In dit rapport wordt verslag gedaan van een onderzoek naar aanpassingen in brieven die uit worden gestuurd naar huurders met een betalingsachterstand bij woonstichting De Key. Het doel van het onderzoek was om na te gaan welke aanpassingen effectief zijn in het stimuleren van huurders met een betalings-achterstand om contact op te nemen met De Key. Er is hiervoor gekeken naar de effecten van versimpeling en framing. In dit rapport komen de resultaten van twee experimenten en interviews met huurders, medewerkers van De Key en een deurwaarder over de aangepaste communicatiestrategie aan de orde.
Werk jij als vakleerkracht al samen met de intern begeleider van de school? Weet jij wat deze professional voor jou kan betekenen? En is er een jeugdarts betrokken als een kind een ernstige motorische achterstand heeft? In Amsterdam is er een samenwerking tussen de zorgprofessionals en de professionals op basisscholen die meedoen aan de Ondersteuningsroute Bewegen en Motoriek (OBM). In dit verhaal lees je welke meerwaarde deze samenwerking heeft en kom je op ideeën hoe jij op die manier als vakleerkracht ook bewegingsachterstanden kan tegengaan.
Er zijn steeds meer kinderen die te dik zijn en te weinig bewegen. Ook zijn er steeds meer kinderen met een motorische achterstand. Op allerlei manieren wordt hier aandacht aan besteed. Wat zijn de trends rondom gezondheid? En wat is het belang van de ontwikkeling van motorische vaardigheden en de wijze waarop de motorische ontwikkeling gemonitord kan worden in de lichamelijke opvoeding?
Wereldwijd wordt taal dé indicator genoemd van het welbevinden van kinderen. Een niet goed verlopende taalontwikkeling heeft grote impact op het emotioneel welbevinden van kinderen. Ongeveer 7% van alle kinderen heeft een taalontwikkelingsstoornis. Taalontwikkelingsstoornissen gaan vaak gepaard met andere ontwikkelingsproblemen. Taalexperts zien vaak motorische problemen bij kinderen met taalontwikkelingsstoornissen. Aan de andere kant zien bewegingsexperts vaak taalproblemen bij kinderen met motorische stoornissen. Kinderen met taalstoornissen én motorische stoornissen hebben een dubbele handicap; schoolse, sociale en fysieke activiteiten vormen een uitdaging. Vroege identificatie en behandeling van kinderen met taal- en motorische stoornissen is van cruciaal belang om hun kansen op maatschappelijke participatie te vergroten. Taalstoornissen en motorische stoornissen kunnen al goed worden opgespoord. Echter, taalexperts en bewegingsexperts geven aan handvatten nodig te hebben om in een vroeg stadium onderscheid te kunnen maken tussen hardnekkige neurologische stoornissen en tijdelijke achterstanden in taal en motoriek. Het maken van dit onderscheid is belangrijk voor de keuze van het juiste zorgtraject. De verwachting is dat taalproblemen in combinatie met motorische problemen kan duiden op een onderliggende neurologische stoornis. Deze informatie zou zowel taalexperts als bewegingsexperts in staat kunnen stellen om al voor het vijfde levensjaarjaar een neurologische ontwikkelingsstoornis in taal en/of motoriek te identificeren en te onderscheiden van niet-neurologische taal- en motorische achterstanden. De missie van BEPTOS is om samen met taalexperts en bewegingsexperts een vroegere diagnose van taal- en motorische stoornissen mogelijk te maken, zodat de juiste zorg kan worden ingezet en de kans op maatschappelijke participatie van jonge kinderen vergroot kan worden. Deze missie sluit aan bij NWA-route Jeugd in ontwikkeling bij het Thema Gezondheid & Zorg en het geven van een kansrijke start aan kinderen met behulp van een interprofessionele gezondheidsaanpak.
Bijna 40 procent van de huishoudens geeft aan dat zij moeilijk rondkomt (Nibud, 2018). Huishoudens met betalingsachterstanden hebben regelmatig te maken met incassoafdelingen en gerechtsdeurwaarders. Op dat moment is het van belang dat er een passende betalingsregeling wordt getroffen. Een zorgvuldige en verantwoorde incasso is ook een belangrijke pijler van de Brede schuldenaanpak. Tegelijkertijd zijn er aanwijzingen dat het geen vanzelfsprekendheid is dat schuldeisers inzetten op een betalingsregeling die de schuldenaar na kan komen.Doel In opdracht van het WODC willen we met dit onderzoek factoren die het tot stand komen van betalingsregelingen in de private markt belemmeren of juist bevorderen identificeren. Resultaten Dit onderzoek heeft geleid tot aanbevelingen over: het bevorderen van betalingsregelingen in de private sector en; hoe de Nederlandse wetgeving en het overheidsbeleid de totstandkoming van betalingsregelingen kan bevorderen. Looptijd 01 december 2019 - 30 juni 2020 Aanpak Het onderzoek geeft inzicht in de perspectieven van schuldeisers (desk research en interviews met de meest belangrijke schuldeisers), hulpverleners (observationele data van en interviews met sociale raadslieden) en de rechterlijke macht (desk research naar wettelijke kaders, jurisprudentie en interviews met rechters). Dit onderzoek hebben wij uitgevoerd in samenwerking met Panteia, Sociaal Werk Nederland en Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden. Impact op de beroepspraktijk Dit onderzoek geeft beleidsmakers handvaten over het bevorderen van betalingsregelingen. Het onderwijs en de beroepspraktijk krijgt inzicht in de factoren die de totstandkoming van betalingsregelingen beïnvloeden.
Taalexperts zien vaak motorische problemen bij kinderen met taalontwikkelingsstoornissen. Aan de andere kant zien bewegingsexperts vaak taalproblemen bij kinderen met motorisch stoornissen. Kinderen met taalstoornissen én motorische stoornissen hebben een dubbele handicap. Vroege identificatie en behandeling van kinderen met taal- en motorische stoornissen is van cruciaal belang om hun kansen op maatschappelijke participatie te vergroten.Taalstoornissen en motorische stoornissen kunnen al goed worden opgespoord. Echter, taalexperts en bewegingsexperts geven aan handvatten nodig te hebben om in een vroeg stadium onderscheid te kunnen maken tussen hardnekkige neurologische stoornissen en tijdelijke achterstanden in taal en motoriek. Het maken van dit onderscheid is belangrijk voor de keuze van het juiste zorgtraject.De verwachting is dat taalproblemen in combinatie met motorische problemen kan duiden op een onderliggende neurologische stoornis. Deze informatie zou zowel taalexperts als bewegingsexperts in staat kunnen stellen om al voor het vijfde levensjaar een neurologische ontwikkelingsstoornis in taal en/of motoriek te identificeren en te onderscheiden van niet-neurologische taal- en motorische achterstanden.