In de eerste helft van april 2016 was er in de media een heftige discussie naar aanleiding van een aantal uitspraken van Johan Derksen over Marokkanen en voetbal. Probleem bij dit type beeldvorming is dat er sprake is van selectief waarnemen en interpreteren. Ook de begrippen autochtoon-allochtoon en integratie lijken problematisch als het gaat over beschrijven en analyseren van deze sociale verschijnselen. De KNVB weigert een beleid te voeren op etnische gronden. Daar zijn goede gronden voor.
DOCUMENT
Presentatie op Dag van het Onderzoek, Hogeschool Inholland, Den Haag, 14 april 2015.
DOCUMENT
Inleiding De gemeente Waalwijk, Casade Woondiensten en Mozaïek Waalwijk/de Twern werken hard aan de sociale samenhang van de Waalwijkse wijken, en willen daarbij zo goed mogelijk ook de bewoners betrekken. Maar wie zijn die bewoners precies? Welke zaken houden hen bezig? In hoeverre kunnen en willen zij eigenlijk betrokken zijn? Het rapport Buurten in beweging gaat in op dit soort vragen. Onderscheid wordt gemaakt tussen de participatie van bewoners in beleidsvormingstrajecten (meedenken) en 2) de deelname van bewoners aan concrete buurtinitiatieven (meehelpen). De eerstgenoemde trajecten zijn doorgaans geïnitieerd door de instanties en gericht op het oplossen van problemen op het niveau van de wijk of gemeente als geheel. De laatstgenoemde trajecten zijn daarentegen meestal het initiatief van bewoners zelf; niet in eerste instantie gericht op het oplossen van problemen maar op leuke zaken zoals het (verder) verbeteren van de sfeer in de buurt, de straat of het pleintje voor de voordeur. Als casus is in dit rapport gekozen voor de wijk Sint Antoniusparochie/Bloemenoord. Aanleiding Hoewel de gemeente, Casade Woondiensten en Mozaïek Waalwijk/de Twern veel aandacht besteden aan bewonersparticipatie, valt op dat nogal eens een beroep wordt gedaan op steeds dezelfde bewoners. Daar komt bij, dat de belevingswereld van bewoners niet altijd aansluit bij de beleidstaal en beleidslogica van de gemeente. En verder valt op dat bewoners wel vaak willen meedenken over verbeteringen in hun omgeving, maar minder vaak bereid of in staat zijn mee te helpen in de uitvoerende fase. Waarom is dat zo? Wat zijn de redenen en motieven van bewoners om zich in te zetten voor de wijk, of om dat niet te doen? Kunnen de professionals in Sint Antoniusparochie/ Bloemenoord de bewoners, beter dan nu gebeurt, ondersteunen?
DOCUMENT
Presentatie over Studiesucces op Studiedag G5-hogescholen, 7 april 2015
DOCUMENT
Een superdiverse samenleving biedt nieuwe kansen, maar ‘super’ verwijst niet zozeer naar super goed als wel naar super complex. Toekomstig onderzoek naar praktijken van burgerschap en diversiteit staat daarom voor grote uitdagingen. De eerste uitdaging betreft ons taalgebruik. Ik stel voor dat we als onderzoekers voortaan het bijvoeglijk naamwoord ‘cultureel’ zoveel mogelijk vermijden. We kunnen constateren dat het bij Surinaamse gezinnen de gewoonte is om in huis je schoenen uit te doen, of dat Nederlanders gehecht zijn aan de traditie van Sinterklaas. Maar wat voegt de mededeling dat het gaat om een culturele gewoonte of traditie aan deze beweringen toe? Niets anders dan de suggestie dat die gewoonte of traditie veroorzaakt zou worden door een onderliggende Surinaamse of Nederlandse cultuur, terwijl het er alleen maar een (helemaal niet zo essentieel) onderdeel van uit maakt. Een tweede uitdaging is een epistemische uitdaging. In het onderzoek naar omgangsvormen in de grootstedelijke samenleving moeten we, naast aandacht voor de relatie tussen immigranten en de autochtone bevolking, veel meer aandacht gaan besteden aan de relaties tussen immigrantengroepen onderling: onder welke voorwaarden ontstaan vruchtbare samenwerkings- en samenlevingsverbanden, en hoe te voorkomen dat groepen tegenover elkaar komen te staan? Welke symbolische en materiële machtsverhoudingen ontwikkelen zich, en welke rol spelen hierbij factoren als inkomen, opleiding, taal, religie en habitus? Het lijkt erop dat voor het begrijpen van deze sociale dynamiek zowel het conceptuele raamwerk van gevestigden en buitenstaanders van Elias en Scotson, als de noties van economisch, sociaal en cultureel kapitaal van Bourdieu nog steeds heel bruikbaar zijn. De derde, en misschien wel grootste uitdaging is een normatieve uitdaging. Op grond van de hier voorgestelde constructivistische conceptie van cultuur kunnen we constateren dat het geen enkele zin heeft om de vraag te stellen of ‘een cultuur’ in zijn geheel moreel beter of minder is dan andere culturen. Het is daarentegen uitermate zinvol, zelfs noodzakelijk, dat we een bepaalde traditie of praktijk onder de loep nemen, en gezamenlijk exploreren hoe rechtvaardig of hoe waardevol deze (nog) is binnen de nieuwe verhoudingen van een superdiverse samenleving. Bestuurders, beleidsmakers en professionals kunnen een positieve bijdrage leveren aan de onderlinge integratie in majority-minority steden, aan de verbetering van verstandhoudingen op de werkvloer, in het onderwijs, de gezondheidszorg, het publieke debat of de openbare ruimte, wanneer ze hun rol als normatieve professional serieus nemen. Het recente debat over de rol van de figuur van zwarte Piet in de Nederlandse Sinterklaas traditie is, hoe pijnlijk ook, een mooi voorbeeld hiervan. Een ander zinvol initiatief aan De Haagse Hogeschool is de start van een ‘dilemmabank’ een interactieve databank waar medewerkers, aan de hand van het (in overleg met veel betrokkenen ontwikkeld) Handelingskader Diversiteit, dilemma’s en oplossingen uit hun eigen praktijk kunnen indienen: als bron van discussie en reflectie.
