Assistive Technology (AT) is any technology that supports people with functional difficulties to perform their daily activities with less difficulty and/or obstruction, thus contributing to a more fulfilling life. This refers to people of all ages and to all kinds of functional limitations, either permanent or temporary. Assistive products can be traditional physical products, such as wheelchairs, eyeglasses, hearing aids, or prostheses, but they can also be special input devices, care robots, computers with accessible software, apps for smartphones, home automation solutions, virtual realities, etc. It is essential to understand that AT involves more than just familiar products, and that it also includes knowledge about the personalized selection of appropriate solutions, provisions, and services, as well as the training of all parties involved, the measurement of outcomes and impacts, awareness of ethical issues, etc.
DOCUMENT
Purpose: This is a position paper describing the elements of an international framework for assistive techhnology provision that could guide the development of policies, systems and service delivery procedures across the world. It describes general requirements, quality criteria and possible approaches that may help to enhance the accessibility of affordable and high quality assistive technology solutions. Materials and methods: The paper is based on the experience of the authors, an analysis of the existing literature and the inputs from many colleagues in the field of assistive technology provision. It includes the results of discussions of an earlier version of the paper during an international conference on the topic in August 2017. Results and conclusion: The paper ends with the recommendation to develop an international standard for assistive technology provision. Such a standard can have a major impact on the accessibility of AT for people with disabilities. The paper outlines some the key elements to be included in a standard.
DOCUMENT
Assistive Technology (AT) is used at various points in the lifespan by those coping with either short-term or long-term impairments, which can involve living with chronic conditions and/or comorbidities. In the case of older adults, AT can support or compensate for the functional or cognitive declines that they are likely to face in later life. AT can be integrated as part of smart homes (see Figure 1 from van Dijken et al, 2006); and should be safe to use, effective, easy to access, affordable, and not seen as stigmatising. In addition, AT should support older adults to have a meaningful life while building self-esteem, and autonomy and promoting social participation and community engagement. For this roundtable discussion, we present and discuss a WHO-ISG collaborative project focused on Assistive Technology for Healthy Ageing. For this project, we consider applications and use AT not only from a medical standpoint but also situated within a social perspective in the context of Gerontechnology. Results and propositions according to the WHO-UNICEF global report on assistive technology were applied as a starting point for this project (WHO, 2022), prioritising the potential benefits to individuals, their communities, and society and with a focus on identifying potential barriers that may occur and how to mitigate them.
LINK
Sociale interacties tussen mensen zijn onmisbaar voor een goede communicatie. Ook bij mensen met dementie in het verpleeghuis zijn (positieve) sociale interacties van belang om zich begrepen te voelen en de zorgvraag/hulpvraag te kunnen uiten richting het zorgpersoneel. Negatieve sociale interacties kunnen zorgen voor onbegrip, misverstanden, en onwenselijk gedrag. Het in beeld brengen van de sociale interactie en communicatie en het meetbaar maken van de interactie zelf en de positieve of negatieve gevolgen ervan kunnen het inzicht bij het zorgpersoneel vergroten. Dit inzicht draagt bij aan kwaliteit van zorg en kwaliteit van leven.In het reguliere zorgproces worden sociale interacties in beeld gebracht aan de hand van (subjectieve) gedragsobservaties door verzorgenden zelf, waarbij de daaruit voortkomende verbeteradviezen worden toegevoegd aan het zorgplan. Als alternatief wordt VIO (Video Interactie in de Ouderenzorg) ingezet, maar deze methodiek is tijdrovend (en dus duur) en vraagt specialistische expertise van getrainde therapeuten. Om het reguliere zorgproces te kunnen verbeteren willen we sociale interactie tussen clienten met dementie en zorgverlener meetbaar maken met sensoren en radartechnologie om verschillende kwaliteiten van interactie (nabijheid/afstand, stress, agitatie (beweging/geluid) te kunnen volgen in de loop van de interactie. In het ontwerp vragen we de zorgprofessionals om aan te geven welke elementen van sociale interactie het meest relevant zijn. Deze worden dan gebruikt door de bedrijven om deze specifieke informatie meetbaar te krijgen, in de praktijk waar de interactie plaatsvindt. Dit doen we in een cyclisch herhalend proces van product ontwerp en terugkoppeling naar de praktijk.In dit project willen we opleveren: (1) praktijkkennis over elementen van sociale interactie, (2) de vertaalslag naar sensoren en radar om deze interactie te meten, (3) een platform om verschillende data/elementen van interactie samen te voegen, (4) een validatiestap (waarbij video en praktijkexperts worden ingezet voor een eindoordeel).
"Zoekt en gij zult vinden", luidt de bekende uitdrukking. Het Nederlandse MKB heeft veel technieken beschikbaar die voor een bekend probleem in Nederlandse verpleeghuizen een oplossing kan bieden: er raken in verpleeghuizen veel zaken zoek, van hulpmiddelen tot meubilair, wat leidt tot vele uren zoektijd voor zorgprofessionals en bewoners (met dementie) en hun naasten, en wat een negatieve invloed heeft op kwaliteit van zorg en onderhoud. Het doel van dit projectvoorstel is om een oplossing te ontwikkelen voor het zoekraken, niet in kaart hebben en het onbekend zijn met het gebruik, van hulpmiddelen in verpleeghuizen. Er bestaat zogenaamde track & trace technologie om locatie en gebruik van zaken te monitoren. Hoewel deze technologie op terreinen bouw, logistiek en ziekenhuiszorg in opkomst is, wordt deze in verpleeghuizen nog niet grootschalig ingezet. Er is bij bedrijven onvoldoende kennis over hoe deze technologie succesvol kan worden ingezet in verpleeghuizen waarbij de behoeften van zorgprofessionals en bewoners aan de basis van het ontwerp liggen. De maatschappelijke relevantie iets aan de problematiek te doen is niet alleen ingegeven door een behoefte de kwaliteit van zorg te ondersteunen, maar ook om geld te besparen door zoektijd te verminderen, en om beheer- en onderhoud van hulpmiddelen beter te kunnen stroomlijnen (logistiek en financieel) doordat bedrijven en verpleeghuizen een beter inzicht hebben in het gebruik. In dit project wordt met MKB-partners met een achtergrond in elektrotechnische installaties, ICT, bouw en inrichting en hulpmiddelen samengewerkt aan het ontwerpen en evalueren van een ?demonstrator?: een start van een field lab track & trace van hulpmiddelen voor zorginstellingen met twee testlocaties in verpleeghuizen. Dit doen deze partijen samen met twee verpleeghuisorganisaties en hun professionals teneinde een systeem te ontwikkelen dat aansluit bij de behoeften van de werkvloer en derhalve de grootste meerwaarde heeft voor de stakeholders. Hierbij zullen verschillende werkvormen worden gebruikt waarbij de nadruk ligt op de inbreng van alle betrokkenen. Door middel van focusgroep- en ontwerpsessies zullen stakeholders de behoeften op het gebied van track & trace van roerende goederen kunnen definiëren en omzetten in een concreet ontwerp. Het eindresultaat van het project zal naast concrete kennis vooral bestaan uit een tweetal demonstrators die met aanpassing ook in andere zorgsettings ingezet kunnen worden om kwaliteit van zorg en werkprocessen te ondersteunen. Deze demonstrators zullen tevens dienen als platform voor vervolgexperimenten.