In de openbare les van mijn collega lector Raymond Pieters, is het domein van het lectoraat ‘Innovative Testing in Life Sciences & Chemistry’ toegelicht. Kort samengevat richt dit lectoraat zich op de ontwikkeling en toepassing van innovatieve teststrategieën om geneesmiddelen, voedingsmiddelen of chemicaliën (stoffen) te beoordelen op hun werkzaamheid (effectiviteit) en veiligheid. De nadruk ligt op de ontwikkeling van snelle, kosteneffectieve testmethoden die een relevante voorspelling van effecten op de gezondheid van de mens en het milieu opleveren én waarbij geen of minder proefdieren worden gebruikt. In mijn les zal ik u laten zien waar proefdieren voor gebruikt worden. Hierbij zal ik mij voornamelijk richten op de Nederlandse situatie. Ik zal ingaan op de wetenschappelijke en maatschappelijke wens om minder proefdieren te gebruiken en op de vraag wat we verstaan onder ‘alternatieven voor dierproeven’. Daarna zal ik bespreken waarom er in Nederland en Europa recentelijk meer aandacht is voor dit onderwerp. Het overzicht zal niet uitputtend zijn, maar zal u een goede indruk geven van het landschap. Ook zal ik stil staan bij de vraag: Waarom zijn we tot nog toe zo weinig succesvol geweest op het gebied van alternatieven voor dierproeven? Wat zijn de obstakels en wat kunnen we hier van leren? Hoe zouden we in de praktijk de toepassing van alternatieven kunnen stimuleren? Wat moet er beter, en hoe gaan we dat doen? Als we slimmer willen testen moeten we de huidige grenzen verleggen, of beter over de grenzen van ons vakgebied heen kijken. Ik zal aangeven waar prioriteiten liggen en hoe we de meeste ‘winst’ kunnen behalen in termen van proefdiervermindering in relatie tot productinnovatie. Tot slot zal ik aangeven welke bruggen we moeten bouwen en wat de rol is van de Hogeschool Utrecht
In het werkveld van Life Sciences & Chemistry heeft Innovative testing te maken met het testen van stoffen op hun werking en veiligheid. Met stoffen wordt hier bedoeld alle mogelijke chemicaliën waar aan we blootgesteld worden, zoals chemicaliën in onze leef- en werkomgeving, medicijnen (inclusief biologicals), maar ook stoffen in de voeding (inclusief voedselbestanddelen en natuurlijke stoffen). Mijn les zal echter voornamelijk gaan over de laatste twee categorieën, medicijnen en stoffen in de voeding. Ik wil in mijn openbare les eerst uiteenzetten waarom het zo belangrijk is om vast te stellen wat de werking en veiligheid van stoffen is. Vervolgens wil ik beschrijven welke innovaties op dit moment al plaatsvinden, in de toxicologie en de farmacologie. Dit wil ik doen om aan te geven waar de parallellen en mogelijkheden voor synergie liggen. Daarna zal ik aan de hand van een aantal voorbeelden aangeven tegen welke grenzen men zoal aanloopt bij het testen van werking en veiligheid van stoffen, om daarbij ook aan te geven dat er duidelijk aanwijzingen zijn voor het vervagen van grenzen tussen farmacologie en toxicologie. Tot slot zal ik aangeven welke rol het Kenniscentrum Life Sciences & Chemistry van Hogeschool Utrecht op het gebied van onderzoek én onderwijs in het werkveld van Innovative testing in Life Sciences & Chemistry wil gaan spelen.
Openbare les van dr. Katerina Jerkovic-Cosic. De belangrijkste mondziekten zoals cariës (tandbederf), parodontitis (tandvleesontsteking) en mondkanker, worden net als welvaartsziekten veroorzaakt door een ongezonde leefstijl en zijn door middel van preventie te voorkomen. Een groot deel van de Nederlandse bevolking gaat minimaal één keer per jaar naar een tandarts of mondhygiënist voor een controle. Toch is mondzorg in Nederland nog steeds veelal gericht op curatie en minder op preventie. Het overgrote deel van de geleverde mondzorg is gericht op herstel, terwijl veel minder activiteiten zijn gericht op het voorkomen van mondziekten, door bijvoorbeeld aanpassing in de leefstijl of mondverzorging. De noodzaak voor preventie wordt steeds duidelijker. Een van de redenen is de enorme stijging van de zorgkosten.
Schuimmaterialen spelen een essentiële rol in ons dagelijks leven en dragen bij aan meer veiligheid, comfort en gezondheid. Bij gebruik in medisch schoeisel kunnen polymeerschuimen pijn helpen verlichten, herstel bevorderen en blessures voorkomen. En met een snel vergrijzende bevolking in de EU en het toenemende aantal ziekten zoals diabetes en artritis, wordt verwacht dat een groot aantal patiënten tijdens hun leven last zal krijgen van voetgezondheidsproblemen. De huidige schuimtechnologieën zijn niet geschikt om dit dringende probleem aan te pakken, dat een grotere aanpassing van schuimen, lagere productiekosten en circulariteit vereist. Universiteit Twente heeft een baanbrekende technologie ontwikkeld voor het 3D-printen van schuimen met ongeëvenaarde resolutie en controle. Voor het eerst is een snelle productie van op maat gemaakte schuimmaterialen mogelijk tegen lage kosten. Deze geavanceerde technologie elimineert ook afval en het gebruik van broeikasgassen. In samenwerking met Saxion en PLT Products wordt een nieuw consortium gevormd dat zich bezighoudt met de ontwikkeling van nieuwe 3D-geprinte inlegzolen voor medische toepassingen. Eerst zullen nieuwe materialen worden onderzocht om schuimen met de vereiste eigenschappen te produceren. Vervolgens zullen nieuwe ontwerpen voor medische inlegzolen worden voorgesteld. Uiteindelijk zal het 3D-printen van medische zolen worden uitgevoerd en getest om de aanpak te valideren. Dit onderzoek zal de ontwikkeling mogelijk maken van de allernieuwste 3D-printtechnologie van schuim voor op maat gemaakte medische inlegzolen en de gezondheid van de patiënt helpen verbeteren. In de toekomst zou de toepassing van deze technologie kunnen worden uitgebreid naar professionele schoenen en consumentenschoenen.
