Ondanks het feit dat het Schadefonds inmiddels 40 jaar bestaat, lijkt het erop dat veel slachtoffers de weg naar het Schadefonds niet weten te vinden. Onderzoek in 2008 wees uit dat het Schadefonds een vijfde van de werkelijke doelgroep bereikt (Hoogeveen & van Burik, 2008). De belangrijkste oorzaak voor het beperkte doelgroepbereik is volgens dit onderzoek dat het bestaan van het Schadefonds onvoldoende bekend is. In een recent uitgevoerd onderzoek wordt ingeschat dat het potentiële bereik van het Schadefonds verdrievoudigd kan worden (Leiden, Scholten & Ferwerda, 2016). Er is dus een groot aantal slachtoffers dat geen beroep doet op een tegemoetkoming in de geleden schade terwijl zij daar wel recht op hebben. De rol van de ketenpartners, of instanties die mogelijk kunnen (door)verwijzen naar het Schadefonds, is echter onbekend. Dit onderzoek heeft als doel het Schadefonds inzicht te geven in de rol van de samenwerkingspartners inzake de doorverwijzing naar het Schadefonds. Op basis van de uitkomsten willen de onderzoekers concrete aanbevelingen doen aan het Schadefonds ter verbetering van de doorverwijzing door haar samenwerkingspartners zodat meer slachtoffers de weg weten te vinden naar het Schadefonds.
De gemeente Rotterdam vroeg het lectoraat Publiek Vertrouwen in Veiligheid in 2021 om onderzoek te doen naar de veiligheidsbeleving in het Zuiderpark. Aanleiding waren de aangifte van een verkrachting op klaarlichte dag in het Zuiderpark in september 2020 en signalen van andere partijen over onveiligheidsgevoelens in het Zuiderpark. Uit het onderzoek komt naar voren dat bezoekers en omwonenden het Zuiderpark over het algemeen waarderen. De diversiteit van mensen die het park op drukke dagen bezoeken, draagt in positieve zin bij aan de sfeer en de veiligheidsbeleving. De veiligheidsbeleving komt vooral onder druk te staan als er weinig bezoekers zijn, en als een bepaald type bezoekers domineert (concreet gaat het om groepen jongens, verslaafden en dak- en thuislozen). Vrouwen voelen zich in het park vaker onveilig dan mannen, en voelen zich ’s avonds onveiliger dan overdag. Uit het onderzoek komt naar voren dat vooral vrouwen frequent uiteenlopende (indringende) vormen van seksuele intimidatie meemaken in het park. Het park heeft hierin een zekere reputatie opgebouwd. Aangrijpingspunten voor actie liggen vooral in het vriendelijker, aantrekkelijker en veiliger maken van het Zuiderpark voor vrouwen en het stimuleren van veel en een zo breed en divers mogelijk publiek.
Purpose – The purpose of this paper is to examine the prevalence of psychopathology including substance use disorders in a sample of detained female systematic offenders.Design/methodology/approach – All case files of female systematic offenders who had been subjected to a special court order for systematic offenders in the period 2004-2014 were studied. A total of 81 fairly complete case files were selected for the study. These were all systematic offenders as they had been sentenced for at least 25 offences with an average of 102 offences over a period of 17.5 years. Findings – All except one woman were addicted to substances in the past year, with an average duration of addiction of 21 years. In addition, 53 per cent were diagnosed with another DSM Axis I disorder and 73 per cent were diagnosed with a personality disorder. Furthermore, 32-59 per cent were found to haveintellectual dysfunctions. In total, 12 per cent had one type of the above disorders, 43 per cent two types, 31 per cent three types and 14 per cent all four types. The prevalence rates of these disorders were higher than those reported in other prison studies.Research limitations/implications – It is concluded that female systematic offenders can be characterised as problematic in many respects. Even in such a problematic group treatment can be provided.Originality/value – The present study is the only study that provides prevalence data of mental disorders among female systematic offenders.
De pilot ‘samenwerking justitie en sociaal domein gemeente Oss’ richt zich op inwoners uit de gemeente Oss die verdacht worden van een ZSM-waardig delict (een relatief licht strafbaar delict zoals diefstal, vernieling), behoefte hebben aan medische of psychische zorg en ondersteuning én bereid zijn mee te werken met de betrokken organisaties.
De pilot ‘samenwerking justitie en sociaal domein gemeente Oss’ richt zich op inwoners uit de gemeente Oss die verdacht worden van een ZSM-waardig delict (een relatief licht strafbaar delict zoals diefstal, vernieling), behoefte hebben aan medische of psychische zorg en ondersteuning én bereid zijn mee te werken met de betrokken organisaties.Doel We willen nagaan wat de meerwaarde is van de samenwerking tussen het justitieel en sociaal domein in de gemeente Oss voor het functioneren van mensen die worden verdacht van een ZSM-waardig delict, voor de begeleiding en ten aanzien van recidive. Resultaten Met het onderzoek willen we de ontwikkeling op verschillende leefgebieden nagaan, een beeld schetsen van de ervaring van de verschillende betrokkenen van de pilot ten aanzien van de begeleiding en tot slot in kaart brengen in hoeverre de pilot invloed heeft op recidive. Looptijd 01 november 2022 - 31 december 2025 Aanpak Bestuderen van verschillende projectdocumenten Het interviewen van sleutelpersonen van de verschillende deelnemende organisaties (o.a. reclassering, GGZ, welzijnsorganisatie(s), Raad voor de Kinderbescherming, OM en politie) Het interviewen van mensen die deelnemen aan de pilot en hun begeleider op drie momenten en met een controlegroep bestaande uit mensen die in een reclasseringstoezicht lopen in een andere regio Het doen van dossieronderzoek van de mensen die deelnemen aan de pilot en van de controlegroep Data-analyse: politiegegevens over nieuwe overlastmeldingen, aanhoudingen, aangiftes etc van de pilotgroep en de controlegroep