Stilzitten is al jaren de norm in het onderwijs. Voldoende beweging is echter een essentieel onderdeel van een goede gezondheid. In 2017 voldeed 44% van de kinderen (4-12 jaar) en 69% van de jongeren (12-18 jaar) niet aan de beweegrichtlijnen. Volgens de beweegrichtlijnen dienen kinderen en jongeren (418 jaar) dagelijks minimaal één uur tenminste matig intensief te bewegen om de gezondheid positief te beïnvloeden, waarbij minimaal drie keer per week spier- en botversterkende activiteiten worden uitgevoerd. Er is nog geen beweegrichtlijn voor kinderen jonger dan 4 jaar. Springlab, een bedrijf dat bewegend leren wil stimuleren, heeft in co-creatie met professionals in de kinderopvang een interactieve beweegvloer ontwikkeld. Met de beweegvloer wil Springlab een bijdrage leveren aan het terugbrengen van beweging in het leren van jonge kinderen. Er is echter nauwelijks onderzoek gedaan naar het effect van deze interactieve spel-, sport- of leersituaties op de ontwikkeling van hele jonge kinderen.
DOCUMENT
Slechts 39% van de Nederlandse jongeren tussen 12 en 17 jaar voldoet aan de beweegrichtlijnen. Om dit aan te pakken is samenwerking tussen burgers, overheid, kennisinstellingen, organisaties en bedrijven nodig. Dit wordt onderzocht binnen ‘VMBO in Beweging’. In het eerste deel verzamelen we de wensen en behoeften van vmbo-jongeren op het gebied van beweging in en rondom school.
MULTIFILE
Beweging is essentieel voor het welbevinden en de ontwikkelingvan jongeren, maar veel scholieren brengen een groot deel vanhun dag zittend door. Dit heeft gevolgen voor hun fysieke enmentale gezondheid. Vanaf september 2021 ging het mentaalwelbevinden van jongeren sterk achteruit. Hun welbevinden lijkt sinds september 2022 relatief stabiel te blijven, al is het wel op een lager niveau dan in 2021 (RIVM, 2024). In het primair onderwijs (po) wordt al een aantal jaar gewerkt aan de Dynamische Schooldag, waarbij het zitten om de 30-45 minuten wordt onderbroken met een beweegmoment en deze momenten gezamenlijk optellen tot minimaal 60 minuten per dag. Een soortgelijke aanpak zou ook van meerwaarde zijn in het voortgezet onderwijs (vo). Het is echter geen concept dat je kan kopiëren en plakken naar de context van het vo. In dit artikel bespreken we waarom bewegen tijdens de schooldag ook voor leerlingen in het vo zo belangrijk is en hoe scholen dit kunnen implementeren.
DOCUMENT
Purpose: The purpose of this study was to validate optimized algorithm parameter settings for step count and physical behavior for a pocket worn activity tracker in older adults during ADL. Secondly, for a more relevant interpretation of the results, the performance of the optimized algorithm was compared to three reference applications Methods: In a cross-sectional validation study, 20 older adults performed an activity protocol based on ADL with MOXMissActivity versus MOXAnnegarn, activPAL, and Fitbit. The protocol was video recorded and analyzed for step count and dynamic, standing, and sedentary time. Validity was assessed by percentage error (PE), absolute percentage error (APE), Bland-Altman plots and correlation coefficients. Results: For step count, the optimized algorithm had a mean APE of 9.3% and a correlation coefficient of 0.88. The mean APE values of dynamic, standing, and sedentary time were 15.9%, 19.9%, and 9.6%, respectively. The correlation coefficients were 0.55, 0.91, and 0.92, respectively. Three reference applications showed higher errors and lower correlations for all outcome variables. Conclusion: This study showed that the optimized algorithm parameter settings can more validly estimate step count and physical behavior in older adults wearing an activity tracker in the trouser pocket during ADL compared to reference applications.
