Dit onderzoeksrapport beschrijft de resultaten van een compact, reflectief onderzoek naar de academische werkplaatsen beroepsonderwijs van het lectoraat Beroepsonderwijs, Kenniscentrum Leren en Innoveren (Hogeschool Utrecht).
DOCUMENT
Deze handreiking bevat hulpmiddelen voor onderzoekers, beleidsmedewerkers, onderwijsprofessionals en praktijkprofessionals die samenwerken in academische werkplaatsen om te reflecteren op de werkplaats en waar nodig een volgende stap te zetten.
DOCUMENT
Kenniscentrum Educatie rapportnummer 16-03 In de regio Utrecht-Amersfoort hebben vijf academische basisscholen vanaf het schooljaar 2012-2013 deelgenomen aan het vierjarige schoolverbeteringsproject: het Academische Opleidingsscholen project (AOS-project). Het uiteindelijke doel van het project was de scholen te leren systematisch en doelgericht te werken aan schoolontwikkeling. Om dit doel te realiseren is nauw samengewerkt tussen het kenniscentrum van de Hogeschool Utrecht, Instituut Theo Tijssen, het bestuur en de scholen. Deze rapportage is een bijlage bij het onderzoeksrapport dat verschenen is over het project: Op basis van data de schoolontwikkelingsagenda bepalen (2016). In deze rapportage zijn de vijf casebeschrijvingen opgenomen, die zijn geschreven door de coördinatoren van de deelnemende scholen in samenwerking met een docent van de Hogeschool Utrecht. Het doel van de casebeschrijvingen is om zicht te krijgen op het verloop van het implementatieproces op de individuele scholen. Iedere school beschrijft de resultaten die zijn behaald, de successen die zijn geboekt, maar ook de knelpunten die ze hebben ervaren tijdens de uitvoering van het project op de school.
DOCUMENT
In veel landen is er een toenemende aandacht voor het verbeteren van de kwaliteit van leraren. Scholen moeten daarom een optimaal leerklimaat creëren dat leraren stimuleert zichzelf professioneel te blijven ontwikkelen. Hiervoor is een bepaalde grondhouding bij leraren vereist, een zogenoemde academische houding. Gebaseerd op een literatuurstudie en data uit interviews beschouwen we de volgende kenmerken als belangrijke onderdelen van een academische houding. Naast een onderzoekende houding, een reflectieve houding, professionele nieuwsgierigheid, is ook het voortdurend zoeken naar mogelijkheden om de eigen praktijk te verbeteren, een onderdeel van de academische houding. De studie die we in deze paper presenteren is onderdeel van een promotieproject waarbij de focus ligt op de ontwikkeling van een academische houding van leraren in het basisonderwijs. In dit deelonderzoek staan de volgende hoofdvragen centraal: (1) welke professionele ontwikkelingsactiviteiten ondernemen leraren en (2) welke factoren en actoren zijn van invloed hierop volgens leraren en schoolleiders. Door middel van diepte-interviews zijn data verzameld onder 26 respondenten van 4 basisscholen. Deze scholen participeren in het project 'Academische Basisschool', waarbij professionele ontwikkeling van leraren en het ontwikkelen van een professionele cultuur op school belangrijke doelen zijn. De resultaten laten zien dat leraren van veel verschillende activiteiten leren. Informele activiteiten worden hierbij vaker genoemd dan formele activiteiten. Leraren geven in het bijzonder weer dat zij veel leren door interactie en samenwerking met collega's. Hoewel een onderzoekende houding één van de belangrijkste kenmerken van een academische houding is, worden onderzoeksactiviteiten nauwelijks als manier genoemd om professionele ontwikkeling te bewerkstelligen. De resultaten laten daarnaast zien dat schoolleiders een belangrijke rol spelen bij het stimuleren en faciliteren van leraren in het leren van en met elkaar.
DOCUMENT
Academisch geschoolde leerkrachten kunnen in het primair onderwijs op allerlei manieren bijdragen. Scholen maken echter nog onvoldoende gebruik van hun kennis en kunde. Dit project richt zich op de ontwikkeling van een gemeenschap van studenten en opleiders met de focus op het vergroten van de onderzoekende cultuur binnen de opleidingsscholen en -instituten.
