Dit onderzoeksrapport beschrijft de resultaten van een compact, reflectief onderzoek naar de academische werkplaatsen beroepsonderwijs van het lectoraat Beroepsonderwijs, Kenniscentrum Leren en Innoveren (Hogeschool Utrecht).
DOCUMENT
Deze handreiking bevat hulpmiddelen voor onderzoekers, beleidsmedewerkers, onderwijsprofessionals en praktijkprofessionals die samenwerken in academische werkplaatsen om te reflecteren op de werkplaats en waar nodig een volgende stap te zetten.
DOCUMENT
In de afgelopen jaren is veel kennis opgebouwd en zijn instrumenten ontwikkeld rond het beter ondersteunen van gezinnen met een migratieachtergrond, of andere ouders en jeugdigen die soms ver afstaan van vormen van opvoedondersteuning. Deze gereedschapskist biedt een overzicht van dit soort kennis en instrumenten en verwijzingen naar waar deze te vinden zijn. Het aanbod is ontwikkeld in vier Academische Werkplaatsen, gefinancierd door ZonMw.
DOCUMENT
Iselinge Hogeschool wil de Impuls 2020 aanwenden voor behoud en versterking van de Academische Werkplaats Oost-Gelderland (AWOG). Binnen de AWOG wordt gewerkt aan onderwijsvraagstukken in netwerken – werkplaatsen genaamd. Werkplaatsdeelnemers in de driehoek student - educatief professional - docentonderzoeker verrichten praktijkgericht onderwijsonderzoek dat leidt tot kennisontwikkeling en innovatie van het werkveld en het hogeschoolcurriculum. Het oogmerk van de AWOG is toekomstgericht onderwijs. Dit wordt in de onderzoeksprogrammering van Iselinge Hogeschool geconcretiseerd in onderwijsontwerpen op vier thema’s: onderwijsontwikkeling in de regio, innovatieve didactieken, digitale geletterdheid en pedagogische sensitiviteit. Centraal staan het verbinden van professionals in het educatieve domein, het ontwikkelen van kennis en concrete tools die toekomstgericht onderwijs mogelijk maken én het delen hiervan. Om het verbinden, ontwikkelen en delen in de AWOG een impuls te geven, wil Iselinge Hogeschool toewerken naar een digitaal open-science-platform waarop kennisproducten en concrete opbrengsten op het gebied van netwerkleren en toekomstgericht onderwijs toegankelijk zijn voor professionals in het educatieve domein. Om dit doel te bereiken, bouwen we voort op ‘good practices’ voortgekomen uit de coronacrisis. Iselinge Hogeschool heeft recent onderzoek uitgevoerd naar afstandsleren in de regio Achterhoek tijdens de lockdown. Hieruit komt onder andere naar voren dat professionals in het educatieve domein behoefte hebben aan verruiming van blended samenwerkingsmogelijkheden met partners en de mogelijkheid om nieuwe kennis en tools laagdrempelig met elkaar te delen. Daartoe heeft Iselinge Hogeschool een digitaal systeem nodig dat blended samenwerking binnen de AWOG ondersteunt. Dit systeem moet passen bij de bestaande digitale infrastructuur van de hogeschool. De snelle ontwikkeling van leren en samenwerken op afstand geeft ons de bouwstenen om nieuwe, efficiënte manieren van blended samenwerken te realiseren. De besteding van de Impulsgelden versnelt en ondersteunt de positie van Iselinge Hogeschool als kennisinstelling in de regio op het gebied van leven lang ontwikkelen in het educatieve domein.
