De Innovatie Werkplaats Begeleid Leren ontwikkelt producten en diensten voor en geeft informatie aan studenten, cliënten, familieleden, docenten en hulpverleners over het (gaan) studeren met een psychische aandoening. Een van die producten is de reeks ‘Studeren met steun’, een serie brochures over het studeren met verschillende soorten psychische problemen. Deze brochures zijn geschreven voor studenten met psychische problemen die een opleiding (gaan) volgen en voor medestudenten, begeleiders en relevante anderen die betrokken zijn bij studenten met psychische problemen. De informatie in deze brochures is gebaseerd op de ervaringen van studenten en direct betrokken medewerkers uit het onderwijs en de GGz. De huidige brochure gaat over studeren met een angststoornis
LINK
Wanneer patiënten hersteld zijn van een angststoornis of depressie, hebben zij een hoge kans terug te vallen. De onderzoekers ontwikkelden een terugvalpreventieprogramma. De interventie werd aangeboden aan patiënten die eerder behandeling ontvingen voor een angststoornis of depressie in de basis of specialistische GGZ en daarna in volledige of gedeeltelijke remissie waren. De praktijkondersteuner huisarts GGZ (POH-GGZ) begeleidde patiënten bij het volgen van deze interventie. Dit artikel biedt inzicht in de toepassing van en ervaringen met dit terugvalpreventieprogramma.
DOCUMENT
Samenvatting Doel: Het evalueren van het GET READY-terugvalpreventieprogramma voor patiënten met herstelde angst- of depressieve stoornissen in de huisartsenpraktijk. Methode: Er werden semigestructureerde interviews (n = 26) en focusgroepinterviews (n = 2) gehouden met patiënten en praktijkondersteuners huisarts GGZ (POH-GGZ). Patiënten met herstelde angst- of depressieve stoornissen en hun POH-GGZ die deelnamen aan de GET READY-studie werden individueel geïnterviewd. Bevindingen uit de interviews werden getoetst in focusgroepinterviews met patiënten en POH-GGZ. Data werden geanalyseerd door het toepassen van thematische analyse. Resultaat: Patiënten waren positief over het programma omdat het bewustwording creëerde over terugvalrisico’s. Een gebrek aan motivatie, herkenbaarheid en steun van de POH-GGZ, samen met ernst van symptomen waren belemmerend in het gebruik van het programma. POH-GGZ spelen een onmisbare rol in het motiveren en steunen van patiënten bij terugvalpreventie. Opvattingen van patiënten en POH-GGZ kwamen grotendeels overeen, wel hadden zij andere opvattingen over de verantwoordelijkheid qua initiatief nemen. Discussie: De implementatie van het GET READY programma was uitdagend. Begeleiding door de POH-GGZ moet bij terugvalpreventieprogramma’s worden aangeboden op basis van eHealth. Conclusie: Begeleiding door de POH-GGZ moet bij terugvalpreventieprogramma’s, die gebaseerd zijn op eHealth, worden aangeboden.
DOCUMENT
Dit wetenschappelijk artikel beschrijft het protocol van de GET READY studie. Deze studie is ontwikkeld voor mensen die een angststoornis of depressie hebben gehad, en dient als terugvalpreventie interventie. De interventie bestaat uit online modules, monitoring en contacten met een POH-GGZ. De achtergrond van terugvalpreventie wordt toegelicht, de methoden van de studie worden gedetailleerd beschreven en er wordt vooruit gekeken naar hoe deze studie een bijdrage kan leveren in het veld van terugvalpreventie.
DOCUMENT
De module “Diagnostiek van Angst en Gedragsproblemen” bestaat uit 3 onderdelen: 1) Achtergronden, 2) Het werkboek, 3) Invullijsten Ze is bedoeld voor multidisciplinaire teams (begeleiders, teamleiders, gedragswetenschappers, vaktherapeuten, artsen (AVG)). Beleidsmakers en andere geïnteresseerden kunnen eveneens kennis nemen dit document. Tevens is een implementatiehandleiding toegevoegd. De module is ontwikkeld tussen 2005 tot 2008 en getoetst met een wetenschappelijk onderzoek tussen 2009 tot 2014. Tijdens dit onderzoek is de module toegepast en zijn de resultaten verwerkt. Tijdens de ontwikkeling van de module is samengewerkt met organisaties uit de praktijk. Dit achtergronddocument beschrijft de opbouw van de module, de theorie en tot slot de aanbevelingen. De instructies voor dit team zijn opgenomen in het werkboek. Het werkboek bevat daarnaast ook specifieke instructies voor de (persoonlijk) begeleider. Voor de observaties die begeleiders uitvoeren zijn invullijsten beschikbaar.
