Het doel van deze richtlijn is om hulpverleners handvatten te geven om jongeren met agressief gedrag effectiever te begeleiden. Het doel is dat patiënten meer inzicht krijgen in, en controle krijgen over hun agressieve gedrag. Dat draagt bij aan een gezonde psychosociale ontwikkeling van de jongere, aan een veiliger behandelklimaat binnen de behandelsetting en een prettiger werkklimaat voor hulpverleners Deel 1: Theoretische onderbouwing en aanbevelingen, die van belang zijn om goed met het interventiepakket te kunnen werken.
DOCUMENT
Het doel van deze richtlijn is om hulpverleners handvatten te geven om jongeren met agressief gedrag effectiever te begeleiden. Het doel is dat patiënten meer inzicht krijgen in, en controle krijgen over hun agressieve gedrag. Dat draagt bij aan een gezonde psychosociale ontwikkeling van de jongere, aan een veiliger behandelklimaat binnen de behandelsetting en een prettiger werkklimaat voor hulpverleners. Deel 3: Informatiefolder voor patiënten en familieleden. In deze folder wordt kort uitgelegd wat het werken met het signaleringsplan precies inhoudt.
DOCUMENT
Het doel van deze richtlijn is om hulpverleners handvatten te geven om jongeren met agressief gedrag effectiever te begeleiden. Het doel is dat patiënten meer inzicht krijgen in, en controle krijgen over hun agressieve gedrag. Dat draagt bij aan een gezonde psychosociale ontwikkeling van de jongere, aan een veiliger behandelklimaat binnen de behandelsetting en een prettiger werkklimaat voor hulpverleners Deel 2: Praktische handleiding voor begeleiders. Dit document is een handleiding voor begeleiders om samen met jeugdige patiënten met agressieproblemen tot een individueel signaleringsplan te komen. Het doel van het signaleringsplan is om dreigende agressie vroegtijdig te onderkennen. Plus 8 bijlagen; De bijlagen kunnen als WORD-document digitaal worden opgeslagen. * Denkt u hierbij vanzelfsprekend aan de privacybescherming van de patiënt.
MULTIFILE
Agressie is een groot probleem in de zorg. Onderzoek van TNO wees uit dat de helft van het personeel in de verpleging te maken heeft met agressie. Het is een belangrijke oorzaak van verzuim onder zorgprofessionals. Door professionals in de zorg wordt een situatie waarin een cliënt agressief gedrag vertoont als stressvol ervaren. De zorgverlener schrikt van het gedrag van de cliënt, kan te maken krijgen met zijn eigen, soms heftige, emoties en dit zit het effectief en persoonsgericht handelen op dat moment in de weg. Zorginstellingen zijn op zoek naar methoden waarmee ze hun professionals beter kunnen voorbereiden (trainen) op omgaan met agressief gedrag. Zorgopleidingen bereiden hun studenten weliswaar voor op dit soort situaties door ze te beschrijven, filmpjes te laten zien of soms te oefenen met trainingsacteurs, maar studenten geven aan dat deze ervaringen niet realistisch zijn, en daarom niet de gewenste beleving en emotie opwekken, hetgeen wel essentieel is in het leerproces. Virtual Reality biedt de mogelijkheid om een fictieve situatie te beleven alsof je er echt bij bent en kan daarom een goed hulpmiddel zijn om (aankomend) professionals te leren om te gaan met stressvolle situaties, zoals een agressieve cliënt. Binnen Fontys is een eerste prototype van een VR toepassing ontwikkeld waarin de gebruiker in de rol van een zorgverlener te maken krijgt met een cliënt die verbaal agressief geweld vertoont. Het doel van dit project is het ruwe VR-prototype te ontwikkelen tot een versie die gebruikt kan worden voor evaluatiedoeleinden, uit te voeren met studenten van Fontys zorgopleidingen en startende zorgprofessionals van GGzE.
Een substantiële groep jongeren en jongvolwassenen ondervindt ernstige problemen vanwege hun licht verstandelijke beperking (LVB). Naast een laag IQ en beperkt aanpassingsvermogen betekent het hebben van een LVB vaak ook dat er op andere leefgebieden beperkingen zijn. Beperkte impulscontrole is een centraal kenmerk van LVB, en vandaaruit – in combinatie met andere factoren – ontwikkelen zich problemen zoals verslaving of agressief gedrag. Dit heeft gevolgen voor de veiligheid van cliënten en medewerkers in de residentiele (jeugd)zorg en het heeft daarnaast een negatief effect op de behandeling en participatie in de maatschappij. Met name de gevoeligheid van deze jongeren en jongvolwassenen voor sociale druk (peer pressure) draagt bij aan deze problematiek. Beschikbare trainingen en therapieën gericht op het vergroten van sociale weerbaarheid tegen peer pressure sluiten vaak onvoldoende aan op de beleving, motivatie, leermethoden en informatieverwerking van jongeren en jongvolwassenen met een LVB en hebben daardoor niet altijd het gewenste resultaat. Daarnaast laat de generalisatie van het geleerde naar het dagelijks leven vaak te wensen over. De residentiële jeugdzorg ziet de samenwerking met de creatieve industrie als noodzakelijk om innovatieve therapeutische interventies te ontwikkelen die beter aansluiten op de beperkingen van deze doelgroep. Dit project zet daarvoor een eerste stap om Virtual Reality (VR) in te zetten om weerbaarheid tegen peer pressure bij jongeren/jongvolwassenen te verbeteren en uiteindelijk een effectieve behandelmethode te ontwikkelen. Doel van het project is tweeledig: enerzijds een participatief ontwerptraject voor een VR-film die ingezet kan worden binnen de bestaande behandeling, gebaseerd op wensen, ervaringen en input van de doelgroep; ook een kleinschalige evaluatie van de haalbaarheid van de VR-film als therapeutisch interventiemiddel maakt deel uit van dit project. De VR-film en de pilot dienen als onderbouwing voor de aanvraag van verdere onderzoeksgelden. Anderzijds dient dit project als verkenning van de mogelijkheden voor samenwerking in ontwerpend onderzoek in een nieuw netwerk, waarvan de kern bestaat uit de Hogeschool Utrecht, Pluryn / Intermetzo, en ontwerpbureau Coolminds.
In de vleeskuikenproductiesector worden ouderdieren gehouden om bevruchte broedeieren te produceren. Deze sector heeft de uitdaging om het dierenwelzijn te verbeteren en de technische resultaten zo hoog mogelijk te houden. Deze dieren kunnen niet de hele dag onbeperkt eten waardoor ze zich soms gaan vervelen. Daardoor vindt er soms agressief gedrag plaatst waardoor de dieren elkaar kunnen verwonden en dat komt het paringsgedrag niet ten goede. Het verstrekken van insecten in de strooiselruimte zou ervoor kunnen zorgen dat de hennen en hanen elkaar op een meer relaxte wijze tegenkomen, en voergericht gedrag kunnen afwisselen met paargedrag. Dit zou het dierenwelzijn als de productieresultaten verbeteren. In dit project wordt gewerkt aan consortium vorming tussen insectenkweker, pluimveehouders en twee hogescholen. Er zal een pilotproef worden bedacht en uitgevoerd, waarna vervolgstappen worden gedefinieerd. Studenten leren naast onderzoeksvaardigheden het bedrijfsleven kennen en andersom.