De omvang van generatieve taalmodellen binnen de juridische wereld is op dit moment nog onbekend. Er zijn echter een aantal aspecten waar rekening me gehouden moet worden als je werkt met generatieve taalmodellen zoals OpenAI’s ChatGPT. Belangrijk aspecten waarnaar gekeken moet worden, zijn onder andere: auteursrechten. Dit beroepsproduct gaat in op de auteursrechtelijke aspecten van het gebruik van generatieve taalmodellen binnen het HBO-rechtenonderwijs.Disclaimer:Deze opdracht is uitgevoerd door studenten in het kader van hun opleiding bij het Instituut voor Rechtenstudies. De studenten leveren een juridisch beroepsproduct op en doen daartoe onderzoek. De studenten wordt tijdens de uitvoering van de opdracht begeleid door een coach. De inspanningen van de studenten en de coach zijn erop gericht om een zo goed mogelijk beroepsproduct op te leveren. Dit moet opgevat worden als een product van (derdejaars)studenten en niet van een juridische professional. Mocht ondanks de geleverde inspanningen de informatie of de inhoud van het beroepsproduct onvolledig en/of onjuist zijn, dan kunnen de Hanzehogeschool Groningen, het Instituut voor Rechtenstudies, individuele medewerkers en de studenten daarvoor geen aansprakelijkheid aanvaarden.
DOCUMENT
Onder invloed van digitalisering en internet is de afgelopen jaren de discussie over auteursrechten in het journalistieke veld opgelaaid. Verschillende aspecten spelen een rol in deze discussie. Sommigen benadrukken het belang van de online rechten van de makers en stellen dat het traditionele systeem van auteursrechten in de digitale wereld aan een update toe is. In 2008 opende de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) bijvoorbeeld een plagiaatdienst terwijl ook het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) onlangs een meldpunt in het leven heeft geroepen om ongeoorloofd hergebruik van hun nieuwsberichten in kaart te brengen. Anderen vinden auteursrecht in deze digitale tijd een achterhaald systeem. De sector zou zich volgens hen in plaats daarvan moeten richten op nieuwe manieren om geld te verdienen met nieuws. Modellen gebaseerd op Creative Commons zijn misschien wel geschikter om rechtenkwesties te regelen. In het kader van het Designing the Daily Digital project (3D) brengt de 3D Academy deze discussie in kaart. In deze bundel belicht een gevarieerde groep auteurs in een aantal mini-essays de verschillende kanten van het debat. Erik Huizer, algemeen directeur van TNO Informatiemaatschappij, verzorgt de inleiding op deze bundel. We zijn alle auteurs zeer erkentelijk voor hun bijdragen en hopen dat hun essays een vruchtbaar uitgangspunt zullen zijn bij de discussies die de komende tijd over auteursrechten en journalistiek gevoerd zullen worden.
DOCUMENT
Onderzoek binnen het hbo in Nederland krijgt steeds meer vorm. Inmiddels zijn er meer dan 450 lectoren in het hbo actief bij meer dan 400 lectoraten. Met de groei van het onderzoek klinkt ook steeds luider de roep om verbetering en borging van de kwaliteit van onderzoek. Ook de ontwikkeling van Open Access van onderzoek versterkt die roep.
DOCUMENT
We maken op grote schaal steeds meer gebruik van digitale middelen en mogelijkheden in het onderwijs; de leeromgeving is digitaal, we toetsen digitaal, we communiceren digitaal en we ontwikkelen steeds meer digitale lesmaterialen. Kortom: onderwijs digitaliseert. Met de toename van digitale lesmaterialen, is er een groeiende beweging om deze materialen voor iedereen toegankelijk te maken; dus niet alleen voor de eigen studenten of binnen de eigen instelling. Deze vrije toegang tot kennisproducten c.q. leermaterialen is versterkt door de Open Access beweging. De Open Access beweging stimuleer het vrij aanbieden van publicaties voor onderzoek en tevens het vrij aanbieden van o.a. leermaterialen voor het onderwijs. De Open Access beweging is al enkele decennia oud. We zien echter dat de “open-gedachte” nog geen gemeengoed is. Dit geldt zeker voor het onderwijs waarbij het gaat om het delen en hergebruiken van open leermaterialen. Open Leermaterialen, of Open Educational Resources (OER), zijn onderwijs-, leer- en onderzoeksmaterialen die digitaal of analoog vrij beschikbaar en herbruikbaar zijn voor iedereen. Om te weten of het materiaal vrij beschikbaar en herbruikbaar is, staat er een open licentie op. Deze licentie geeft aan hoe iemand de leermaterialen mag (her)gebruiken, wijzigen en (opnieuw) delen. Aan welke type (open) leermaterialen kun je denken? Dat zijn materialen zoals: tekst, beeld, audio, games, simulaties, presentaties, 3Dmodellen, websites, data, e.a..
