Cognitieve gedragstherapie en gezinsinterventies zijn wetenschappelijk bewezen interventies, waarvan wordt geadviseerd deze op te nemen in zorgprogramma’s. Niet bewezen effectief, maar wel geïndiceerd, is psycho-educatie aan de patiënt. Optionele interventies zijn lotgenotengroepen en – bij negatieve symptomen – psychomotorische therapie. Voor de verpleegkundige zorg is de wetenschappelijke evidentie beperkt, wel worden aanbevelingen gedaan. De ontwikkeling van een ‘levende richtlijn’, die continu wordt geactualiseerd, is wenselijk.
DOCUMENT
Dit document maakt deel uit van de NJi-reeks over welke interventies en typen behandeling werken in de jeugdzorg. Deze overzichten zijn te vinden via de link www.nji.nl/watwerkt. In dit document is op een rij gezet wat er bekend is over de randvoorwaarden van kwaliteit en effectiviteit van de residentiële jeugdzorg. De auteurs maken onderscheid in kenmerken in orthopedagogische basiszorg, kenmerken van de instellingen, training en ondersteuning van het personeel, organisatorische kenmerken, de fysieke omgeving en algemeen werkzame factoren.
DOCUMENT
Full text via link. MBO Utrecht Academie Welzijn (niveau 3 en 4) en de Utrechtse buurtteamorganisatie Lokalis willen komen tot een samenhangende aanpak voor MBO-studenten met psychische problemen, gericht op inclusie en het voorkomen van uitval. Hiervoor is allereerst een gezamenlijke visie op de integrale begeleiding en ondersteuning van MBO-studenten met psychische problemen ontwikkeld, met de jongeren en ouders zelf, studieloopbaanbegeleiders en andere MBOmedewerkers, medewerkers van het Buurtteam MBO, en andere externe hulpverleners en betrokkenen. In deze visie worden de verschillende perspectieven (student, onderwijs, hulp en gemeente) in één conceptueel kader verenigd, als gemeenschappelijke basis voor een samenhangende aanpak.
LINK
Persbericht: Dit boek focust op de integratie van kennis om het optimaal functioneren van mensen met dementie te bevorderen, geheel in de geest van het Deltaplan Dementie. In de eerste vier hoofdstukken: de diagnostiek, de symptomen en de medicamenteuze behandeling van de aandoening en de non-medicamenteuze behandeling. Vervolgens beschrijven vier hoofdstukken heel concreet welke zorg er mogelijk is vanuit functioneel perspectief: - basiszorg, - omgevingsstrategieën in de verschillende stadia van dementie, - activeringsstrategieën, - reactivering met en zonder technologische hulpmiddelen. Tenslotte komen in tien hoofdstukken alle mogelijke vormen van begeleiding aan de orde om te helpen leren omgaan met de gevolgen van dementie: - wat zijn nog zinvolle en haalbare bezigheden? - hoe help je hem/haar een positief zelfbeeld te behouden? - wat kan helpen om in contact te blijven met familie en vrienden? - wat zijn wensen voor toekomstige behandeling bij voortschrijding van de ziekte? Kernpunt is steeds: om de kwaliteit van het leven te optimaliseren zijn erkenning van de individuele behoeften, wensen en mogelijkheden een voorwaarde naast een maximum aan respect voor de persoon met dementie.
MULTIFILE
Het werkveld van de psychogeriatrie omvat de behandeling, begeleiding en zorg voor mensen die vanwege met veroudering samenhangende lichamelijke, sociale of psychologische processen, abnormale problemen ervaren of veroorzaken. In dit half uur wil ik u in vogelvlucht vertrouwd maken met dit werkveld om uiteindelijk het kader aan te geven waarin het Lectoraat en KennisKring PsychoGeriatrie aan de Haagse Hogeschool zich wil bewegen. Hoewel de term 'psychogeriatrie' staat voor meer dan enkel dementie, wil het Lectoraat zich de komende jaren vooral richten op de zorg voor mensen met dementie. In mijn navolgende betoog bedoel ik met de term 'zorg' impliciet behandeling en begeleiding. Allereerst geef ik een schets van de problematiek van mensen met dementie en hun familie, zowel in het algemeen als op individueel niveau, Van daaruit zal ik de contouren uitlijnen van de taak waar verzorgenden en andere hulpverleners dag in dag uit voor staan. Deze schets vormt de opmaat voor een andere kijk op de (verpleeghuis)zorg voor mensen met dementie en hun familie. Vanuit dit perspectief behelst deze zorg beduidend meer dan het leveren van zogenaamde basiszorg. Ten slotte zal ik een verbinding leggen tussen dit perspectief en de doelstelling van het Lectoraat en KennisKring PsychoGeriatrie, en zal ik aangeven hoe ik deze - vooralsnog binnen de regio - hoop te realiseren, samen met de leden van de huidige KennisKring, te weten Frans Hoogeveen, Britt Fontaine, Peter Bakens en Agnes Vernooy.
