In de 70-er jaren en daarna koos de politiek niet voor ‘gratis’ openbaar vervoer, maar koos voor de ‘vrijheid’ van een auto voor iedereen. Dat doen we nog steeds. Als in de politiek over ‘verkeersbeleid’ wordt gesproken, gaat het altijd over ‘autobeleid’. Doe je dat niet dan ben je een ‘autohater’, je doet aan ‘autotje pesten’. Toch heeft overdag vrijwel de helft van de bevolking geen toegang tot het autosysteem, maar is afhankelijk van lopen, fietsen en het openbaar vervoer, dat we tegelijkertijd steeds verder afbreken. Iedereen kan zien dat naarmate er meer privé-auto’s zijn en naarmate we meer autorijden, het verkeer steeds meer vastloopt en onze reisdoelen steeds moeilijker bereikbaar worden. Is dat ons gewenste toekomstbeeld? Overal waar nu twee auto’s staan of rijden, staan of rijden er over vijftien jaar drie? Tijd om het verkeersbeleid te herzien? Of blijven we doorgaan met meer asfalt aan te leggen en meer van de auto afhankelijk te worden, in de wetenschap dat dit het probleem van de bereikbaarheid niet oplost?
MULTIFILE
Campussen zijn er in veel smaken. Eén ding hebben ze gemeen: ze worden neergezet als innovatieversnellers met een meerwaarde voor de aldaar gevestigde bedrijven en kennisinstellingen.
Voor u ligt het booklet Sensing Streetscapes: perspectieven op verdichting. Het bundelt de interviews van elf ontwerpbureaus, drie gemeentelijke senior stedenbouwers, de voormalige rijksadviseur, vijf mondiale academische pioniers van de neuro-architectuur en een verkenning naar negen bijzondere Chinese woningbouwprojecten.Deze uitgave is onderdeel van het tweejarig onderzoeksproject Sensing Streetscapes. Hierin werken onderzoekers van de HvA samen met de praktijk en internationale onderzoeksgroepen aan het ontleden van het begrip menselijke maat voor het ruimtelijk ontwerp. De conceptversie van het booklet werd op het eindseminar-excursie van 28 mei 2021 gepresenteerd. Aan de publicatie zijn de inzichten uit het eindsymposium en excursie toegevoegd, alsmede een top-10 lijst van lessen voor het verdichten met een menselijke maat op ooghoogte.
Mobiliteitshubs in of aan de rand van de stad voor goederen- en personenvervoer worden vaak genoemd als sleutel tot een succesvolle transitie naar een autovrije stad of zero-emissie zone. In dat kader zijn bij verschillende steden hubs geplaatst met uiteenlopende functies en specificaties. Onder ondernemers, van ontwikkelaars tot aanbieders van vervoersconcepten, heerst echter onzekerheid over het succes van deze hubs. Waardoor wordt het veronderstelde succes beïnvloed? Is het de locatie, de parkeergelegenheid, de connectie met andere hubs of zijn bijvoorbeeld de faciliteiten of het aanbod aan voldoende en geschikte LEV’s doorslaggevend voor het succes van een mobiliteitshub? De consortiumpartners zijn ieder op een eigenwijze en met specifieke activiteiten betrokken bij de ontwikkeling van hubs. Vanuit kennis en ervaring bieden zij samen een breed pakket aan diensten en producten die nauw verbonden zijn met het ontwerp, de bouw en de faciliteiten van hubs. Juist vanuit deze actieve rol ondervinden zij onzekerheid en onduidelijkheid met betrekking tot de eisen die aan een succesvolle hub verbonden zijn. Dit onderzoek is een verkenning van de kritische succesfactoren van hubs. De onderzoeksvraag is: welke kritische succes factoren moeten in elk geval aanwezig voor het optimale succes van een mobiliteitshub c.q. deze te laten voldoen aan de behoefte van gebruikers, en welke rol spelen LEV’s hierin? Kennis en ervaringen van betrokken partners zal leiden tot een selectie aan KSFs die vermoedelijk bijdragen aan het succes van hubs. Met veldonderzoek, interviews, desk research en analyse zal vervolgens duidelijk worden welke factoren inderdaad doorslaggevend zijn. Dit resultaat wordt verwerkt tot een toolkit voor ontwikkelaars en andere betrokken bedrijven die een leidraad zal bieden voor de cruciale keuzes voor de opzet van hubs.