De afgelopen jaren zijn grote stappen gezet op het gebied van dakloosheid, qua kwaliteit van de opvang en begeleiding. Tegelijkertijd is er nog steeds te weinig aandacht voor de structurele oorzaken, met voorop de bestaansonzekerheid en het tekort aan betaalbare woningen. Dit essay beschrijft de uitdagingen om te komen tot een betere aanpak. Opvallend: er is een gebrek aan eenduidigheid over wat dakloosheid is. Dat heeft gevolgen voor de politieke keuze hoeveel geld er beschikbaar is voor daklozen.
LINK
Wirwarverzorgingsstaat zorgt voor extra stress bij bestaansonzekerheidDe verzorgingsstaat is een extra stressfactor geworden in het leven van mensen die te maken hebben met bestaansonzekerheid. Mensen moeten beschikken over te veel ‘instantiekapitaal’: het vermogen om zelf de weg te vinden in de wirwar aan loketten en de juiste houding te tonen tegenover instanties. Een lichter en simpeler systeem van hulp, op basis van gedeelde verantwoordelijkheid, is nodig om kwetsbare mensen de steun te kunnen geven die zij nodig hebben.De onderzoeksresultaten en aanbevelingen zijn gebundeld in dit onderzoeksmagazine ‘Bestaanszekerheid begint bij een betrouwbare overheid’, onder redactie van Aisa Amagir en Monique Kremer. Het magazine bestaat uit artikelen over vertrouwen, goede hulp, niet-gebruik van voorzieningen, maatschappelijke initiatieven, cijfers en feiten, en portretten van mensen die te maken hebben met bestaansonzekerheid.
MULTIFILE
Mensen die te maken hebben met bestaansonzekerheid hebben vaak een sterke stapeling van problemen en zijn afhankelijk van verschillende overheidsinstanties. In de interacties met instanties moeten ze te vaak over ‘instantiekapitaal’ beschikken om de hulp te krijgen waar ze recht op hebben. Ook moeten ze de juiste kennis en vaardigheden hebben én de ‘juiste’ houding tonen. We moeten de verzorgingsstaat juist zo inrichten dat mensen niet zoveel instantiekapitaal meer nodig hebben.
MULTIFILE
Er is een groep mensen in Utrecht die niet voldoende profiteert van het aanbod op het gebied van gezondheids- en welzijnsinterventies. Met name mensen met een lage sociaaleconomische status (SES) en/of lage gezondheidsvaardigheden. Deze groep heeft vaker dan gemiddeld te maken met bestaansonzekerheid, door bijvoorbeeld armoede.
Het afgelopen decennium is het aantal daklozen in Nederland verdubbeld tot ruim 36.000 in 2020. Deze mensen leven in een extreme vorm van bestaansonzekerheid, waarbij basale levensvoorwaarden als eten, drinken, toegang tot sanitair en een slaapplek niet vanzelfsprekend zijn. De bestaande aanpak van het daklozenvraagstuk – ook wel ‘housing first’ genoemd – richt zich op het vinden van opvang of reguliere woonruimte. De plek waar daklozen terecht kunnen voor tijdelijk onderdak en voor begeleiding – de Maatschappelijke Opvang (MO) – kent momenteel echter lange wachtlijsten. In grote steden moeten veel daklozen 1 tot 2 jaar wachten op opvang. Om daklozen toch de hulp te bieden die zij nodig hebben, zoeken gemeenten, MO-organisaties en sociaal professionals naar aanvullingen op ‘housing first’ aanpak. Zo bieden MO-organisaties in Amsterdam en Haarlem, in samenwerking met de gemeente, de uit de langdurige Geestelijke Gezondheidszorg afkomstige Resource-methode aan bij daklozen die op de wachtlijst staan voor opvang. Deze methode is gericht op het samen met de dakloze vormen van een steungroep van mensen uit het formele hulpverleningsnetwerk en informele deelnemers, zoals familie, vrienden, buurtgenoten en (oud-)collega’s. Bij mensen die hulp krijgen vanuit de GGZ leidt het aanbieden van de Resource-methode tot een sterker sociaal netwerk en meer eigen regie. De vraag is nu of en hoe de methode werkt bij dak- en thuislozen, en welke kennis, vaardigheden, attituden en facilitering sociaal professionals in de MO nodig hebben om steungroepen te vormen en samen met de dakloze en de steungroep te werken aan de eigen regie van de dakloze. Dit is wat in dit onderzoeksproject, getiteld ‘Social Network First?’, wordt onderzocht.