Het onderzoek is in mei 2005 van start gegaan met ongeveer dertig studenten. Ze hebben verschillende facetten, die met het begrip Pedagogische Sensitiviteit te maken hebben, in kaart gebracht. Het is de uitdaging om dit moeilijk te vangen begrip toch uit te lichten en daarmee een taal te ontwikkelen om met elkaar uit te wisselen. Onder andere door middel van mind mapping en verzamelen van materiaal, dat volgens de studenten met Pedagogische Sensitiviteit te maken heeft, is de groep tot een eerste begripsbepaling gekomen. Pedagogische Sensitiviteit wordt omschreven als: ongrijpbaar, relationeel, waardegeladen en persoonsgebonden. Ontvankelijkheid, gestemdheid en gerichtheid worden eveneens aan het begrip gekoppeld. Na de eerste verkennende fase is de groep opgesplitst in drie kleinere onderzoeksgroepen. Twee van deze groepen blijven zich richten op het verschijnsel Pedagogische Sensitiviteit in zijn totaal in relatie tot de te hanteren onderzoeksmethodologie. De ene groep werkt vooral met verhalen (narratieve analyse) en de tweede groep werkt meer beeldend en hanteert onder andere een visueel-antropologische analysemethode. De derde groep onderzoekt de betekenis van aanraken vanuit een fenomenologisch perspectief.
DOCUMENT
Anticipatory force planning during grasping is based on visual cues about the object’s physical properties and sensorimotor memories of previous actions with grasped objects. Vision can be used to estimate object mass based on the object size to identify and recall sensorimotor memories of previously manipulated objects. It is not known whether subjects can use density cues to identify the object’s center of mass (CM) and create compensatory moments in an anticipatory fashion during initial object lifts to prevent tilt. We asked subjects (n=8) to estimate CM location of visually symmetric objects of uniform densities (plastic or brass, symmetric CM) and non-uniform densities (mixture of plastic and brass, asymmetric CM). We then asked whether subjects can use density cues to scale fingertip forces when lifting the visually symmetric objects of uniform and non-uniform densities. Subjects were able to accurately estimate an object’s center of mass based on visual density cues. When the mass distribution was uniform, subjects could scale their fingertip forces in an anticipatory fashion based on the estimation. However, despite their ability to explicitly estimate CM location when object density was non-uniform, subjects were unable to scale their fingertip forces to create a compensatory moment and prevent tilt on initial lifts. Hefting object parts in the hand before the experiment did not affect this ability. This suggests a dichotomy between the ability to accurately identify the object’s CM location for objects with non-uniform density cues and the ability to utilize this information to correctly scale their fingertip forces. These results are discussed in the context of possible neural mechanisms underlying sensorimotor integration linking visual cues and anticipatory control of grasping.
LINK
Voor het project Zichtbaar slimmer, workshops datafysicalisatie en het vak HBO-ICT vak datavisualisatie zijn we op zoek gegaan naar interessante datafysicalisaties. Hiervoor hebben we een collectie van datafysicalisatie voorbeelden -het tastbaar maken van data- in kaart gebracht, waaronder een Information Physicalisation bord op Pinterest - https://www.pinterest.com/mekanis/information-physicalizationDeze bevat ook een Design canvas: Wat maakt een goede datafysicalisatie?Er blijkt namelijk veel behoefte aan voorbeelden om te helpen bij een beter begrip van datafysicalisatie en de praktische (ontwerp)aanpak.Datafysicalisatie draait om fysieke 3D representaties die je kunt beleven en aanraken, en gaat dus een stap verder dan datavisualisatie op plat 2D papier. Het tastbaar maken van informatie kan leiden tot meer inzicht (bijvoorbeeld hoeveel suikerklontjes er in bepaalde etenswaar zit), wat vervolgens weer kan leiden tot kritische discussie of gedragsverandering.