MULTIFILE
Van Tamara Berends: In de serie ‘eHealth op de werkvloer’ spreekt SmartHealth met zorgprofessionals die dagelijks te maken hebben met eHealth-toepassingen. Veel van deze technologische innovaties betekenen op papier efficiënter werken, kwaliteitsverbetering of kostenverlaging: maar in de praktijk zijn er vaak genoeg obstakels te overwinnen. Een kwestie van tussen droom en daad? Deze week: Tamara Berends, verpleegkundig specialist bij Altrecht Eetstoornissen Rintveld, over inzet van eHealth bij eetstoornissen
LINK
De gangbare, DSM-gestuurde interpretatie van depressieve stoornis doet de ervaring van mensen die aan deze stoornis lijden geen recht. Er ontbreken drie wezenlijke aspecten aan de DSM-definitie: een verstoorde wereldbetrekking, een verstoorde lijfelijkheid en een verstoorde temporaliteit. De fenomenologische uitleg van depressie die in mijn proefschrift centraal staat, laat deze psychische stoornis niet naar voren treden als extreme somberheid, maar als existentieel isolement. De ‘stemmingsstoornis’ (mood disorder) is zo beschouwd een afstemmingsstoornis: een verstoring van een proces of gebeuren van synchronisatie op een heel elementair, lijfelijk-affectief niveau. Dat het fenomeen depressie momenteel zo wijdverbreid is – de zogeheten depressie-epidemie – kan in verband worden gebracht met de wijze waarop het individu door de laatmoderne ‘neoliberale’ cultuur tot subject wordt gevormd. De hedendaagse subjectpositie is ‘isolistisch’ van aard. Dit staat op gespannen voet met de menselijke grondbehoefte aan elementaire afstemming. Anders gezegd: de laatmoderne subjectificatie van het individu is depressogeen. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/bert-van-den-bergh-95476526/
DOCUMENT
Onderzoek wijst uit dat verblijf in het buitenland voor studie of stage zich uitbetaalt, niet alleen voor de professionalisering en beroepsvorming van studenten, maar ook op het gebied van levenservaring. Toch gaan lang niet alle studenten voor hun studie of stage op reis naar het buitenland. Hoe kan Inholland haar studenten, en in het bijzonder ondervertegenwoordigde studentgroepen, stimuleren buitenlandervaring op te doen?
DOCUMENT
Hoe gaat het met de studenten van Hogeschool Inholland? Hoe beoordelen studenten hun gezondheid en hoe bevlogen zijn zij? Wat zijn de grootste stressoren tijdens de studententijd en welke stressreacties ondervinden zij? Hoe veerkrachtig en optimistisch zijn de studenten en van wie krijgen zij de nodige steun? Met het Student Wellbeing Model als basis, laat deze factsheet de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek Studentenwelzijn 2017–2018 zien. De vragenlijst is door studenten in de klas ingevuld (n=407).
DOCUMENT
Een op de vijf entreestudenten en bijna een op de 10 mbo niveau 2 studenten stopt voortijdig met de opleiding (DUO, 2022). Uit eerder onderzoek (Baay, 2015; Slagter & Van Veldhuizen, 2021) blijkt dat studenten op entree- en mbo 2-niveau weinig gebruik maken van de aanwezige hulpbronnen, dat wil zeggen buiten de docenten van hun opleiding. Dat maakt de afhankelijkheid van entree- en mbo-niveau 2 studenten van hun docenten hoog. Om de positieve ontwikkeling van entree- en mbo-niveau 2 studenten te vergroten, lijkt het wenselijk om tijdens de mbo-opleiding meer aandacht te besteden aan het leren van alternatieve oplossingsstrategieën, buiten het vragen van hulp aan de docent. Om scherper in beeld te krijgen wat dit vraagt van mbodocenten, is een verkenning op dit thema gestart door MBO College Centrum (ROC van Amsterdam) in samenwerking met het lectoraat De Pedagogische Opdracht van Hogeschool Inholland.
DOCUMENT