Product- en diensteninnovatie in internationale arbeidsbemiddeling worden bemoeilijkt door onduidelijkheid en onzekerheid. In dit working paper van het Expertisecentrum Grensoverschrijdend Inlenen van Arbeid, wordt beschreven wat de huidige stand van zaken is in het beroepsgoederenvervoer over de weg. Ook worden relevante cijfers gepresenteerd over de arbeidsmarkt in de transportsector en komen ontwikkelingen in de bedrijfstak op het gebied van grensoverschrijdend inlenen van arbeid aan de orde. Het paper eindigt met een vooruitblik op de verdere ontwikkeling van (tijdelijke arbeids)migratie in het wegtransport.
DOCUMENT
De term criminele inmenging is reeds onderdeel van het maatschappelijk en criminologisch discours, maar binnen de academische literatuur niet gedefinieerd en geconceptualiseerd. Bij criminele inmenging maken criminele organisaties gebruik van bonafide bedrijven voor de facilitering van criminele bedrijfsprocessen. We introduceren een definitie op basis van empirisch onderzoek en onderscheiden hierbinnen drie vormen hoe bonafide bedrijven als facilitator kunnen optreden. Dit schijnt zowel licht op de vehikelfunctie van ondernemingen als op manieren waarop criminele organisaties die vehikelfunctie aanwenden. Door te illustreren hoe verweving plaatsvindt, hopen we handvatten te bieden om ongewenste verwevenheid te voorkomen.English: Summary:While not a new phenomenon, research on criminal intrusion in (small) businesses is often focussed on the perspective of the criminal, reconstructed after a crime has taken place. In this article we add the perspective of the entrepreneur from the moment he/she is confronted with early signs of possible criminal intrusion. Firstly, we introduce a definition of criminal intrusion, based on 18 cases of (attempted) criminal intrusion in small business: The process by which an actor of a criminal organization turns to and associates with a bona fide corporation, making that corporation a facilitator of criminal business process without its deliberate intent. Secondly, we distinguish three (not necessarily limitative) main practices on how this facilitation of crime takes place within the scope of criminal intrusion in bona fide businesses: 1) a transactional model, which focusses on an exchange of products or services between criminal organizations and businesses; 2) a parasitic relationship where operational processes are abused for criminal gains, and 3) infiltration, in which targeted infiltration, corruption of employees or ‘criminal investment’ takes place to gain a foothold within the business. By introducing a theoretical framework for the categorisation of cases, we hope to further develop the possibilities of (criminological) analysis of criminal intrusion, while simultaneously provide small business owners insights to strengthen their resilience against organised crime.
DOCUMENT
Onderzoek in opdracht van GGD-Roterdam-Rijnmond met als vraag: zijn netwerkgesprekken met mantelzorgers ondersteunend bij hun zorgtaak. Onderzoek uitgevoerd als handelingsonderzoek, waarin onderzoekers en professionals uit hulp-en dienstverlening samenwerken. Netwerkgesprekken zijn gedefinieerd als ‘ het aangaan en voeren van het gesprek over de situatie van de mantelzorger tussen leden uit het informele netwerk.’ Netwerkgesprekken blijken op verschillende manieren ondersteunend te kunnen zijn, nl. zowel in het proces als als uitkomst. Netwerkgesprekken als proces is gefaseerd in: contact maken, situatie inschatten, steunbehoefte formuleren, netwerk verkennen, netwerkgesprekken. In alle fasen verandert de rol van de professional van probleemoplosser naar verbinder en monitoring. Wat betreft netwerkgesprekken als uitkomst is onderscheid aangebracht tussen sterk en zwak/afwezig netwerk. In zeven casussen gaf mantelzorger of zorgvrager aan geen behoefte te hebben aan een gesprek (2 bij sterk netwerk, 5 bij zwak/afwezig netwerk) en bij twee derde van alle gevoerde gesprekken speelt de professional een actieve rol (17 van de 26 casussen). De gesprekken zijn in die gevallen gevoerd met het natuurlijk netwerk (vijf; bij sterk netwerk), zijn netwerkvormend geweest (zeven; m.n. bij zwak/afwezig netwerk) of alleen met professionals gevoerd (vijf; m.n. bij zwak/afwezig netwerk).
