Elke week sporten ruim twee miljoen kinderen met veel plezier, op school op de sportvereniging. Gewoon omdat ze het leuk vinden om samen te sporten, plezier te ervaren aan een spannende wedstrijd of het gevoel krijgen dat ze iets kunnen. Helaas kan niet ieder kind meedoen. Sommigen zijn motorisch niet vaardig genoeg waardoor ze niet goed mee kunnen doen of voortdurend het gevoel van falen hebben. Anderen hebben gedragsproblemen, worden bijvoorbeeld heel snel boos of snappen niet goed hoe ze samen moeten sporten. Hoe bezorg je ook deze groep kinderen plezier in sport?
De gemiddelde klas in het basisonderwijs telt wel een enig kind. Wat betekent dat voor de leerkracht? Moet je daar iets mee? En zo ja, wat dan? In dit artikel wordt achtergrondinformatie gegeven over enig kinderen en met name over wat dat betekent voor de opvoeding van enig kinderen. Omdat leerkrachten een belangrijke invloed kunnen hebben op de opvoeding van alle leerlingen in hun klas, ga ik ervan uit dat leerkrachten iets moeten met enig kinderen. Niet omdat zij zo anders zijn, maar omdat het hun taak is om ieder kind, ook het enig kind, goed te begeleiden zodat het zich optimaal kan ontwikkelen.
In Purmerend krijgen sociale professionals volop de gelegenheid om actieve buurtbewoners te betrekken in hun werk en informeel nabij te zijn. Zij krijgen een grote professionele handelingsvrijheid en laten de specifieke context de inhoud van hun werk bepalen. Vooralsnog kleeft er wel een nadeel aan: dit type werken blijkt niet voor iedere professional haalbaar of wenselijk.
LINK