Een van de belangrijkste maatschappelijke issues is de jeugdcultuur. Jeugdcultuur raakt het ontwikkelingspsychologisch begrip adolescentie. Wat de adolescentie precies is blijft echter vaak in nevelen gehuld. Een belangrijke reden daarvoor is dat er nog steeds weinig interdisciplinair wordt gewerkt. De onderzoeken die gedaan worden zijn vaak te vakspecifiek (psychologisch, sociologisch, psychiatrisch enzovoort) en daardoor beperkt inzichtgevend in deze complexe biografische fase. Daarnaast wordt nog (1) te veel gezocht naar het algemene en te weinig naar het specifieke, (2) te veel naar het generieke en te weinig naar het unieke, (3) te veel naar het uniforme en te weinig naar het opmerkelijke en (4) te veel naar het instrumentele en te weinig naar het culturele. Postmoderne onderzoek, zoals gehanteerd binnen ASCA, wordt slechts sporadisch gebruikt op dit maatschappelijk zeer belangrijke onderzoekgebied (een positieve uitzondering is de socioloog Dick Hebdidge). Dit feit roept om nieuw onderzoek, dat leidt tot een sprekend, herkenbaar, pluriform, afwijkend en poëtisch beeld van de adolescent.
DOCUMENT
De vraag die centraal staat in dit hoofdstuk is: hoe kan worden verklaard waarom zoveel adolescenten beginnen met het plegen van delicten? Bij de behandeling van deze vraag worden zijdelings persoonlijkheidskenmerken en omgevingsfactoren genoemd die van invloed kunnen zijn. Hoofdstuk 6 in: Jeugdcriminologie. 2015
LINK
In dit hoofdstuk worden de belangrijkste verklaringsmodellen voor de individuele variaties in delictgedrag tijdens de overgang van adolescentie naar volwassenheid, besproken. Bron: Jonge criminelen die volwassen worden. Titel beschikbaar voor studenten en docenten van de Hogeschool Utrecht.
MULTIFILE
Geen samenvatting beschikbaar
DOCUMENT
Met dit onderzoek is getracht een indruk te krijgen van de overtuigingen die er in de praktijk bestaan ten aanzien van effectief ingrijpen om de ontwikkeling van ernstig crimineel gedrag in de adolescentie te voorkomen. Bij dit onderzoek is aan alle kanten de breedte opgezocht. Er is gekeken naar een brede range van factoren die van invloed zijn op een antisociale ontwikkeling en naar een heel scala aan inter-venties dat hierop aan kan grijpen. Dit heeft een breed overzicht van mogelijke aangrijpingspunten en daarop aansluitende, beschikbare interventies opgeleverd. De bij de praktijk opgehaalde resultaten dui-den op grote overeenstemming tussen respondenten over de prioritering van beschikbare interventies. Daarbij zien de respondenten duidelijk meerwaarde, voor de gehele ontwikkelingsperiode, in het ver-sterken van goed opgroeien (universele preventie) nog vóór er sprake is van problematisch antisociaal of delictgedrag. In grote lijnen zijn respondenten het ook eens over het inzetten van interventies gericht op het bijsturen in reactie op zorgwekkende signalen (primaire preventie) of op het stoppen en ombui-gen van delictgedrag (secundaire preventie). Wel is de mate van overeenstemming daarvoor iets min-der groot dan bij universele preventie. Praktijkprofessionals, onderzoekers en ervaringsdeskundigen sluiten met hun keuze voor deze interventies vooral aan bij interventies gericht op Familie, Kind en School om bijtijds in te grijpen op een antisociale ontwikkeling. Voor het bij bewoners versterken van gedeelde opvattingen rondom prosociaal gedrag in hun buurt is minder support, maar in de literatuur zijn er duidelijke aanwijzingen die het belang ervan onderschrijven. Tenslotte toont de literatuurstudie de meerwaarde om interventies multimodaal in te zetten, maar de wijze waarop dit het meest effectief is vraagt om aanvullend onderzoek. De resultaten van dit onderzoek bieden houvast voor beleidskeuzes, zowel landelijk als meer regionaal en lokaal. In respons op gesignaleerde problemen kan als eerste stap, met de praktijkprofessionals, lo-kaal informatie verzameld worden over: • beschikbare interventies voor 0-15 jarigen, gericht op Kind, Familie, School en Buurtfactoren op de verschillende preventieniveaus; • de wijze waarop deze interventies gecombineerd en multimodaal ingezet kunnen worden, best passend bij gesignaleerde problemen. • de keuze van interventies die ingezet kunnen worden als een antisociale ontwikkeling persistent en in toenemende mate ernstig blijkt te zijn. Ook kan er meer kennis opgedaan worden in het combineren van erkende interventies met ondersteunende vormen van advies, belangenbehartiging en begeleiding op dagelijkse stress verhogende om-standigheden. Beperkingen van het onderzoek liggen in: • de brede spreiding van respondenten waardoor zij als beroep of functie niet representatief zijn; • de beknopte vertaalslag van de interventies naar vragen in het Delphi-onderzoek die respondenten ruimte bood tot interpretatie; • de beperkte mate waarin respondenten op elkaars uitslag konden reageren.
