Opdracht van het project Vision 2037 aan een groep multidisciplinaire studenten van De Haagse Hogeschool: Wat is de toekomst van leren en welke rol speelt de hogeschool daarin? Onze samenleving is in transitie en kent daardoor vele feitelijke veranderingen, zoals tekorten op diverse arbeidsmarkten, hoeveelheid instroom van kennis uit het buitenland of het teruglopende percentage beroepsbevolking. Onderzoek heeft de feitelijke kennis samengevoegd tot inzichten: 7 drivers for change zijn gevonden, die de toekomst van onderwijs werkelijk gaan veranderen: 1 Personalisatie 2 Passie, talent, waarde 3 Leren altijd en overal 4 Middenin en voor de maatschappij 5 De 21st Century Skills 6 Herwaardering van doen 7 ‘Meetbare’ proeve van bekwaamheid
In de periode rond de millenniumwisseling zijn veel publicaties uitgebracht over toekomstige ontwikkelingen op het gebied van arbeid (onder meer Van Driel 2001; Gaspersz & Verhoeff 2001; Leijnse 2002; Licher 2001; Paauwe & Williams 1999; Schnabel 2000; Weehuizen 2000). In diezelfde periode heb ik met enkele TNO-collega’s twee publicaties uitgebracht met een vooruitblik naar de toekomst. Dat betreft HRM in de toekomst dat ik in 2003 samen met Erik Jan van Dalen en Sjiera de Vries heb geschreven en De toekomst werkt; mens en bedrijf in 2020 uit 2007, waar ik samen met Joost van Genabeek en Cees Wevers de redactie van heb gevoerd. De publicatie HRM in de toekomst (Gründemann, Van Dalen & De Vries 2003) signaleert vier kernontwikkelingen die niet alleen essentieel zijn gezien hun effect op HRM en arbeid, maar ook omdat het vrij zeker is dat zij zich gaan voordoen. Deze kernontwikkelingen zijn: 1. veranderingen in de samenstelling van de beroepsbevolking 2. ontwikkelingen rond ICT en arbeid 3. flexibilisering van arbeidsrelaties 4. verandering in de betekenis van (betaald) werk
In EU-verband zijn door overheden afspraken gemaakt om het aantal hoger opgeleiden binnen hun beroepsbevolking te verhogen. Dit in een tijd van kleinere budgetten, lagere slagingspercentages en oplopende studieduur. Rutger Kappe achterhaalde de factoren die van invloed zijn op enerzijds het succesvol afronden van een opleiding en anderzijds het latere succes op de arbeidsmarkt. Zijn onderzoek toont aan dat bepaalde persoonskenmerken gerelateerd zijn aan studie- en werksucces. Kappe onderzocht de rol van intelligentie, persoonlijkheid, motivatie en leerstijlen voor studiesucces en vond dat het persoonlijkheidskenmerk ‘consciëntieusheid’ het best de hoogte van behaalde studiecijfers en de tijd die studenten over hun studie doen voorspelt, gevolgd door intelligentie en motivatie. Voor werksucces blijken deze kenmerken ook voorspellende waarde te hebben. Tevens zijn competenties van belang en blijken eerdere studieprestaties (cijfers) een minder belangrijke rol te spelen. Kappe geeft adviezen aan instellingen en studenten hoe zij hun kans op succes kunnen vergroten door bepaalde interventies (timemanagement, selectie) en curriculumontwikkeling
MULTIFILE
Defensie heeft met steeds complexere inzetcontext te maken door de veranderende geopolitieke situatie in combinatie met de vergrijzende beroepsbevolking en de klimaat- en energietransities. In dit spanningsveld verandert ook de positie van de soldaat in het veld (met name de Koninklijke Landmacht). Van deze moderne militair wordt verwacht in een ‘netcentric environment’ te acteren wat o.a. tot gevolg heeft een toenemend gebruik van elektronische apparatuur bij elke inzet. Na het uitstijgen (gedropt in het veld) is de militair afhankelijk van energiebronnen die mobiel meegenomen kunnen worden of ter plekke opgeladen. De technologische ontwikkelingen volgen elkaar snel op en de militair kan o.a. te maken krijgen met een arsenaal aan batterijen, opladers, e.d. die niet onderling uitwisselbaar zijn wat tot extra vracht en daarmee meer fysieke belasting leidt. Dit project heeft als doel om vanuit de actuele stand van zaken voor de uitgestegen militair te komen met verbeteropties om in de (nabije) toekomst qua energie onafhankelijk te opereren in het veld beter mogelijk te maken, en waar de mogelijkheden voor dual use liggen met civiele organisaties. Aandacht zal worden gegeven aan energieopwekking, -opslag en -besparing als ook de connectiviteit tussen de verschillende assets.