Reumatoïde artritis (RA) is een chronische auto-immuunziekte die veelal leidt tot beperkingen in dagelijkse activiteiten en maatschappelijke participatie bij een relatief jonge doelgroep (ca. 258.600 RA-patiënten in Nederland). Momenteel staat de medicamenteuze behandeling van RA op de poli van VieCuri Medisch Centrum centraal, maar er is steeds meer aandacht voor leefstijlinterventies als aanvullende behandeling, die mogelijk op den duur een deel van de medicatie kan vervangen. Voor een duurzame leefstijlgedragsverandering zijn programma’s nodig die advies en praktische ondersteuning op maat kunnen bieden. Recentelijk onderzoek uit de systeembiologie laat zien dat mensen met RA andere onderliggende oorzaken kunnen hebben, zogenaamde subtypes. Deze subtypes kunnen als vliegwiel dienen om sneller tot gepersonaliseerde leefstijlinterventies te komen. Subtypes voor RA worden onder andere valide bepaald door onderzoek naar biomarkers in bloed en urine en uitgebreide vragenlijsten (>100 vragen). Het multidisciplinaire team van de reumatologie van VieCuri Medische Centrum/Human Cristal Research bv vraagt zich af of het bepalen van het subtype nog eenvoudiger kan en wil dit in een cohortstudie onderzoeken (n=50). Volgende vraagstellingen zijn hierbij leidend: Kan de reeds ontwikkelde symptoomvragenlijst valide ingekort en gedigitaliseerd worden zodat deze hanteerbaarder is in de praktijk? Welke subtypes RA komen er in deze steekproef voor en welke globale leefstijladviezen passen daar het beste bij? Deze KIEM-aanvraag draagt bij aan een innovatief praktijkmodel waarbij (meer) gepersonaliseerde behandeling op basis van subtyperingen van mensen met RA centraal staat. Er wordt een bestaand samenwerkingsverband in Zuid-Limburg tussen Zuyd Hogeschool, VieCuri Medisch Centrum/Human Cristal Research bv, Struqt, Bool Studios en het Louis Bolk Instituut vernieuwd en verstevigd, om de gezondheidsachterstanden in de regio mee aan te pakken. Zowel zorgprofessionals als ook de betrokkenen kennisinstellingen en bedrijven zullen dan ook belangrijke gebruikers van het resultaat zijn.
Ongeveer 90% van de mensen met reumatoïde artritis (RA) krijgt te maken met voetproblemen als gevolg van ontstekingen in voetgewrichten en omringend weefsel. Als deze ontstekingsactiviteit niet tijdig wordt behandeld kan dit gewrichtsschade en afwijkingen in de stand- en functie van de voeten tot gevolg hebben. Voetproblemen bij RA leiden tot pijn maar ook tot beperkingen in fysiek functioneren en een verminderde kwaliteit van leven. In de diagnostiek en behandeling van RA-gerelateerde voetproblemen kunnen verschillende disciplines, waaronder de podotherapeut, een belangrijke rol spelen. De primaire behandeling bestaat uit medicamenteuze behandeling van ontstekingsactiviteit. Daarnaast kunnen verschillende conservatieve behandelingen worden toegepast, zoals op maat gemaakte zolen of schoenen. Het methodisch podotherapeutisch handelen bij RA-gerelateerde voetklachten is onlangs uitgewerkt in een klinisch protocol. In dit protocol wordt het belang van tijdige en goede podotherapeutische diagnostiek benadrukt. Door het tijdig detecteren van voetproblemen, en met name ontstekingsactiviteit, kan een gerichte behandelstrategie worden toegepast waardoor meer ernstige en blijvende voetproblemen voorkomen kunnen worden. Podotherapeuten in Nederland passen de diagnostiek volgens het klinisch protocol in beperkte mate toe omdat het in de huidige vorm niet goed toepasbaar blijkt in de praktijk. Daarnaast ervaren zij problemen bij het detecteren van ontstekingsactiviteit in de voeten van mensen met RA. Deze knelpunten in de podotherapeutische diagnostiek kunnen leiden tot ondergebruik van noodzakelijke voetzorg door mensen met RA. Binnen dit KIEM-project gaan wij een praktisch toepasbare support-tool ontwikkelen ter ondersteuning van de podotherapeutische diagnostiek van RA-gerelateerde voetklachten. Deze tool biedt sturing aan de diagnostiek en wordt geïntegreerd in elektronische patiënten dossiers waardoor het laagdrempelig en praktisch toepasbaar is in de podotherapiepraktijk. Hierdoor leveren we een bijdrage aan het tijdig detecteren van specifieke voetproblemen waarna een gerichte behandeling kan worden gestart ter preventie van ernstige en blijvende voetproblemen.