DOCUMENT
There is a central dilemma embedded in the relationship between teachers and researchers. Teachers know the story of the classroom well, but they are seldom asked to tell their stories, nor do they usually have the opportunity. Researchers, on the other hand, are skilled at telling certain things about classrooms, but they often miss the central stories that are there. This divergence can lead to different opinions on what teaching is about and what is important within it. To bridge this gap, we describe an approach which puts the teacher and the student at the centre. With respect to emotional and behavioural problems of students, we underline the notion of student-teacher compatibility, deriving from theories emphasizing the transactional/reciprocal nature of human behaviour. One of the aims of the Lectorship and Knowledge Network Behavioural Problems in School Practice, is to identify at-risk-teachers (i.e. those most vulnerable to the presence of behaviourally challenging students and parents) so that interventions, both in initial teacher training as well as in inservice training can be applied to help them develop adequate attitudes and coping-skills. In clinical supervision, peer coaching or reflective practice, these teachers can be helped to consider in what way student and parental problem behaviour contribute to their loss of satisfaction, their feelings of self doubt, perceived disruption of the teaching process, and their frustration working with parents.
DOCUMENT
In de adolescentie en jongvolwassenheid zetten jongeren stappen om hun eigen plek in de samenleving te verwerven. Voor jongeren die kampen met psychosociale problematiek is dit geen vanzelfsprekendheid. Deze jongeren kunnen moeilijkheden ondervinden bij het afmaken van een opleiding, het vinden en behouden van werk, zelfstandig gaan wonen, omgaan met geld en het aangaan en onderhouden van sociale contacten die vragen om professionele ondersteuning. De vraag hoe deze ondersteuning het beste vormgegeven kan worden krijgt de laatste tijd veel aandacht. Gemeenten en organisaties voor jeugdhulp ontplooien verschillende initiatieven om tot een beter geïntegreerd aanbod te komen. Over wat de meest wenselijke invulling is van professionele begeleiding is echter weinig onderzoek voorhanden. Het onderzoek in deze rapportage is onderdeel van een groter onderzoek in de regio Amsterdam met als doel bij te dragen aan de verbetering van de ondersteuning van jongeren met psychische of gedragsproblemen in hun pogingen om een eigen plek te vinden in de maatschappij.
DOCUMENT
Dit is de eerste onderzoeksrapportage van het onderzoek naar daderanalyse van woninginbrekers. In deze rapportage worden de resultaten gepresenteerd van een eerste verkenning naar de mogelijkheden te komen tot een categorisering van verdachten van woninginbraak. Dit project is uitgevoerd in opdracht van de Gemeente Utrecht. Met dit onderzoek wordt een eerste stap gezet in het maken van een informatiegestuurde analyse over plegers (verdachten) van woninginbraak.
DOCUMENT
De soap Dreef 33 bestaat, voorlopig, uit 5 afleveringen en vertelt het verhaal van een groep studenten in hun late adolescentie. De studenten studeren aan een educatieve faculteit van een HBO en worden opgeleid tot leraar op een leerwerk plek. De leerwerkplek is Dreef 33, een zwarte school aan de rand (banlieux) van een grote Nederlandse stad. Centraal in het verhaal staat het niet altijd even gemakkelijke proces van volwassenwording. Bij sommige jongeren leidt dat tot een dramatische ontwikkelingen. Anderen, zoals de hoofdpersoon, overwinnen hun onmacht en groeien boven zichzelf uit.
DOCUMENT
Dit onderzoek, dat handelt over de vrijetijdsbehoeften van jongeren in Stadbroek, is uitgevoerd door de Hogeschool Zuyd in opdracht van de gemeente Sittard-Geleen. De aanleiding was het sluiten van het locatiegebonden jongerenwerk als gevolg van vandalisme, bedreiging en overlast.
DOCUMENT