Vergrijzing en ontgroening is - in Noord-Nederland sterker dan in de rest van Nederland - een urgent probleem dat werkgevers, zowel het MKB als grote organisaties, steeds meer voelen. Ten behoeve van de bemensing van de regionale klimaattransitie en om te voorzien in personeelstekorten is het noodzakelijk dat oudere werknemers (55plus) vitaal, gezond en langer blijven werken. Omdat de huidige interventies en arrangementen voor het oudere deel van de beroepsbevolking veelal gericht zijn op afvloeiing en minder werken, is juist aandacht nodig voor de ontwikkeling, duurzame inzetbaarheid en arbeidsmobiliteit van oudere werknemers. Met het ambitieuze project BAANBREKEND PERSPECTIEF VOOR EEN DUURZAME REGIO beogen we door uitvoering en ontwikkeling van een integraal aanbod van gevalideerde HR- en loopbaaninterventies en -voorzieningen de duurzameinzetbaarheid en de verdere ontwikkeling van oudere werknemers te bevorderen. Daarmee wordt het menselijk kapitaal versterkt dat nodig is voor de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie én dragen we bij aan de brede welvaart in Noord-Nederland
Het project ‘Design Thinking bij Nationale Militaire Inzet Koninklijke Landmacht’- Fase1 (NMIKL fasse1) is gericht op nieuwe creatieve methoden om complexe vraagstukken van de Landmacht Nationale Inzet (LNI) op te lossen. Binnen het convenant tussen de Hogeschool Utrecht (HU) en LNI heeft LNI haar hulpvraag voorgelegd om de vele complexe vraagstukken van diverse aard te helpen oplossen. Het ontbreekt LNI aan een methode om de Inmiddels 75 benoemde complexe vraagstukken met ingewikkelde onderlinge relaties op te pakken. Dergelijke complexe vraagstukken worden ‘wicked problems’ genoemd. Ze bevatten gestapelde problematiek, zoals technologische uitdagingen, de factoren van duurzaamheid, klimaat en vergrijzing van de beroepsbevolking. Daar bovenop komt de toegenomen bedreiging van vrede in Europa. Om een gedegen vraagarticulatie voor de meest belangrijke LNI vraagstukken op te stellen, is een aanpak gewenst, die bij deze ‘wicked problems’ past. Suit-case (een HU-MKB-partner) is opgericht door TU Delft studenten, die gespecialiseerd zijn in het aanpakken van complexe vraagstukken met creatieve methoden, zoals ‘design thinking’ en ‘transition theory management’. Suit-case wil graag haar aanpak geschikt maken voor hiërarchisch gestructureerde organisaties zoals Defensie, zodat de techniek beschikbaar komt voor dergelijke bedrijven( zoals Shell, NS, enzovoorts). Ook deze bedrijven hebben te maken met de maatschappelijke uitdagingen en ‘wicked problems’ en hebben gezien de klimaat-doelstellingen versnelling in hun transitie-proces en daarmee vraagoplossendvermogen nodig. Co-Design van de HU heeft veel ervaring met DT binnen de zorg. Samen gaan we DT beter beschikbaar maken voor grote bedrijven met een hiërarchische structuur zodat ook zij complexe vraagstukken innovatief kunnen oppakken. Door minimaal drie LNI-vraagstukken te doorlopen wordt de ontwikkelde aanpak getest en leert LNI de methoden in de praktijk toe te passen. Het resultaat is een nieuwe, methodologisch onderbouwde vraagarticulatie-aanpak voor complexe vraagstukken voor hiërarchisch georganiseerde organisaties zoals LNI en drie goede vraagarticulaties met aanpak.