MULTIFILE
Om de brug te kunnen slaan tussen onderzoek en praktijk hebben twee ministeries academische werkplaatsen opgericht. Een academische werkplaats is een samenwerkingsverband tussen een praktijkinstelling en een hogeschool of universiteit. De praktijkinstelling krijgt toegang tot onderzoeksresultaten en haar methode en aanpak kunnen wetenschappelijk worden getoetst. Andersom kunnen hogescholen en universiteiten de opgedane kennis toepassen met hulp van de praktijk instelling. Er zijn drie academische werkplaatsen (Amsterdam, Tilburg en Rotterdam), waar professionals, jeugdorganisaties, gemeenten, universiteiten en hogescholen samenwerken aan de ontwikkeling van praktische en bewezen effectieve aanpakken in het bereik van etnische doelgroepen. De academische werkplaats in Rotterdam draagt de naam DWARS: Diversiteit vraagt om kennis en vakmanschap in de Werkplaats voor Academische vorming in de Rotterdamse Stadsregio. DWARS is een netwerkorganisatie, waarin kennis en vakmanschap worden gedeeld tussen doelgroep, praktijk, onderzoek, onderwijs en beleid.
DOCUMENT
Deze vier artikelen uit verschillende hoeken van de HU illustreren uiteenlopende ervaringen met de koppeling tussen onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk. Uit hun verhalen blijkt dat deze verbindingen steeds meer vorm krijgen en dat de ervaringen met de HU als kennisinstelling vooral positief zin. Uitgegeven op het HU onderwijscongres 2008 als Passie & Precisie deel 02.
DOCUMENT
Vanuit identiteitstheorieën richt dit onderzoek zich op de identiteitsontwikkeling van jongeren en het maken van keuzes, in het bijzonder de studiekeuze.
MULTIFILE
De onderzoekslijnen Studiesucces en Diversiteit voeren momenteel een langdurige kwalitatieve studie uit naar studenten en hun ervaringen met het (online) hoger onderwijs. De studie richt zich op vraagstukken rondom sociale en academische binding, motivatie, studentenwelzijn en gelijke kansen. In juni en november 2020 110 geïnterviewd. In deze infographic delen we de eerste resultaten van deze laatste studie. Studenten missen de gezelligheid en structuur van school. Ze hebben behoefte aan contact en vinden het lastig om gemotiveerd te blijven. Thuis studeren vraagt veel energie en zelfdiscipline. Studenten zijn thuis sneller afgeleid en hebben meer moeite met hun concentratie. De voorlopige resultaten lijken de aanname te bevestigen dat samen studeren motiveert. Naast ervaringen is ook gevraagd naar tips om het welzijn en de betrokkenheid van studenten te vergroten.
MULTIFILE
Geef jouw onderwijskracht een richting: kies de daltonvariant. Met deze aanmoediging aan studenten om zich in te schrijven als deelnemer aan de studievariant daltononderwijs begon ik in 2002 mijn carrière als daltoncoördinator van de Theo Thijssen Academie, de opleiding voor leraar primair onderwijs van de Hogeschool van Utrecht. Het werven van studenten was mijn eerste, concrete karwei van wat vervolgens een reeks van boeiende en afwisselende activiteiten zou worden - om, zoals de directeur van de Theo Thijssen Academie het verwoordde, de daltonvariant op de kaart te zetten en te voorzien van academische verdieping. Inmiddels zijn we drieënhalf jaar verder, heet de opleiding nu Instituut Theo Thijssen van de Hogeschool Utrecht1 en realiseren wij vanuit ons daltonexpertisecentrum naast de daltonvariant een breed spectrum aan activiteiten en diensten op het gebied van daltononderwijs. In dit artikel beschrijf ik allereerst hoe de kerntaak daltonvariant in zo tamelijk korte tijd kon uitgroeien tot het taakgebied daltonexpertisecentrum, als opmaat naar het overzicht van activiteiten die in 2005 werden ontplooid in het kader van de relatie van het daltonexpertisecentrum met het lectoraat Vernieuwende Opleidingsmethodiek en -didactiek. Nadat ik hiermee het lectoraat heb geïntroduceerd, ga ik in op enkele actuele projecten, die op basis van samenwerking tussen het daltonexpertisecentrum en het lectoraat in 2006 hun beslag zullen krijgen. Ik verwacht met deze rondleiding langs de kritische gebeurtenissen in het groeiverhaal van het daltonexpertisecentrum - en daarmee nauw verbonden mijn eigen ontwikkeling op daltongebied - te kunnen motiveren dat de tijd rijp is voor initiatieven ten behoeve van een onderzoeksprogramma op het gebied van daltononderwijs. In de afsluitende paragraaf van dit artikel zal ik hiertoe enkele suggesties uitwerken.
DOCUMENT