LINK
De EnergyBarn is een lokaal duurzaam multidisciplinair project tussen educatie, overheid en het bedrijfsleven. De EnergyBarn is bedoeld als publiekspunt waar ontwikkelingen kunnen worden getoond aan de maatschappij. De burger kan deze ontwikkelingen ontmoeten en aanraken. De Energy Barn wordt in opdracht van EnTranCe gebouwd met bijdragen van de partners.
DOCUMENT
In dit rapport heeft CELTH onderzocht wat de relatie is tussen tevredenheid en beleving, en in welke mate die beleving afhangt van specifieke momenten tijdens een dagje uit in dierentuinen. De resultaten die besproken worden in dit rapport geven inzicht in de verschillende manieren waarop dierentuinen beleefd worden. Daarnaast wordt duidelijk welke ontwerp attributen (touchpoints) bijdragen aan verschillende typen beleving. Dit rapport is daarmee de eerste belevingsbenchmark voor deze specifieke sector.
DOCUMENT
1e alinea: Sociale media en business spiritualiteit Social media triggert bij velen een integriteitsvraag, al is maar omdat via RRR (reputatie, ranking, review) veel van je besluiten en je acties voor anderen zichtbaar zijn. Het is niet toevallig dat tegelijk met de opkomst van social media en mobiele data ook prof. Paul de Blot zoveel gehoor vindt en business spiritualiteit als onderwerp naar boven komt. Los van RRR is het altijd zo, bij grote veranderingen, dat je opnieuw je houding over wat je wilt, wat je ervan vindt en hoe jij daarin staat, moet bepalen. Dat proces is nu rond het onderwerp 'hoe verdien ik mijn geld met sociale media' aan de gang.
LINK
Sociaal werkers ondersteunen kwetsbare burgers. Elke keer is dat zoeken wat voor deze mens in deze situatie passend is. Behalve door praktische en theoretische kennis en een methodische aanpak, laat een professional zich sturen door het perspectief en de waarden van het beroep. Voor sociaal werkers staat de waarde ‘sociale rechtvaardigheid’ centraal. In dit artikel verbind ik kwetsbaarheid als kenmerk van de doelgroep van sociaal werkers aan sociale rechtvaardigheid als richtinggevende waarde.
DOCUMENT
Het begrip levend verlies is in verband te brengen met de, soms moeizame, samenwerking tussen leerkrachten en ouders. Levend verlies is een term die de Belgische emeritus hoogleraar Rouw en Verlieskunde Keirse gaf aan verdriet om verlies dat nooit eindigt. Het is zijn vertaling van het begrip 'chronic sorrow'.
DOCUMENT
Dit onderzoek speelt zich af tegen het licht van een aantal belangrijke en veelomvattende maatschappelijke veranderingen, zoals geformuleerd in het recent verschenen rapport Meer van waarde van de Vereniging Hogescholen (2014): De door ontwikkeling van de netwerksamenleving De druk op de overheidsfinanciën De decentralisatie van sociaal beleid en de bijbehorende transities Deze veranderingen zijn van invloed op de ontwikkeling van de Social Worker en vragen om een actualisering van de professionele inzet. Met name het aansluiten bij de participatie en zelfregie van hulpvragers (zoals omschreven in ‘Meer van waarde’, 2014) vormt een aanknopingspunt voor studenten die zich vanuit eigen ervaring kunnen identificeren met hun cliënten. In toenemende mate ontstaat binnen het onderwijs ook de overtuiging dat het werken met eigen ervaring een plek moet krijgen in de beroepsopleiding. Ervaringskennis vormt een erkende derde kennisbron naast kennis uit theorie en praktijk. Deze en meer vormden de aanleiding om een verkenning te doen, welke studenten behoren tot de eerder benoemde groep (a), óf zij hun ervaringen willen inzetten in een beroeps/ opleidingskader (b) en wat zij aangeven nodig te hebben om hun ervaringen te bewerken (c).
DOCUMENT
Dit is een overzicht van methodieken, tools en handvatten om seksualiteit bespreekbaar te maken met jongeren.
DOCUMENT