DOCUMENT
Deze rapportage maakt deel uit van zes rapportages die zijn opgeleverd in het WHeelchair ExercisE and Lifestyle Study (WHEELS) project. In deze rapportages worden de resultaten gepresenteerd van de Intervention Mapping (IM) stappen 1 t/m 6 in het ontwikkelen van een leefstijlapp voor rolstoelgebruikers met een dwarslaesie of beenamputatie. Deze rapportage betreft de uitwerking van IM-stap 2 waarin de programmadoelen en veranderbare en belangrijke determinanten waarop de leefstijlapp zich zal richten zijn vastgesteld.
DOCUMENT
Welke beweeg-apps zijn bruikbaar bij het stimuleren van meer bewegen bij thuiswonende ouderen? In het project ‘Meer bewegen met uw Smartphone’ is kennis opgedaan over geschikte beweeg-apps voor ouderen. Tevens is onderzocht hoe een keuzewijzer beweeg-apps het beste gebruikt kan worden door zorgverleners in de eerstelijn.
DOCUMENT
In Lichamelijke Opvoeding 9 van oktober 2015 is het SPEACH-project geïntroduceerd en nu we twee jaar verder zijn, worden de eerste resultaten zichtbaar. Het uiteindelijke doel van het SPEACH-project is om bewustwording en gedragsverandering te bevorderen van Europese jeugd in de richting van een actieve en gezonde leefstijl. De stand van zaken wordt in dit artikel belicht.
DOCUMENT
In het WHEELS-project wordt de eerste leefstijlapp voor rolstoelgebruikers met een dwarslaesie of beenamputatie ontwikkeld. Doel is dat zij ook ná de revalidatiefase kunnen werken aan hun vitaliteit en een gezonde leefstijl. In dit artikel wordt beschreven hoe de app in 6 stappen is ontwikkeld en worden de eerste resultaten van een gebruikersstudie samengevat.
LINK
Internationale literatuur laat zien dat mensen met een reumatische aandoening minder aan sport- en beweegactiviteiten doen. Het is niet duidelijk of dit ook geldt voor Nederlanders met een reumatische aandoening. In dit onderzoek is gekeken naar het sport- en beweeggedrag van mensen met een reumatische aandoening middels interview- en vragenlijstonderzoek. Het aantal respondenten dat heeft aangegeven aan de Nederlandse beweegrichtlijnen te voldoen (52,7%) is redelijk in lijn met onderzoeksresultaten van het Centraal Bureau voor de Statistiek waaruit blijkt dat 48,4% van de Nederlanders met een chronische aandoening aan de beweegrichtlijnen voldoet. Mensen met reuma sporten veelal als onderdeel van de revalidatie of bij een fitnesscentrum. De belangrijkste barrières voor mensen met reuma om georganiseerd te sporten in hun eigen regio hebben betrekking op de kennis en vaardigheden van sportbegeleiders, gebrek aan hulp bij het vinden van een geschikte sport- en/of beweegactiviteit en aanwezigheid van geschikte sport- en spelmaterialen.
LINK
Mensen in een lage sociaaleconomische positie geven de voorkeur aan ondernemend sport- en beweegaanbod ten opzichte van verenigingsaanbod. Uit interviews met sleutelfiguren en in straatinterviews met wijkbewoners blijkt dat er verschillende redenen zijn om voor dit ondernemende aanbod te kiezen, zoals flexibiliteit in tijd en intensiteit, beweegschaamte, gemak en toegankelijkheid. Het onderzoek biedt ook inzichten over het verschil tussen commerciële en sociale ondernemende aanbieders, de invloed van taal en aandacht voor mensen in de meest kwetsbare positie. Het onderzoek biedt inzichten voor beleidsmakers en sportaanbieders om hun aanbod toegankelijk te maken voor mensen in een lage sep. Het verkennende kwalitatieve onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Kenniscentrum Sport en Bewegen en is uitgevoerd in de aandachtswijken Poelenburg in Zaanstad en in Haarlem-oost.
MULTIFILE