Samenvatting:Behavioural finance maakt inzichtelijk door welke sociaal-psychologische drijfveren mensen zich laten leiden bij financiële beslissingen. In onze exploratieve studie naar financiering van het mkb laten wij zien hoe financiële professionals worden geleid door gewoonten en routines. Het blijkt dat hun afweging veel componenten kent en dat niet alleen de kapitaalkosten belangrijk zijn. Adviseurs hebben een sterke voorkeur voor reguliere bancaire producten, kiezen uit een beperkt aantal opties en worden erg gedreven door de haalbaarheid van een financieringsaanvraag en de aansluiting van de financier bij de ondernemer. Daarmee negeren zij belangrijke inzichten vanuit financieringstheorieën, zoals de Pecking Order en Growth Cycle Theory.
DOCUMENT
Since 2000, all Dutch Universities of Professional Education are confronted with three major renewals. The first was the European agreement to implement the Bachelor-Master system in Higher Education. The second was the strong tendence to renew eduction towards Competence Based Education. The third renewal came from the decision of the ministery of Education to contract lectures (lectoren) and research networks (kenniskringen) to improve research competences among students. Basic idea behind the latest renewal was that if students from Universities of Professional Education bring in more knowledge in companies, during and after their study, this will stimulate the innovative power of Dutch small and medium enterprices (SME’s). Educational developers have been very bussy with these renewals. Under the cloak of national assurance guidelines and external panels of inspection many educational developers automatically tended to use the instrumental paradigm for many design contexts. In accordance with the research of Gustafson (1993) and Richey (1993) we raised questions about the relevance of the instrumental paradigm for educational design contexts, because often the means-end thinking of the instrumental approach have seemed to be out of place. This research project by Lappia, De Boer & Van Rennes took place in 2006 at INHOLLAND university of professional education in the western part of The Netherlands with four pilots at School of Technology, Social Work, Education and Economics. The researchers started from the assumption that improving competence-based internships could not been based on an instrumental paradigma, because of the lack of absolute standards and the need to support deliberation among stakeholders. The Design Science Approach of Van Aken (2004) and Andriessen (2004) was been used to reveal field-tested and grounded technological rules as design specifications for improvement tools. Beside that the research project used the communicative paradigm (Visscher-Voerman & Gustafson, 2004) to reach consensus among the practitioners, who accompanion students during their internships in organisations in order to achieve a growth of competences in the choosen working field. Participants in the research project were employees of the School of Education, The School of Technology and the School of Economics, the department of Education, Quality, Research and development (OKR). Conditions for participating in the project were that the Schools recognized the problems with implementing Competence Based Internship and the School had to set the employees whe participated in the project free for half a day during the project. The Schools as stakeholders in the project were primary interested in solution of their practical problem (practical stream). The department of Education, Quality, Research and development was interested in solution of the pratical problem for dissemination reasons, but would also learn new strategies for implementation (knowledge stream). Therefore was choosen to follow the Design Science Research Approach.
DOCUMENT
Deze handreiking is ontwikkeld voor designers en ontwikkelaars van AI-systemen, met als doel om te zorgen dat deze systemen voldoende uitlegbaar zijn. Voldoende betekent hier dat het voldoet aan de wettelijke eisen vanuit AI Act en AVG en dat gebruikers het systeem goed kunnen gebruiken. In deze handreiking leggen we ten eerste uit wat de eisen zijn die er wettelijk gelden voor uitlegbaarheid van AI-systemen. Deze zijn afkomstig uit de AVG en de AI-Act. Vervolgens leggen we uit hoe AI gebruikt wordt in de financiële sector en werken één probleem in detail uit. Voor dit probleem laten we vervolgens zien hoe de user interface aangepast kan worden om de AI uitlegbaar te maken. Deze ontwerpen dienen als prototypische voorbeelden die aangepast kunnen worden op nieuwe problemen. Deze handreiking is gebaseerd op uitlegbaarheid van AI-systemen voor de financiële sector. De adviezen kunnen echter ook gebruikt worden in andere sectoren.
