helder over hoe deze rol wordt ingevuld en op welk vlak, en waar niet.• Stem in het kader van het leereffect waar mogelijk de procedures af op de Europese procedures.• Overweeg de rol van het mbo in de kennisketen bij het vormgeven van het vervolg na de convenantsperiode.• Gebruik succesverhalen om de toegevoegde waarde van praktijkgericht onderzoek te laten zien en positief af te laten stralen op zowel het hbo als Regieorgaan SIA.
MULTIFILE
Zoals reeds vermeld in het artikel 'Formatief evalueren' van Weeldenburg & Slingerland (2019) dient formatief evalueren beschouwd te worden als een essentieel onderdeel van het bewegingsonderwijs om het leren van leerlingen te stimuleren en ondersteunen. Echter lijkt evalueren binnen het bewegingsonderwijs in het basisonderwijs vaak gezien te worden als een 'papieren tijger'. In dit artikel wordt daarom een aantal praktische methodes toegelicht waarmee formatieve evaluatie toegepast kan worden in de lessen. Hierbij wordt ingegaan op manieren waarmee de formatieve procescyclus van het geven van feedup, feedback en feedforward ingepast kan worden in de lessen, zonder daarbij de leerkracht te veel te belasten. Praktische handvatten omtrent leerdoelkaarten, zelfevaluatie en peerevaluatie worden in dit stuk besproken.
Aanleiding Ouderbetrokkenheid op basisscholen is van cruciaal belang voor het schoolsucces en de persoonlijke ontwikkeling van kinderen. In dit project definiëren we ouderbetrokkenheid als 'alle vormen van belangstellende betrokkenheid van de ouders bij de begeleiding van hun eigen kind, bij de groep waarin hun kind zit en bij de school als geheel.' Daarin hebben ouders een opvoedende taak en leerkrachten een onderwijsgevende taak. Het ontbreekt basisscholen vaak aan een visie op ouderbetrokkenheid. Leerkrachten ervaren handelingsverlegenheid als het gaat om het creëren en stimuleren van samenwerking. Bovendien hebben leerkrachten onvoldoende kennis over de competenties (kennis, houding, vaardigheden) die nodig zijn voor een goede samenwerking en over welke zij op dit moment al in huis hebben. Doelstelling Dit RAAK-onderzoek richt zich op de volgende vragen: Welke specifieke kennis, houding en vaardigheden hebben leerkrachten nodig voor een vruchtbare samenwerking met ouders? Waar liggen verbetermogelijkheden en welke instrumenten zijn daarvoor nodig? Het project richt zich op zowel aankomende, beginnende als ervaren leerkrachten, om handelingsverlegenheid over de hele linie aan te pakken. Concreet zal op drie basisscholen een kenniswerkplaats worden ingericht waar alle partijen (leerkrachten, ouders en kinderen) met de onderzoekers samenwerken. Het is een lerende omgeving waar samen wordt nagedacht, uitgeprobeerd en getoetst. Beoogde resultaten Na afloop van het project hebben de betrokken leerkrachten en scholen niet alleen beter inzicht in de bestaande invulling van ouderbetrokkenheid op hun school, maar is per school een visie op ouderbetrokkenheid ontwikkeld. De methodiek wordt gedeeld met andere scholen op basis van storytelling en het beschikbaar stellen van een procesaanpak ouderbetrokkenheid, een (zelfevaluatie-)instrument en een schema waarin specifieke lacunes worden gekoppeld aan hulpmiddelen. Voor de pabo-opleiding levert het project een module ouderbetrokkenheid, een aangepast curriculum en een competentieprofiel op. Het Expertisepunt ouderbetrokkenheid Cedin en Adventure zullen de ontworpen instrumenten landelijk verspreiden.
De arbeidsmarktspanning in Midden-Brabant blijft onverminderd hoog en de aanhoudende personeelstekorten belemmeren de bedrijfsgroei. Midpoint Brabant, de economische ontwikkelingsmaatschappij van Midden-Brabant, heeft in het actieprogramma 2023-2027 dan ook het thema 'talent ontwikkelen' omarmd, met als doel een permanente leercultuur te creëren die aansluit op bedrijfsbehoeften. Een bedrijf dat deze leercultuur nastreeft, is VPT Versteeg, een MKB-bedrijf gespecialiseerd in metalen gevelbekleding en dat zich sterk maakt voor de omslag in de bedrijfsvoering: van een technisch en bedrijfsmatige aanpak naar een aanpak waarin de kracht van human capital de basis vormt. Geïnspireerd door eerder onderzoek en literatuur beschouwen zij het informeel leren als spil van een leercultuur die cruciaal is voor aantrekkelijk werkgeverschap en het behoud van talent. Met name feedbackzoekend gedrag is daarbij belangrijk, maar het ontbreekt aan kennis en handvatten om daar verbetering in te brengen. Er is behoefte aan een ondersteunend programma om een feedbackcultuur in de organisatie te implementeren. Dit project, uitgevoerd door de Fontys lectoraten Dynamische Talentinterventies en Industrial Engineering & Entrepreneurship, in samenwerking met Midpoint/Leerwerkloket Midden-Brabant en VPT Versteeg, heeft als doel het ontwikkelen, piloten en evalueren van een ondersteuningsprogramma. De centrale vraag is: "Hoe kan feedbackzoekend gedrag op de werkvloer gestimuleerd worden?". Op basis van ontwerpgericht onderzoek wordt een zelfevaluatietool ontwikkeld, professionaliseringsworkshops en een train-de-trainerbijeenkomst waarmee mkb-organisaties ondersteund kunnen worden in het stimuleren van feedbackzoekend gedrag als onderdeel van een permanente leercultuur. Het onderzoek richt zich daarmee op een urgent thema voor de beroepspraktijk: Leven Lang Ontwikkelen en de rol van leercultuur daarbij. Dit project pas daarmee naadloos in de ambities in het ontwikkelprogramma van Midpoint.