Naasten en beroepskrachten zijn samen verantwoordelijk voor de ondersteuning van hulpvragers. De samenwerking die dat vergt, komt op de meeste hogescholen echter nauwelijks aan de orde. Dat moet anders, betogen Yvette Wittenberg en collega’s.
LINK
Zorg- en welzijnsorganisaties zoeken naar manieren om de samenwerking met mantelzorgers te verbeteren. Maar hoe denken mantelzorgers over zo’n samenwerking? Docent en onderzoeker Yvette Wittenberg pleit voor meer sensitiviteit bij beroepskrachten en een faciliterende overheid.
MULTIFILE
Hoofdstuk 7 in Handboek Werken in de Wijk. 7.1 Inleiding 7.2 Wie zorgt voor wie in de participatiesamenleving 7.3 Hoe verhouden beroepskrachten en vrijwilligers zich tot elkaar? 7.4 Spanningsvelden tussen professionals en vrijwilligers 7.5 Naar een constructieve samenwerking 7.6 Competenties sociale professional 7.7 Besluit
LINK
Hoe kunnen beroepskrachten en vrijwilligers op een vruchtbare manier samenwerken in het sociale domein? Hoe worden taken verdeeld en hoe stemmen zij op elkaar af? En wat zijn daarbij succesfactoren en faalfactoren, kansen en belemmeringen? In 2014 en 2015 wisselden Utrechtse beroepskrachten en vrijwilligers tijdens twee studiemiddagen met elkaar van gedachten over dergelijke vragen. Dit resulteerde in inspirerende discussies, die in deze brochure zijn terug te lezen. Eindrapportage WMO-werkplaatsproject.
DOCUMENT
Rick Kwekkeboom deed onderzoek naar de ervaringen van mantelzorgers. Daaruit blijkt dat de samenwerking tussen formele en informele zorg nog steeds een probleem is. Volgens Kwekkeboom hebben gemeenten hierin een belangrijke taak.
DOCUMENT
Zorgvragen en mantelzorger zijn vaak familie van elkaar. Beroepskrachten in de palliatieve zorg hebben hiermee te maken. Is de relationele benadering toepasbaar?
DOCUMENT
Dit boek richt zich op de vraag welke perspectieven mantelzorgers hebben op de zorg die zij verlenen en op de relaties die zij onderhouden met zorgvragers en beroepskrachten. Om een antwoord te geven op deze vraag is literatuurstudie verricht en zijn diepte-interviews gehouden met mantelzorgers. Uit dit onderzoek blijkt dat mantelzorg betekenis geeft aan de relatie met de zorgvrager. Die relatie lijkt te gaan over loyaliteit, wederkerigheid en over geven en ontvangen in een familie. Opvallend is het spanningsveld bij de mantelzorgers. Aan de ene kant hebben mantelzorgers een grote bereidheid om mantelzorg te bieden vanuit loyaliteit met de zorgvrager. Aan de andere kant willen mantelzorgers invulling geven aan hun leven buiten die zorg. Het onderzoek geeft tevens handvatten aan beroepskrachten om relationeel en vraaggericht te werken met als vertrekpunt de ervaringen van de betrokkenen in de zorgsituatie. In dit boek zijn mantelzorgers zelf aan het woord. Zij vertellen over hoe zij zorg verlenen, wat voor hen voornaam is en waar zij mooie en moeilijke momenten ervaren.
DOCUMENT
Begin 2020 heeft de gemeente Den Haag aan De Haagse Hogeschool (Lectoraat Urban Ageing) gevraagd om samen met Hulsebosch Advies en AFEdemy een integrale monitor te ontwikkelen en uit te voeren waarbij, door middel van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, onderzoek wordt gedaan naar de stand van zaken van Den Haag als seniorvriendelijke stad en tevens te kijken naar huidige trends aangaande ouderen. Tevens vroeg de gemeente om de ontwikkeling van een meetinstrument dat in de toekomst eenvoudig bij herhaling kan worden ingezet voor onderzoek: de standaard Age Friendly Cities and Communities Questionnaire (AFCCQ) voor ouderen1. In een stadsenquête en in zogenaamde stadsateliers zijn ouderen gevraagd naar hun bevindingen. In totaal hebben 393 Haagse ouderen meegedaan aan de enquête en 50 aan de stadsateliers. De aan de ouderen gestelde vragen gingen over de volgende acht onderwerpen die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gezamenlijk de seniorvriendelijkheid van een stad bepalen: ●Huisvesting; ●Sociale participatie; ●Respect en sociale inclusie; ●Burgerschap en werkgelegenheid; ●Communicatie en informatie; ●Sociale en gezondheidsvoorzieningen; ●Buitenruimte en gebouwen; ●Transport; ● en aanvullend, een negende domein: Financiën. CC-BY NC ND https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/lectoraten/details/urban-ageing#over-het-lectoraat
MULTIFILE
In de eerste twee delen van het proefschrift vindt u informatie over online opvoedingsondersteuning in het algemeen. Welke studies zijn daarover gepubliceerd? Hoe zien de onderzochte online programma’s voor ouders eruit? Welke kenmerken hebben ze? Hoe effectief zijn ze? In de drie andere delen gaan we dieper in op het eenmalig e-mailconsult. Er zijn veel organisaties in Nederland die ouders de gelegenheid bieden om een advies per e-mail te ontvangen, vaak via een web-formulier of een button op een website. Kunnen beroepskrachten deze vorm van online communicatie gebruiken om ouders te begeleiden naar méér empowerment? In deze brochure leest u een beknopte samenvatting van het proefschrift.
DOCUMENT
Relaties, seks, alcohol en drugsgebruik. Het zijn onderwerpen waarover jongeren vaak vragen hebben, maar die ze niet makkelijk bespreken. Dat geldt vooral voor migrantenjongeren. Op basis van drie onderzoeken van het lectoraat Leefwerelden van Jeugd vatten Mieke van Heerebeek en Veerle Knippels samen met wie en hoe migrantenjongeren 'lastige' onderwerpen bespreken. En worden suggesties gedaan welke ondersteunende rol Centra voor Jeugd & Gezin hierin kunnen vervullen.
DOCUMENT