DOCUMENT
Wie erzeugt man ein optimales Lebensmittelprodukt, das hochwertig für die Ernährung, dabei nachhaltig und dazu noch vom Preis her erschwinglich ist? Diese Frage steht im Mittelpunkt der Forschungsarbeit von Dr. Peter de Jong, Forscher an der Van Hall Larenstein Universität in den Niederlanden.
LINK
The Living Lab Upper Citarum mini symposium, held at ITB, Bandung, dealt with the subject of creative strategy activities based on citizen participation in the form of mapping, painting and poetry. Van Hall Larenstein University of Applied Science lecturer Loes Witteveen attended the symposium.
LINK
Sportliche Leistungen, die subjektiv bewertet werden, leiden oft unter systematischen Fehlern aufgrund der Voreingenommenheit der Richter. Der Dressursport bildet da keine Ausnahme. Das unterstreicht eine aktuelle Studie von Prof. Dr. Inga Wolframm von der Universität Van Hall Larenstein.
LINK
Die Pferdewissenschaftlerin Prof. Dr. Inga Wolframm von der Universität Van Hall Larenstein hat in einer Studie nachgewiesen, was schon häufiger vermutet wurde: Dressurnoten werden im Spitzensport nicht immer objektiv vergeben. In der Untersuchung konnten mehrere Arten der Voreingennommenheit (den sogenannten „bias“) ausgemacht werden. Die Komplexität des Bewertungssystems trage wesentlich dazu bei, dass die Richter in bestimmten Situationen sich auf andere Informationsquellen beziehen, als die in dem Moment tatsächlich gezeigte Leistung.
LINK
Einer aktuellen Studie zufolge sind Dressurrichter auf Top-Niveau voreingenommen – nicht nur die objektive Leistung fließt in die Note ein. Fast die Hälfte der Varianz kann durch andere Faktoren erklärt werden.
LINK
The aim of the present study was to predict the effect of inter-individual and inter-ethnic human kinetic variation on the sensitivity towards acute liver toxicity of lasiocarpine in the Chinese and the Caucasian population, and to derive chemical specific adjustment factors (CSAFs) by integrating variation in the in vitro kinetic constants Vmax and Km, physiologically based kinetic (PBK) modelling and Monte Carlo simulation. CSAFs were derived covering the 90th and 99th percentile of the population distribution of pyrrole glutathione adduct (7-GS-DHP) formation, reflecting bioactivation. The results revealed that in the Chinese population, as compared to the Caucasian population, the predicted 7-GS-DHP formation at the geometric mean, the 90th and the 99th percentile were 2.1-, 3.3- and 4.3-fold lower respectively. The CSAFs obtained using the 99th percentile values were 8.3, 17.0 and 19.5 in the Chinese, the Caucasian population and the two populations combined, respectively, while the CSAFs were generally 3.0-fold lower at the 90th percentile. These results indicate that when considering the formation of 7-GS-DHP the Caucasian population may be more sensitive towards acute liver toxicity of lasiocarpine, and further point out that the default safety factor of 3.16 for inter-individual human kinetic differences may not be sufficiently protective. Altogether, the results obtained demonstrate that integrating PBK modelling with Monte Carlo simulations using human in vitro data is a powerful strategy to quantify inter-individual variations in kinetics, and can be used to refine the human risk assessment of pyrrolizidine alkaloids.
LINK