In 2012 werd, na een reeks aardbevingen in Groningen, door het kabinet, de provincie Groningen, negen gemeenten en de Nederlandse Aardolie Maatschappij (hierna verder: NAM) een kaderstellend pakket met maatregelen afgekondigd. Enerzijds diende met dit pakket de schade te worden vergoed die als gevolg van de gaswinning door de NAM is ontstaan. Anderzijds moet het vertrouwen van de inwoners worden herwonnen. Onderdeel van het pakket is de oprichting van de Stichting Economic Board Groningen (hierna verder: EBG) in 2015. Met de oprichting en de financiering van de EBG is een bedrag gemoeid van € 97,5 miljoen, waarvan € 65 miljoen afkomstig is van de NAM en € 32,5 miljoen van de provincie Groningen. De EBG wordt in het bestuurlijk akkoord een belangrijke taak toegedicht in de verbetering van het economisch perspectief voor Noord-Groningen na de schade die in het gebied is ontstaan als gevolg van de gasboringen van de NAM. Uit gesprekken kan worden afgeleid dat de provincie Groningen de financiering van de EBG ziet als subsidieverlening, zodat een toets aan de regels van bijvoorbeeld het aanbestedingsrecht achterwege is gebleven. De vraag is of die handelswijze correct is geweest. In dit artikel zal de totstandkoming en de financiering van de EBG worden onderzocht in het licht van de materiële kaders van het aanbestedingsrecht. Een juiste juridische kwalificatie van de financiering is van belang vanwege het doel om het vertrouwen van de inwoners van het aardbevingsgebied Groningen terug te winnen. Bovendien rechtvaardigt de hoogte van het bedrag dat met de oprichting en de financiering van de EBG is gemoeid een nader onderzoek naar de vraag hoe deze oprichting en de financiering zich verhouden tot het aanbestedingsrecht. Daarbij komt de vraag aan de orde waar zich op dat vlak knelpunten of juist kansen hadden kunnen voordoen. De stelling wordt verdedigd dat de aard en het karakter van de financiering van de EBG valt onder de reikwijdte van de term overheidsopdracht zoals deze in het aanbestedingsrecht is gedefinieerd. Dit betekent dat bij de oprichting van de EBG de algemene beginselen van het aanbestedingsrecht voorop hadden moeten staan, waaronder begrepen het transparantiebeginsel. In dit artikel staat de vraag centraal in hoeverre bij de oprichting en de financiering van de Stichting Economic Board Groningen het materiële rechtskader van het aanbestedingsrecht van toepassing was en in hoeverre sprake is van een aanbestedingsplichtige overheidsopdracht. Allereerst wordt de context van de EBG beschreven. Daarna volgt een kritische analyse van relevante aspecten van het aanbestedingsrecht in relatie tot de wijze waarop de EBG is gefinancierd en de juridische kwalificatie van deze financiering, zijnde subsidieverlening of het verstrekken van een opdracht. Daarbij worden ook recente veranderingen in het aanbestedingsrecht betrokken.
DOCUMENT
In de herziene Aanbestedingswet d.d. juli 2016 is de mogelijkheid tot het voorschrijven van keurmerken door aanbestedende diensten opgenomen. Maar betekent dit ook daadwerkelijk meer ruimte in de praktijk?
LINK
Hoofstuk 4 in Sociale innovatie in de praktijk Hoofdstukindeling: 4.1 Inleiding 4.2 Noties van sociale innovatie in zorg en welzijn 4.3 Transformatie in het sociale domein 4.4 Sociale innovatie beschouwd vanuit het perspectief van waarden 4.5 De waarde van een sociale professional 4.6 Epiloog
LINK
Hoofdstuk 6 in Sociale innovatie in de praktijk. In dit hoofdstuk beschrijven we twee Utrechtse sociaal innovatieve initiatieven in het sociale domein die zijn ontwikkeld om de handelingscapaciteiten van sociaal kwetsbare burgers te versterken. Het ene initiatief is een gemengde woon-werkgemeenschap met opvangvoorzieningen voor dak- en thuislozen ('t Groene Sticht), gerealiseerd in 2003. Het tweede is een stadslandbouwinitiatief van meer recente datum (2010) met dagbesteding en re-integratietrajecten voor mensen met een meervoudige problematiek (De Volle Grond).