DOCUMENT
Lifelong learning is necessary for nurses and caregivers to provide good, person-centred care. To facilitate such learning and embed it into regular working processes, learning communities of practice are considered promising. However, there is little insight into how learning networks contribute to learning exactly and what factors of success can be found. The study is part of a ZonMw-funded research project ‘LeerSaam Noord’ in the Netherlands, which aims to strengthen the professionalization of the nursing workforce and promote person-centred care. We describe what learning in learning communities looks like in four different healthcare contexts during the start-up phase of the research project. A thematic analysis of eleven patient case-discussions in these learning communities took place. In addition, quantitative measurements on learning climate, reciprocity behavior, and perceptions of professional attitude and autonomy, were used to underpin findings. Reflective questioning and discussing professional dilemma's i.e. patient cases in which conflicting interests between the patient and the professional emerge, are of importance for successful learning.
MULTIFILE
Voeding speelt een belangrijke rol bij de preventie en behandeling van ziekten. In de verpleegkundige basiszorg is voeding een fundament dat alle zorgactiviteiten voor eten en drinken omvat. Het is daarom belangrijk dat er in de opleiding tot bachelor verpleegkundige voldoende aandacht is voor voeding.
DOCUMENT
Dit document maakt deel uit van de NJi-reeks over welke interventies en typen behandeling werken in de jeugdzorg. Deze overzichten zijn te vinden via de link www.nji.nl/watwerkt. In dit document is op een rij gezet wat er bekend is over de randvoorwaarden van kwaliteit en effectiviteit van de residentiële jeugdzorg. De auteurs maken onderscheid in kenmerken in orthopedagogische basiszorg, kenmerken van de instellingen, training en ondersteuning van het personeel, organisatorische kenmerken, de fysieke omgeving en algemeen werkzame factoren.
DOCUMENT
Het begrip Ernstige Psychische Aandoening (EPA) is veelomvattend. In de wijk Overvecht, waar gezondheid laag scoort in vergelijking met andere delen van Utrecht, komt EPA veel voor. Overvecht is een wijk die op meer terreinen niet gunstig afsteekt tegen de rest van Utrecht. De sociale cohesie is laag, en ook de hoge graad van mensen met een Turkse of Marokkaanse afkomst is van invloed op de mate waarin mensen gezondheidsrisico lopen. Aanzienlijk minder mensen dan in de rest van Utrecht hebben een baan. Daarmee hangt samen dat veel meer mensen in Overvecht rond moeten komen van een bijstandsuitkering, meer schulden hebben, of moeite hebben om rond te komen met hun inkomen. De eenzaamheid is groter en de tevredenheid over de woonomgeving geringer. Er zijn ook positieve ontwikkelingen en er zijn veel initiatieven in de wijk om de leefbaarheid en gezondheid te verbeteren. Het percentage van mensen met een verslaving is lager, dan in de rest van Utrecht. Een onderzoek uitgevoerd door Vektis bij verschillende instellingen in Utrecht, de zogeheten EPA-vignettenstudie, heeft in kaart gebracht waar mensen met EPA hun behandeling moeten krijgen en waar de regie ligt voor de behandeling.
DOCUMENT
Het signaleren en bespreken van en verwijzen bij financiële problemen vraagt om een brug tussen het medische en sociale domein. Voorliggende rapportage is gericht op huisartsenpraktijken en bevat een aantal aansprekende voorbeelden van manieren waarop daaraan invulling kan worden gegeven. De voorbeelden zijn bondig beschreven en hebben met elkaar gemeen dat er een verbinding is gelegd tussen de huisartsenpraktijken enerzijds en de hulp bij schulden anderzijds. Niet alleen in achterstandswijken van de grote steden, maar ook in kleinere plattelandsgemeenten als het Twentse Losser. Dit levert mooie resultaten op. Wat opvalt is dat de aanpak sterk verschilt. In de ene praktijk hebben huisartsen gekozen voor het binnenhalen van een professional op financieel gebied, in andere praktijken is er juist een zorgpad ontwikkeld waardoor de doorverwijzing efficiënter is geworden. De voorbeelden zijn niet alleen divers in geografische spreiding, maar ook in staat van dienst. Sommige initiatieven zijn nog pril, maar veelbelovend. Andere hebben zich echt al neergezet als nieuwe werkwijze. Voorliggende rapportage is opgesteld door het lectoraat Schulden en Incasso van Hogeschool Utrecht en Zorggroep Almere. Zij beogen met deze rapportage huisartsenpraktijken te enthousiasmeren om de samenwerking te zoeken met partijen die hulp bieden bij schulden. De opzet van deze rapportage is als volgt. In het eerste hoofdstuk is kort beschreven waarom het voor huisartsen en patiënten van belang is dat er in de spreekkamer over schulden wordt gesproken. In hoofdstuk 2 worden vervolgens concrete handreikingen gegeven aan praktijken die samenwerking willen zoeken met het sociaal domein. Dat hoofdstuk bevat onder meer achtergrondkennis over de opzet van schuldhulpverlening in Nederland, concrete tips om samenwerking vorm te geven, een toelichting op het interventiepakket dat het lectoraat en Zorggroep Almere voor praktijken in heel Nederland ontwikkelden en op mogelijkheden om nauwere samenwerking te financieren. Hoofdstuk 3 vat de voorbeelden kort samen. De beschrijving van de voorbeelden is gegeven in de hoofdstukken vier tot en met negen.
DOCUMENT