Uit de publicatie: "Dit artikel beschrijft het ontwikkelproces van een telemetriesysteem om de loopactiviteiten van mensen na een beroerte betrouwbaar te meten en hierover feedback te geven aan de patiënt en de fysiotherapeut op afstand. Het FESTA (FEedback to STimulate Activity)-systeem bestaat uit een accelerometer en een intelligent docking station. De patiënt moet overdag de accelerometer op de onderrug dragen en ’s avonds in het docking station plaatsen. Het docking station berekent uit de meetgegevens een aantal loopparameters en vergelijkt deze met het door de fysiotherapeut gestelde doel. De informatie wordt per e-mail naar de fysiotherapeut gestuurd en de patiënt ontvangt motiverende feedback op een display. De eerste reacties van de gebruikers op het prototype zijn positief, ook al valt er nog wel wat te verbeteren."
LINK
Beschrijving van het gebruik van een activiteitenmonitor bij patiënten in de poliklinische revalidatiezorg, met als doel meer objectieve uitspraken te kunnen doen over het beweeggedrag van de patiënt.
DOCUMENT
Het schooljaar 2011-2012 wordt gezien als de beginfase van de Haagse Aanpak Gezond Gewicht (HAGG) in de wijk Bouwlust/Vrederust. Tijdens deze fase is onderzoek verricht naar het bereik, adoptie en effect van de activiteiten van de HAGG. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van een activiteitenmonitor, interviews met kinderen, ouders en scholen en observatiegegevens van de consumptie van eten/drinken tijdens de ochtendpauze. In totaal zijn twaalf activiteiten georganiseerd gericht op het eten van fruit, het drinken van water of bewegen. De activiteiten hebben met name de doelgroep in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar kunnen bereiken. De mate van participatie van wijkpartners in de HAGG activiteiten verschilt per thema, waarbij de participatie voor het thema water het grootste was. Door het instellen van een fruit- of watermoment lijkt het mogelijk om gezond gedrag te stimuleren tijdens schooltijd. ABSTRACT The 2011-12 school year is seen as the initiation phase of "HAGG", the Dutch Healthy Weight community programme in the city of The Hague. During the initiation phase of the programme, data were collected on reach, adoption and effectiveness of the HAGG activities, using an activity database, interviews among children, parents, and schools and observational data on fruit and water consumption during school time. In total, twelve activities were organized. The activities were directed towards fruit consumption, water consumption or physical activity. The activities reached the target population in the age of 4-13 years, especially. At the community level the degree of participation of different community partners was the highest for the drinking water activities. Fruit and drinking water breaks are likely to increase fruit and water consumption during school time.
DOCUMENT
Computational thinking (CT) wordt beschouwd als een van de 21e-eeuwse vaardigheden. Zoals de term doet vermoeden, heeft CT raakvlakken met zowel digitale vaardigheden als denkvaardigheden (SLO, 2019; Hotze & Keijzer, 2018). Het afgelopen decennium is groeiende aandacht ontstaan voor CT in het basis- en voortgezet onderwijs (o.a. Luyten, Veen, & Meelissen, 2015; KNAW, 2012). Echter, in het pabocurriculum wint CT maar mondjesmaat terrein, waardoor aanstaande leerkrachten onvoldoende worden voorbereid op het toepassen van CT in hun onderwijspraktijk. Ook onderzoek naar CT richt zich met name op basis- en voortgezet onderwijs (o.a. Voogt, Brand-Gruwel, & Van Strien, 2017), terwijl aandacht voor CT op lerarenopleidingen achterblijft. Initiatieven tot curriculumontwikkeling vanuit curriculum.nu (2018) benoemen CT als onderdeel van een toekomstbestendig curriculum. Het is daarom van belang dat onderzoek een brug slaat tussen de veranderende beroepspraktijk van basisschoolleerkrachten en het pabocurriculum. Dit postdoconderzoek beschrijft een gezamenlijke inspanning van twee pabo’s binnen samenwerkingsverband Radiant om CT in te bedden in het pabocurriculum; de vakgebieden rekenen-wiskunde en W&T dienen hierbij als vakinhoudelijke context. Onderzoek in theorie en praktijk geeft nieuwe inzichten in de manier waarop CT in het pabocurriculum voorkomt en in de kennis, vaardigheden en houding van pabodocenten, pabostudenten en basisschoolleerkrachten op het gebied van CT. Tevens levert dit onderzoek ontwerpcriteria op voor concreet onderwijsmateriaal evenals aanbevelingen die toegepast kunnen worden in het pabocurriculum. Deze aanbevelingen en ontwerpcriteria leiden tot ontwerponderzoek op twee lagen: er worden lessen ontworpen voor het pabocurriculum en voor de basisschool door middel van lesson study, waarbij het gezamenlijk ontwerpen en analyseren van leeropbrengsten centraal staat. Op basis hiervan worden best practices in kaart gebracht. Beoogde opbrengst van het postdoconderzoek is kennisontwikkeling op het gebied van CT op pabo’s en een digitale omgeving waar pabodocenten praktische handvatten kunnen vinden om CT onderdeel te maken van hun onderwijs.
