Gymdocenten in het PO willen naast hun ´Gymmermansoog´ ook graag een objectieve beoordeling kunnen geven over de beweegvaardigheid van hun leerlingen. Hierdoor wordt de 4-vaardighedenscan veel gebruikt. In dit project wordt deze scan gevalideerd.
DOCUMENT
Het sportadvies welke is ontwikkeld in het SportPaspoort geeft inzicht geven in de sporten en beweegvormen die bij de intrinsieke motivatie en beweegvaardigheid van het kind past. De focus ligt op een leven lang met plezier sporten en/of bewegen. Dit project probeert door middel van een motorische- en voorkeuren test een advies op maat te maken om kinderen in aanraking laten komen met sporten die passen bij hun talent en voorkeur.
DOCUMENT
De motorische ontwikkeling van kinderen is bepalend voor een duurzame en perspectiefrijke deelname aan de sport- en beweegcultuur. Hierbij vormt de bewegingsvaardigheid en het bewegingsplezier een essentieel onderdeel. Kinderen die motorisch vaardiger zijn en een plezierige sportervaring hebben gehad, gaan nu en later meer sporten dan kinderen die dit niet hebben gehad. Een brede motorische basis verkleint de kans op blessures, geeft succesbeleving, zorgt voor een sterke neurologische opbouw en geeft een brede basis om deel te kunnen nemen aan verschillende sporten. Dit maakt het ook mogelijk dat kinderen op latere leeftijd nog eenvoudig een andere sport aan kunnen leren.Naast een brede motorische ontwikkeling is plezier in bewegen en sporten minstens zo belangrijk. Wanneer een kind een sport beoefent waarin het vaardig is, succes ervaart en plezier beleeft is de kans op sportuitval op latere leeftijd aanzienlijk kleiner. Een Breed Sport Advies kan het kind helpen in het vinden van zijn of haar passie in sport en het herkennen van zijn of haar kwaliteiten in sport en bewegen. Een leven lang met plezier bewegen en sporten vraagt om goed en op maat advies voor elk kind. Maar hoe zet je een motorische vaardigheidstest en sport vragenlijst zo in dat je naast het screenen van de motorische vaardigheid ook kinderen kan helpen in het vinden van hun intrinsieke motivatie om meer te bewegen en met plezier te sporten dat resulteert in voldoende vaardigheid, succesbeleving en plezier?
DOCUMENT
Buurtsportcoaches hebben met het Sportakkoord een grotere verantwoordelijk gekregen in het ombuigen van de neerwaartse spiraal van de beweegvaardigheid van jonge kinderen. Wie op jonge leeftijd (v)aardig start, de juiste fundamentele motorische vaardigheden aanleert en plezier ervaart in sporten en bewegen, ontwikkelt dikwijls een actieve leefstijl. Buurtsportcoaches functioneren op dit moment vooral als uitvoerder van sport- en beweegaanbod en niet zo zeer als regisseur of verbinder tussen de sport- en beweegaanbieders op school, in de wijk, bij de sportvereniging en in de kinderopvang. De regisserende en verbindende taken vragen om wezenlijk andere competenties. Uit interviews, bijeenkomsten en enquêtes onder buurtsportcoaches (n=100) en formele en informele sport- en beweegaanbieders voor jonge kinderen om hen heen (trainers (n=64), groepsleerkrachten uit groep 1-2 (n=21), vakleerkrachten bewegingsonderwijs (n=74) en ouders (n=20)), komt naar voren dat buurtsportcoaches worstelen met de vraag hoe zij kleuters en de (semi-)beweegprofessionals daaromheen optimaal kunnen ondersteunen in het verbeteren van de beweegvaardigheid van kleuters. Om deze vraag te kunnen beantwoorden is nieuwe kennis nodig over: risicogroepen, beïnvloedbare determinanten en effectieve interventies ter bevordering van de beweegvaardigheid van kleuters. Deze vraagstukken worden door een mix van vertegenwoordigers uit de beroepspraktijk, onderzoek, onderwijs en implementatie beantwoord, waaronder: De Haagse Hogeschool, Hanze Hogeschool, Fontys Sporthogeschool, Hogeschool Windesheim, VU, TU/e, Kenniscentrum Sport, Mulier Instituut, NOC*NSF, VSG, KVLO en Beroepsvereniging Wij Buurtsportcoaches. In drie werkpakketten wordt inzicht verworven in: de natuurlijke motorische ontwikkeling van kleuters en het risicoprofiel van kinderen bij wie de ontwikkeling achterloopt (WP1), leefstijl- en omgevingsdeterminanten van beweegvaardigheid van kleuters (WP 2) en het effect van interventies in de verschillende beweegdomeinen op de beweegvaardigheid van kleuters (WP3). De wetenschappelijke kennis uit deze werkpakketten wordt verwerkt in een proefschrift en vertaald naar een onderwijsmodule en toolbox met bouwstenen en praktische handvatten voor (toekomstige) buurtsportcoaches (WP 4) ter bevordering van de beweegvaardigheid van kleuters.
Buurtsportcoaches hebben met het Sportakkoord een grotere verantwoordelijk gekregen in het ombuigen van de neerwaartse spiraal van de beweegvaardigheid van jonge kinderen. Wie op jonge leeftijd (v)aardig start; de juiste fundamentele motorische vaardigheden aanleert en plezier ervaart in sporten en bewegen, ontwikkelt dikwijls een actieve leefstijl. Buurtsportcoaches functioneren op dit moment vooral als uitvoerder van sport- en beweegaanbod en niet zo zeer als regisseur of verbinder tussen de sport- en beweegaanbieders op school, in de wijk, bij de sportvereniging en in de kinderopvang. De regisserende en verbindende taken vragen om wezenlijk andere competenties. Uit interviews en enquêtes onder buurtsportcoaches (n=100) en de formele en informele sport- en beweegaanbieders voor kleuters om hen heen (groepsleerkrachten uit groep 1 en 2 (n=21), vakleerkrachten bewegingsonderwijs (n=74), ouders (n=20) en trainers (n=64)), komt naar voren dat zij worstelen met de vraag hoe zij jonge kinderen zo efficiënt en effectief mogelijk kunnen ondersteunen in het verbeteren van hun beweegvaardigheid. Om deze vraag te kunnen beantwoorden is nieuwe kennis nodig over: risicogroepen, beïnvloedbare determinanten en effectieve interventies ter bevordering van de beweegvaardigheid van kleuters. Deze vraagstukken worden door een mix van vertegenwoordigers uit de beroepspraktijk, onderzoek, onderwijs, scholing en implementatie beantwoord, waaronder: De Haagse Hogeschool, Hanze Hogeschool, Fontys Sporthogeschool, Hogeschool Windesheim, VU, Kenniscentrum Sport, Mulier Instituut, NOCNSF, VSG, KVLO en beroepsvereniging Wij Buurtsportcoaches. In drie werkpakketten wordt inzicht verworven in: de natuurlijke motorische ontwikkeling van kleuters tussen 4-6 jaar en het risicoprofiel van kinderen bij wie de ontwikkeling achterloopt (WP1), leefstijl- en omgevingsdeterminanten van motorische vaardigheid van kleuters (WP 2) en het effect van drie interventies op de beweegvaardigheid van kleuters (WP3). De wetenschappelijke kennis uit deze werkpakketten wordt verwerkt in een proefschrift en vertaald naar een toolbox met bouwstenen en praktische handvatten voor buurtsportcoaches (WP 4) ter bevordering van de beweegvaardigheid van kleuters.