Het lectoraat Management van Cultuurverandering, een onderzoeksgroep van de Hogeschool van Amsterdam, legt zich onder andere toe op theorievorming rond organisatieculturen. Onderdeel daarvan is onderzoek doen naar mindsets. De fundamentele ideeën hierover kunnen ook voor andere doeleinden gebruikt worden. Daarom dit stuk, het is een uitkomst van een denkexperiment. Google investeert in de ontwikkeling van mensachtige robots, humanoids. Echt op mensen gelijkende machines die geschikt zijn functies te vervullen in ons sociale leven. Google heeft besloten meerdere bedrijven voor dit doel op te kopen en een onderzoeksgroep hiervoor op te richten. In deze tekst wordt uiteengezet hoe de mentale structuur van een humanoid eruit kan zien. Mindsets gebruikt in de theorievorming van het lectoraat kunnen misschien dienst doen als mentaal besturingssysteem van humanoid gedrag.
DOCUMENT
In deze rapportage schetsen we praktijkvoorbeelden van activiteiten en samenwerkingsrelaties die binnen de bredeschoolcontext tot stand zijn gekomen. Het is geen uitputtend overzicht van wat goed gaat op de ABC-scholen, maar een selectie, die duidelijk maakt op welke manier de samenwerking tussen partijen uitwerkt op kinderen en hun opgroeien. De gekozen onderzoeksmethoden maakten het mogelijk om de bredeschoolpraktijken van meerdere kanten te belichten. Dit levert een veelzijdig beeld op: enerzijds bracht het traject kennis over de complexiteit van de samenwerking binnen de brede school; anderzijds verkregen we inzicht in de wijze waarop opbrengsten in beeld kunnen worden gebracht. Het doel van deze rapportage is te beschrijven hoe brede scholen vanuit hun visie en binnen gestelde kaders kunnen laten zien wat een goede brede school is.
DOCUMENT
HBO-opleidingen worden steeds taliger: veel opdrachten worden uitgevoerd in werkgroepen en afgesloten met een presentatie, een mondeling of schriftelijk verslag. Studenten volgen hun eigen ontwikkeling door middel van het schrijven van portfolios en reflectieverslagen. Zo is in de tweedegraadsopleidingen van Instituut Archimedes de Werk-Ervarings-Reflectielijn een centrale en tegelijk zeer talig onderdeel van de studie geworden. Bij het werken aan opdrachten in deze curricula moet de student voortdurend zijn kennis van de inhoud in relatie met taal- en studievaardigheden inzetten. Het contact met opleiders is intussen in de nieuwe opleidingsprogrammas afgenomen ten gunste van de zelfwerkzaamheid, individueel of in werkgroepen. Een scherp oog van opleiders voor de eisen aan communicatieve en reflectieve vaardigheden van studenten is van groot belang. Hoe gaat dit reflecteren in de WER-lijn studenten af en waar liggen mogelijkheden voor begeleiders om hen daarbij te ondersteunen? Uit eerder onderzoek van ons lectoraat bleek dat het nieuwe onderwijsconcept voor een deel van de allochtone studenten tot struikelblokken leidt (zie o.a. José Beijers publicaties), zoals in het reflecteren in de opleiding. Maar waarin zit dan het probleem? Empirische gegevens ontbraken. Gemma Barendregt beoogde licht te laten schijnen op de specifieke begeleidingsbehoeften van studenten met een niet-Nederlandse achtergrond, met name in de genoemde Werk-Ervarings-Reflectielijn van de tweedegraadsopleidingen. Hierbij hanteerde Gemma vanuit haar achtergrond als psycholoog het begrip Themagecentreerde Interactie. Het bleek een hele klus om het werken in deze WER-lijn in het algemeen systematisch in beeld te brengen. De verkennende studie geeft daardoor nog geen antwoord op de vraag naar etnische diversiteit en het opleidingsconcept maar is wel in een multiculturele context uitgevoerd. Met haar beschrijving geeft Gemma een aanzet tot systematischer studie van deze WER-activiteiten waarbinnen ook studentfactoren verder in beeld gebracht kunnen gaan worden.
DOCUMENT