Bewegen is essentieel voor alle kinderen, zowel kinderen die zich normaal ontwikkelen als voor kinderen met beperkingen. Kinderfysiotherapeuten ondersteunen kinderen met problemen in het bewegen met als doel participatie in dagelijkse beweegactiviteiten te verbeteren. Zij kunnen op dit moment het beweegniveau van kinderen (met en zonder beperking) niet goed meten.
Bewegen is essentieel voor alle kinderen, zowel kinderen die zich normaal ontwikkelen als voor kinderen met beperkingen. Kinderfysiotherapeuten ondersteunen kinderen met problemen in het bewegen met als doel participatie in dagelijkse beweegactiviteiten te verbeteren. Zij kunnen op dit moment het beweegniveau van kinderen (met en zonder beperking) niet goed meten.Doel Hoofddoel van dit onderzoek is het in staat stellen van kinderfysiotherapeuten (middels co-design) om bewegen van kinderen (met en zonder beperkingen) objectief te monitoren binnen de dagelijkse praktijk. Resultaten Een valide activiteitenmonitor voor kinderen met en zonder beperking. Een webapplicatie zodat informatie uit de activiteitenmonitor toegankelijk en praktisch bruikbaar is voor kinderfysiotherapeuten, kinderen en ouders. Overzicht van facilitators en barrières voor gebruik van activiteitenmonitoring binnen de kinderfysiotherapie. Praktische tools (zoals scholing en instructiemateriaal) om barrières voor gebruik te verhelpen. Looptijd 01 januari 2021 - 31 december 2022 Aanpak Binnen dit project werken we middels co-design met ontwerpers, onderzoekers en belangrijke stakeholders (zoals kinderfysiotherapeuten, kinderen, ouders) samen. We starten met kwalitatief onderzoek middels interviews en context mapping. Daarna ontwikkelen we de webapplicatie en praktische tools middels co-creatiesessies en designsprints, waarbij nauw wordt samengewerkt met diverse proeftuinen. Aan het einde voeren we een feasibilitystudie uit. Impact Bewegen is essentieel voor alle opgroeiende kinderen, zowel kinderen die zich normaal ontwikkelen als voor kinderen met een beperking. Bewegen heeft aantoonbaar positieve effecten op de gezondheid en de fysieke, psychosociale en cognitieve ontwikkeling. Objectieve monitoring (middels een activiteitenmonitor) van beweegactiviteiten is belangrijk. Subjectief monitoren, bijvoorbeeld via vragenlijsten, overschat de totale beweegactiviteiten en geeft de kinderfysiotherapeut geen betrouwbaar beeld. Vooralsnog is er voor kinderfysiotherapeuten geen objectief en makkelijk inzetbaar instrument beschikbaar om te monitoren hoeveel kinderen (met en zonder beperking) bewegen. Daarom is het niet mogelijk om kinderen en ouders betrouwbaar inzicht te geven in hoeveel kinderen bewegen, om daarop behandelingen af te stemmen en om interventies te evalueren. Dit project is gekoppeld aan de projecten Wat Beweegt Jou?! en Ontwikkelen van een activiteitenmonitor voor kinderen met een beperking.