DOCUMENT
Voor emissievrije transportsector is het van belang dat bedrijven kunnen beschikken over een goed netwerk om de batterij van hun elektrische vrachtwagen op te laden. In dat kader heeft een consortium van Decisio, EVConsult en Sweco ondersteund door de Hogeschool van Amsterdam een onderzoek uitgevoerd voor het ministerie Infrastructuur en Waterstaat: “Analyse Kosteneffectiviteit Electric Road Systems (ERS) voor Nederland”. Door middel van Electric Road Systems kan de batterij van een elektrische vrachtwagen worden opgeladen tijdens het rijden, bijvoorbeeld via een bovenleiding. Het is dus een vorm van dynamisch laden, wat een alternatief voor, dan wel een aanvulling op, het stationair laden bij een laadpaal is.
DOCUMENT
Dit overzicht geeft een indruk van de ontwikkeling van elektrisch vervoer in Nederland. Het wordt maandelijks samengesteld door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. De cijfers mogen met bronvermelding (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland –RVO.nl) gebruikt worden.
DOCUMENT
In de 70-er jaren en daarna koos de politiek niet voor ‘gratis’ openbaar vervoer, maar koos voor de ‘vrijheid’ van een auto voor iedereen. Dat doen we nog steeds. Als in de politiek over ‘verkeersbeleid’ wordt gesproken, gaat het altijd over ‘autobeleid’. Doe je dat niet dan ben je een ‘autohater’, je doet aan ‘autotje pesten’. Toch heeft overdag vrijwel de helft van de bevolking geen toegang tot het autosysteem, maar is afhankelijk van lopen, fietsen en het openbaar vervoer, dat we tegelijkertijd steeds verder afbreken. Iedereen kan zien dat naarmate er meer privé-auto’s zijn en naarmate we meer autorijden, het verkeer steeds meer vastloopt en onze reisdoelen steeds moeilijker bereikbaar worden. Is dat ons gewenste toekomstbeeld? Overal waar nu twee auto’s staan of rijden, staan of rijden er over vijftien jaar drie? Tijd om het verkeersbeleid te herzien? Of blijven we doorgaan met meer asfalt aan te leggen en meer van de auto afhankelijk te worden, in de wetenschap dat dit het probleem van de bereikbaarheid niet oplost?
MULTIFILE
De capaciteit van het vervoer in de regio Groningen-Assen loopt tegen zijn grenzen aan. Om te voorkomen dat bereikbaarheid van Assen, Groningen en de omliggende dorpen een knelpunt gaat vormen, zal actie moeten worden ondernomen. Nieuwe technologie (autonoom vervoer) kan echter een interessante oplossing bieden voor het vervoersvraagstuk van de regio Groningen-Assen. In dit document wordt aangegeven hoe autonoom vervoer aansluit bij de ambities van de regio Groningen Assen en welke werkzaamheden uitgevoerd moeten worden om hier invulling aan te geven.Notitie van de HG en de RUG.
DOCUMENT
Full text via link. De folkband Pater Moeskroen bezong in 1991 moeders instructies voor de risicovolle tocht van ‘Roodkapje’ naar haar oma met het openbaar vervoer in de grote stad. Roodkapje zelf bleef rustig, net zoals reizigers van het Gemeentelijk Vervoerbedrijf (GVB) in Amsterdam dat nu ook doen.
LINK
In zijn inaugurele rede gaat Bert Plomp in op het belang van praktijkgericht onderzoek voor de verdere ontwikkeling en implementatie van zonnestroom en op het gebruik van zonnestroom voor schoon en stil vervoer en mobiliteit. Ook de ambities van het lectoraat en de hoofdlijnen en speerpunten van het onderzoek komen aan bod en de relaties met het onderwijs, het regionale bedrijfsleven en lopende projecten
DOCUMENT