In de Nederlandse samenleving worden mensen opgeroepen om naar eigen vermogen zo volwaardig, zelfstandig en gelijkwaardig mogelijk mee te doen. Mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) hebben hier steun bij nodig. Zonder ondersteuning is er kans dat zij stil komen te staan in hun ontwikkeling of is er zelfs sprake van achteruitgang en lukt het niet om het eigen vermogen goed in te zetten en volledig te benutten. Op dit moment wordt er bij mensen met een LVB niet structureel ingezet op doorontwikkeling na het 18e levensjaar. Er zijn geen structurele vervolgonderwijs mogelijkheden en op de werkplek of dagbesteding krijgt (door)ontwikkeling niet structureel de aandacht. Professionals merken dat zij kennis en vaardigheden missen om ontwikkelingsgericht te begeleiden. Bij ontwikkelingsgericht begeleiden wordt ontwikkeling en zelfstandigheid gestimuleerd, aansluitend bij de mogelijkheden en de situatie van een persoon. Het gaat hierbij om het bevorderen van autonomie en vaardigheden voor het leven van alledag. Tevens vinden professionals het moeilijk om een passend leeraanbod te vinden dat aansluit bij mogelijkheden van de doelgroep. Onze centrale vraag luidt: Op welke wijze kan een meer ontwikkelingsgericht klimaat worden gecreëerd rondom begeleiding van volwassenen met een LVB en welk leeraanbod sluit aan bij behoeften en mogelijkheden van deze groep? We verzamelen kennis over ontwikkelingsgericht begeleiden en bestaande succesvolle initiatieven om deze vervolgens om te zetten in praktische handvatten. Daarnaast wordt met een aantal (zorg)organisaties middels actieleertrajecten onderzocht hoe binnen de eigen organisatie het ontwikkelingsgericht begeleiden (meer) toegepast kan worden. Het onderzoek wordt uitgevoerd binnen een breed en divers samenwerkingsverband van publieke- en private partijen; Hogescholen, Universiteit, academische werkplaatsen, praktijkonderwijs, speciaal onderwijs, zorgorganisaties, belangenverenigingen en ervaringsdeskundigen. Dit project draagt bij aan de handelingsbekwaamheid van professionals ten bate van een inclusieve samenleving, met veerkrachtige mensen die meedoen en hun talenten in de samenleving kunnen inzetten.
Basisscholen van samenwerkingsverbanden RIBA en BLICK op onderwijs en ScholenNetwerk BSI verenigen zich in hun zorgen over problematische vriendschapsdynamieken tussen bovenbouwmeisjes en de negatieve impact op hun emotioneel welzijn en schoolfunctioneren. Schoolprofessionals en ouders zien dat sommige meisjesvriendschappen worden gekenmerkt door weinig onderling vertrouwen, weinig stabiliteit en ruzies. Zij zijn verontrust over de negatieve emoties die deze vriendschapsdynamieken bij meisjes veroorzaken. Het baart hen zorgen dat sommige meisjes deze emoties vervolgens excessief bespreken met vriendinnen (co-rumineren), wat hun emotioneel welzijn en schoolfunctioneren verder aantast. Dochters van ouders met een chronische fysieke beperking lijken deze vriendschapsproblematiek bovengemiddeld te ervaren. Schoolprofessionals ervaren ernstige handelingsverlegenheid bij het voorkomen en doorbreken van dit negatieve ontwikkelpad. Zij missen een interventieprogramma waarmee meisjes systematisch en effectief begeleid kunnen worden bij het opbouwen en onderhouden van positieve vriendschapsrelaties. Met voorliggend project werken we aan dit interventieprogramma. Via (1) analyses op bestaande data verkrijgen wij eerste inzichten in verbanden tussen vriendschapsdynamieken, emotioneel welzijn en schoolfunctioneren bij bovenbouwmeisjes. Met (2) een dagboekstudie brengen wij de aard van real-life en online vriendschapsdynamieken tussen bovenbouwmeisjes in kaart. Middels (3) een longitudinale observatiestudie onder vriendinnenkoppels observeren wij microprocessen van co-rumineren. In deelstudies 2 en 3 toetsen wij verbanden met emotioneel welzijn en schoolfunctioneren. We includeren hiertoe een potentieel hoog-risicogroep (dochters van ouders met fysieke beperking) en gemiddeld-risicogroep (dochters van ouders zonder beperking). We (4a) benutten de resultaten van deze deelstudies om via co-creatie/co-design tussen wetenschappelijk-klinische experts, schoolprofessionals, ouders en meisjes een gepersonaliseerd, blended eHealth interventieprogramma te ontwikkelen. We (4b) ondersteunen scholen bij de implementatie van dit programma en (5) onderzoeken de gebruiksvriendelijkheid en effectiviteit middels een Cluster Randomized Trial. De onderzoeksresultaten worden ingebed in de curricula van betrokken opleidingsinstituten en worden via een Kennisknooppunt en aangesloten Academische Werkplaatsen, Centrum voor Jeugd en Gezin en patiëntenorganisaties landelijk toegankelijk en toepasbaar gemaakt voor basisscholen.