Kinderen met een lage sociaaleconomische status (SES) hebben een verhoogd risico op een suboptimale start in het leven met hogere kosten voor de gezondheidszorg. Deze studie onderzoekt de effecten van SES op individueel (maandelijks huishoudinkomen) en contextuele SES (huishoudinkomen en buurtdeprivatie), en perinatale morbiditeit op de zorgkosten in het vroege leven (0-3 jaar). Conclusie: Meer buurtdeprivatie was direct gerelateerd aan hogere zorgkosten bij jonge kinderen. Bovendien was een lager huishoudinkomen consistent en onafhankelijk gerelateerd aan hogere zorgkosten. Door de omstandigheden voor lage SES-populaties te optimaliseren, kan de impact van lage SES-omstandigheden op hun zorgkosten positief worden beïnvloed.
MULTIFILE
Full text via link. Het kabinet wil het huidige systeem van loonkostensubsidie voor werkgevers inruilen voor een systeem waarbij iemand die niet genoeg verdient zelf aanvullende bijstand moet aanvragen. Voor de bijna 200.000 werknemers die niet in staat zijn om zelfstandig het wettelijk minimumloon te verdienen, betekent dit dat zij bij de gemeente zelf een aanvulling op hun inkomen moeten aanvragen. Een slecht idee, vinden betrokkenen en deskundigen
LINK
Er wordt veel verwacht van sociale preventie. Door bijvoorbeeld sociale wijkteams, collectieve interventies, schuldhulpverlening, sociaal ondernemerschap en preventies gericht op ouderen en jongeren zal veel gezondheidswinst kunnen worden geboekt en latere zorgkosten worden vermeden. Maar werkt sociale preventie? En zo ja, welke vormen dan en onder welke condities?
DOCUMENT
Overgewicht en obesitas bij kinderen is een groot maatschappelijk probleem vanwege de negatieve gevolgen voor de gezondheid en de stijgende zorgkosten. De Gecombineerde leefstijl interventie (GLI) staat in de recente richtlijn ‘Diagnostiek, ondersteuning en zorg voor kinderen met obesitas’ (Partnerschap Overgewicht Nederland/VU, 2022) beschreven als meest effectief en moet in 2030 in alle gemeenten beschikbaar zijn (Nationaal Preventieakkoord VWS, 2018). Doel is het verbeteren van leefstijl gerelateerd aan bewegen, eten en slapen. Betrokken zorgprofessionals zijn kinderfysiotherapeuten, diëtisten, jeugdverpleegkundigen en kinderartsen. In de praktijk blijkt echter dat de effectiviteit van de huidige zorg niet optimaal is en niet alle kinderen met overgewicht en obesitas bereikt worden. Door de stijgende aantallen kinderen met overgewicht en obesitas enerzijds en de tekorten aan professionals in de zorg, zal het in de toekomst naar verwachting nog moeilijker worden om alle kinderen en jongeren passende ondersteuning te bieden.
Zo’n 30% van de 65-plussers valt minimaal eens per jaar en door de vergrijzing zal dit percentage alleen maar toenemen. De gevolgen van een val zijn enorm, zowel voor de persoon die valt als voor de maatschappelijke zorgkosten. De aandacht voor valpreventie neemt dan ook toe. Valpreventieve beweeginterventies zijn effectief om het risico op een val te verkleinen. Otago is één van de drie erkende valpreventie beweeginterventies in Nederland. Naast face-to-face begeleiding door een fysiotherapeut, bestaat het programma uit kracht- en balansoefeningen in de thuissituatie. Bekend is dat de therapietrouw voor huiswerkoefeningen laag is. Nieuwe digitale toepassingen, zoals smartphone-apps, beogen duurzame uitvoering van de oefeningen te ondersteunen en kunnen in potentie het effect van valpreventie beweeginterventies bestendigen. De eerste internationale ervaringen met smartphone-apps ter ondersteuning van face-to-face valpreventie zijn positief. Het huidige project onderzoekt in hoeverre Otago aangeboden in een blended vorm bruikbaar is voor 65-plussers en betrokken fysiotherapeuten. Partners in het project zijn Kenniscentrum Letselpreventie VeiligheidNL en een ontwikkelaar van zorgoplossingen HealthTrain. De branchevereniging voor fysiotherapeuten vormt de klankbordgroep, welke uitgebreid wordt met een wisselende groep van vertegenwoordigers van fysiotherapiepraktijken en 65-plussers. Het nieuw te vormen consortium ontwikkelt gezamenlijk een blended variant van de Otago valpreventieve beweeginterventie in de vorm van een nieuw programma voor een bestaande smartphone-app, gebruikt in de geriatrische doelgroep. Na user-tests met een prototype van het nieuwe programma binnen de bestaande smartphone-app in een kleine groep 65-plussers en hun fysiotherapeuten, vindt een bruikbaarheidsonderzoek inclusief procesevaluatie plaats in een grotere groep (eind-)gebruikers. Het project besluit met het beschrijven van de projectresultaten in een Nederlandstalige publicatie en het beschrijven van aanbevelingen voor vervolgonderzoek naar de effectiviteit van een blended valpreventieve beweeginterventie voor de 1,1 miljoen thuiswonende 65-plussers in Nederland met een verhoogd valrisico.
Ongeveer 70% van het dagelijkse voedsel in Nederland wordt gekocht bij supermarkten. Dit aandeel illustreert de cruciale rol van supermarkten in het dagelijkse leven en hun invloed op zowel consumenten als leveranciers. Obesitas is afgelopen 40 jaar verdrievoudigd. De helft van de Nederlanders is te zwaar en bijna 15% heeft obesitas. De hieraan gerelateerde gezondheidsproblemen zijn groter bij mensen met een lagere SEP. Ongezonde voeding draagt hier 8.1% aan bij en kost ongeveer 6 miljard aan zorgkosten. Het is niet gemakkelijk om gezond te eten. 80% van het totale supermarktaanbod van ruim 70000 voedingsmiddelen is ongezond. Het gebrek aan een systeem voor het in kaart brengen van het voedselaanbod is problematisch. Dit is namelijk cruciaal om te evalueren of gezonde keuzes ook de makkelijkste keuzes worden voor consumenten. Onderzoekers van o.m. praktijkpartner Questionmark benadrukken het belang van een structurele monitoring van de gezondheid van de voedselomgeving. Dit is echter duur en tijdrovend. Zo ontstond de praktijkvraag: Hoe kan het doorontwikkelen en valideren van een meetmethode en bijbehorende indicator inzichtelijk maken hoe gezond en ongezond het voedselaanbod in een supermarkt is? Welke mogelijkheden zijn er om deze indicator te gebruiken bij de vergelijking tussen het voedselaanbod van supermarkten en verzorgingsgebieden met verschillende sociaal economische positie (SEP) in Den Bosch. De achterliggende gedachte was de volgende: “Wellicht kan deze nieuwe indicator een prikkel zijn voor supermarkten om gezondere keuzes gemakkelijker te maken, juist voor mensen met een gezondheidsachterstand.” Bovendien, door deze meetmethode te digitaliseren werken we aan een use-case voor software van praktijkpartner Imagem. Met deze praktijkvragen gaan de kennisinstellingen Yuverta (MBO), HAS Green Academy en Avans (HBO) aan de slag met de praktijkpartners NGO Questionmark en het softwarebedrijf Imagem.