MULTIFILE
De laatste jaren is er in het hbo veel aandacht voor de legitimering van de diploma’s. Het rapport “Vreemde ogen dwingen” heeft een impuls gegeven aan het verbeteren van de afstudeerprocessen bij vrijwel alle opleidingen. Onderdeel van de verbeterslag is het verbeteren van de modellen waarmee eindwerken worden beoordeeld. Deze modellen moeten bijdrage aan een valide, betrouwbaar en voor de student inzichtelijke beoordeling. Belangrijke vraag daarbij is hoe zo’n model kan worden vormgegeven en of een beoordelingsmodel specifiek is voor een opleiding of hetzelfde kan zijn voor meerdere opleidingen. Dit artikel beschrijft een project aan de Hogeschool Utrecht waarin een gezamenlijk beoordelingsmodel voor afstuderen in het economiedomein is ontwikkeld. Het bleek mogelijk een gezamenlijk beoordelingsformulier te ontwerpen waarin ruimte is voor het toetsen van opleidingsspecifieke eindkwalificaties. Het artikel beschrijft de manier waarop het beoordelingsmodel is ontwikkeld en het resultaat van deze ontwikkeling en geeft een aantal succesfactoren aan.
LINK
De Hogeschool Utrecht heeft een experiment uitgevoerd om het curriculum van de Pabo te flexibiliseren, zodat het beter aansluit op de leerbehoeften van studenten. Dit project richtte zich op het verbeteren van zelfregulatie door middel van ontwikkelingsgerichte feedback. In twee nieuw ontworpen cursussen werd programmatisch toetsen toegepast, waarbij feedback centraal stond dat werd vastgelegd in het digitale portfolio Scorion. Studenten verzamelden bewijsmateriaal in dit systeem, waarop verschillende feedbackgevers feedback gaven. Daarnaast werden studenten in kleinere leerteams begeleid en getraind in feedbackgeletterdheid, wat hen hielp om feedback beter te begrijpen, te gebruiken en erop te reageren. De resultaten van het project toonden aan dat het mogelijk is om onderwijs en toetsing zodanig te ontwerpen dat studenten meer regie krijgen over hun leerproces. Het project biedt een solide basis voor verdere ontwikkeling en verbetering van het onderwijsprogramma.
MULTIFILE
Marketeers, fondsenwervers, politici, gezondheidsvoorlichters en vertegen-woordigers denken allemaal dat zij een uniek beroep hebben. Beïnvloedings-expert Robert Cialdini laat echter zien dat zij grotendeels de zelfde trukendoosgebruiken. In zijn nieuwste boek Pre-suasion raadt hij alle beroepsgroepen aanom mensen eerst rijp te maken voor de eigen boodschap, voordat het overtuigenbegint. Pre-suasion is nu al in dertig talen beschikbaar.
MULTIFILE
Rapport in het kader van het IZW-onderzoek, voorjaar 2011
DOCUMENT
‘Bedrijfsprocessen uit de cloud, business rules als succesfactor’ is een publicatie van het Platform Outsourcing Nederland en is het verslag van een onderzoek van de Hogeschool Utrecht, Lectoraat Extended Enterprise Studies, die tot stand is gekomen met een subsidie van het PON (Platform Outsourcing Nederland).
MULTIFILE
Inclusief onderwijs streeft ernaar om leerlingen met onderwijszorgbehoeftes in het regulier onderwijs te houden. Om voor deze leerlingen een passend onderwijszorgaanbod te realiseren, is interprofessionele samenwerking tussen de leerkracht en de jeugdhulpverlener nodig. Er is echter nog onvoldoende bekend over interprofessionele samenwerking in het primair onderwijs en wat hierin belemmerend of bevorderend werkt. In deze overzichtsstudie gaan we in op de thema’s die naar voren komen in de literatuur over deze samenwerking. We gebruiken hiervoor drie invalshoeken: het interprofessioneel handelen, het pedagogisch-didactisch handelen en de organisatorische factoren. Op basis van de analyse van 47 studies over interprofessioneel samenwerken hebben we een raamwerk opgesteld met samenhangende thema’s en de daarbij horende knelpunten en succesfactoren. Het raamwerk biedt mogelijkheden om praktijken te onderzoeken en voor onderwijs- en opleidingspraktijk om in kaart te brengen waar de knelpunten en succesfactoren binnen hun eigen samenwerking liggen. Hiermee kan een verbeterplan worden opgesteld.
DOCUMENT