LINK
Auteurs hebben onderzoek gedaan naar Social Return in aanbestedingen. Een aspect uit dat onderzoek betreft de juridische (on)mogelijkheid om social return in aanbestedingen op te nemen en om kansen te creeren voor het MKB.Legt de proportionaliteitseis het instrument ‘social return’ aan banden? Wat zijn de mogelijkheden voor het mkb?Op 1 maart 2012 is onder leiding van lector dr. mr. P.A.T. Oden een onderzoeksteam van de Hanzehogeschool Groningen het onderzoek ‘Sociaal in het Bestek’ gestart. Dit onderzoek heeft als doel het kennisarsenaal van mkb’ers te vergroten, zodat zij beter kunnen voldoen aan de social-returnvoorwaarden van aanbestedende diensten, waardoor hun concurrentiepositie verstevigt. De auteurs maken als onderzoeker deel uit van het onderzoeksteam van het project ‘Sociaal in het Bestek’onder leiding van lector dr. mr. P.a.t. Oden (lectoraat Juridische aspecten van de arbeidsmarkt) en in samenwerking met de lectoraten van de lectoren G.H. Walhof MBa (lectoraat Inkoopmanagement) en dr. l. Polstra (lectoraat arbeidsparticipatie).
DOCUMENT
Vanwege ontwikkelingen in het Europese aanbestedingsrecht, waarop elders in dit nummer wordt ingegaan, lijkt het dat publieke partijen niet langer vrij zijn in het bepalen van de spelregels waarlangs de concurrentie wordt georganiseerd. In deze bijdrage wordt betoogd dat de 'angst ' bij publieke partijen voor het moeten aanbesteden conform de door het Europees verdrag voorgeschreven regels, slechts ten dele gegrond is. In beginsel is 'aanbesteden ' gelijk aan het volgen van een selectieprocedure. Deze bijdrage gaat in op de vraag hoe publieke partijen op goede wijze een selectieprocedure kunnen vormgeven en welke aandachtspunten daarbij gelden vanuit de Europeesrechtelijke context.
MULTIFILE
Deze film geeft een impressie van het werk in de minor bedrijfsjurist voor Bouwend Nederland Noord en haar leden in de aardbevingsbestendige bouw in de regio Groningen. De film is vertoond bij de keynote presentatie op het slotcongres van het RAAK MKB programma Bedrijfskundige Innovatie in de Aardbevingsbestendige Bouw
VIDEO
Onderzoek door studenten naar voorkeursbeleid voor MKB bij herstel van de aardbevingsschade.
DOCUMENT
Nederland staat voor een aantal grote maatschappelijke opgaven, zoals de personeelskrapte, de energietransitie en de overgang naar een circulaire economie. Bij deze transities spelen impactondernemers een cruciale rol. Juist zij richten zich met hun bedrijf op maatschappelijke doelen. Via inkoop bij deze ondernemers kunnen (semi-) overheden en reguliere bedrijven gezamenlijk impact maken in de regio. De landelijke City Deal Impact Ondernemen laat zien dat inkopen met impact goed mogelijk is. Vanuit de aangesloten 100 impactondernemers, overheden en kennisinstellingen heeft een werkgroep een website gemaakt die laat zien: impactvol inkopen het mag, het kan en er zijn goede voorbeelden.
LINK
De bacheloropleiding HBO-Rechten is in 2002 gestart, omdat in de rechtspraktijk een behoefte aan praktijkgerichte juridische professionals op hbo-niveau werd gesignaleerd. Inmiddels heeft de opleiding ruim 10.000 alumni. Het lectoraat Legal Management van de Hogeschool van Amsterdam heeft op verzoek van het landelijk opleidingsoverleg HBO-Rechten de arbeidsmarkt voor alumni in kaart gebracht. Uit het onderzoek blijkt dat een groot deel van de werkgevers inmiddels bekend is met hbo-juristen en dat alumni in een behoefte blijken te voorzien. De arbeidsmarkt is door de economische crisis en de hoge uitstroom van alumni de afgelopen jaren wel matig geweest.
DOCUMENT