DOCUMENT
Met zijn kabinetsvisie op integratie heeft minister Asscher wel goede bedoelingen, maar sluit hij ‘migranten’ juist maatschappelijk uit. De overheid behoort mensen niet op hun afkomst, geloof en als groep te beoordelen, maar op hun toekomst, gedrag en als individu.
LINK
"In den beginne is de relatie", opent de nieuwe lector Mantelzorg, dr. Deirdre Beneken genaamd Kolmer, dit boekje. En daarmee geeft ze in één zin aan waar het lectoraat Mantelzorg om draait. Het lectoraat Mantelzorg is tot stand gekomen op initiatief van de gemeente Den Haag in samenwerking met De Haagse Hogeschool. De gemeente Den Haag is al jaren actief - met diverse partners in de stad - gericht op het verbeteren van de ondersteuning van mantelzorgers. Den Haag staat bekend als een stad met vele contrasten: arm-rijk, zand-veen, Hagenaer-Hagenees, autochtoon-allochtoon. Eén ding is echter helder: ondanks deze contrasten zijn wij mensen en worden wij in meerdere of mindere mate geconfronteerd met de kwetsbaarheden van het leven. Soms leiden die tot een afhankelijkheidsrelatie van een ander: een mantelzorger of een beroepskracht. De zorgverlening heeft zich inhoudelijk sterk ontwikkeld. De Haagse Hogeschool kent diverse opleidingen waarin het verlenen van zorg centraal staat. In de Academie voor Gezondheid en de Academie voor Sociale Professies is vakbekwaamheid een kernwoord. Maar er is een risico dat de balans in het uitoefenen van het vak doorslaat naar het “volgens protocol” uitvoeren van het vak. Dit is voor de zorgpraktijk niet wenselijk. In die praktijk ontmoeten onze zorgprofessionals de zorgvrager en diens naasten, de mantelzorgers. In Den Haag zijn naar schatting 79.000 mantelzorgers boven de 16 jaar. Hiervan zijn ongeveer 12.000 mantelzorgers zwaar- tot overbelast. Dat is vijftien procent. En dat is veel. Dat betekent dat één op de zeven mensen die hun naaste verzorgen zwaar- tot overbelast is. Veel mantelzorgers hebben naast de zorg ook vaak nog hun werk, gezin sociale leven en andere activiteiten. Voor mantelzorgers is het vanzelfsprekend dat zij zorg verlenen. Zij zullen niet snel klagen. Maar het feit blijft dat de combinatie van zorg met gezin en werk zwaar is. Daarom is het belangrijk dat deze mantelzorgers af en toe tijd voor zichzelf kunnen nemen en de zorg tijdelijke aan anderen kunnen overlaten. De gemeente Den Haag vindt het belangrijk hier iets aan te doen. In het Haags Mantelzorgakkoord 2011-2014 “Mantelzorg : samen zorgen” is het vergroten van de toegankelijkheid van respijtzorg een belangrijk thema. De gemeente Den Haag is één van de twaalf partners van dit Mantelzorgakkoord. In het Collegeakkoord 2010-2014 “Aan de slag” wordt eveneens aandacht besteed aan deze problematiek en worden middelen hiervoor gereserveerd. Dankzij mantelzorgers kunnen zorgsystemen overeind blijven. Mantelzorgers vormen een belangrijke taak in de samenleving. Mantelzorgtaken kunnen niet volledig vervangen worden door de professionele zorg, dit betekent dat mantelzorgers onbetaalbaar zijn. Het is belangrijk dat er een goede afstemming plaatsvindt tussen zorgvrager, mantelzorger en professional, de zogenoemde zorgtriade. (voorwoord van Rob Brons, voormalig voorzitter van het College van Bestuur van De Haagse Hogeschool en Karsten Klein, wethouder Jeugd, Welzijn en Sport gemeente Den Haag)
DOCUMENT
Het onderzoek waarvan we in dit rapport verslag doen is uitgevoerd in het kader van de pilots Taalontwikkelend hbo van het Lectoraat Lesgeven in de multiculturele school (Beijer & Hajer, 2005). Binnen de opleidingen Economie, Mondzorgkunde en de Lerarenopleiding Wiskunde werken docenten en ontwikkelaars aan de taalvaardigheid van alle studenten binnen het reguliere curriculum. Het streven is delen van de curricula van de opleidingen zo vorm te geven dat ze bijdragen aan de taalontwikkeling van studenten en aan de bewustwording van docenten en studenten dat taal een integraal onderdeel is van studie en beroep en niet iets wat er los bij hangt. In het kader van deze pilots is in het studiejaar 2006-2007 flankerend onderzoek uitgevoerd naar de vraag hoe je taalvaardigheidsniveaus kunt meten en naar de relatie tussen taalvaardigheid, taalleerstrategieën en de mate waarin studenten in staat zijn hun eigen taalvaardigheidsniveau in te schatten.
DOCUMENT
Hoe gaan we om met interculturaliteit in het onderwijs? Het INHolland-congres Mix-In daarover behandelt een scala onderwerpen binnen diversiteitsbeleid. Eén van de workshops wordt geleid door Baukje Prins, lector aan de Haagse Hogeschool. "We moeten niet steeds verschillen willen benadrukken, verschillen die studenten zelf al wel ervaren."
DOCUMENT