De International Joint Research Group Move in Age heeft het initiatief genomen om een website te bouwen over het thema Paratonie en andere bewegingsstoornissen bij dementie.
LINK
Bij de richtlijn horen 1) een wetenschappelijke onderbouwing en 2) een samenvattingskaart. Deze richtlijn beoogt ggz-professionals - in het bijzonder verpleegkundigen - te ondersteunen bij de somatische screening op gezondheidsproblemen bij mensen met een ernstige psychische aandoening, en ondersteuning te bieden bij de planning en uitvoering van vervolgactiviteiten voor preventie en tijdige diagnostiek en behandeling van somatische problemen. Gerichte leefstijlinterventies kunnen risicofactoren voor bepaalde somatische aandoeningen gunstig beïnvloeden. De richtlijn richt zich op volwassen patiënten (18-65 jaar) met een ernstige psychische aandoening of een verhoogd risico. De aanbevelingen zijn ook toepasbaar voor de POH-ggz. Medeauteurs: Marieke van Piere, Maarten Bak, Merlijn Bakkenes, Digna van der Kellen, Sonja van Hamersveld, Ronald van Gool, Katie Dermout, Titia Feldmann, Anneriek Risseeuw, Anneke Wijtsma-van der Kolk, Ingrid van Vuuren, Matthijs Rümke, Evelyn Sloots-Jongen, Paul de Heij, Richard Starmans, Cilia Daatselaar, Christine van Veen en Marleen Hermens (Werkgroep Richtlijnontwikkeling Algemene somatische screening & Leefstijl)
MULTIFILE
SAMENVATTING Mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) hebben een sterk verminderde levensverwachting in vergelijking met de algemene populatie, vooral veroorzaakt door fysieke aandoeningen. Een ongezonde leefstijl speelt een belangrijke rol in de verminderde levensverwachting bij mensen met EPA. Ter bevordering van de fysieke gezondheid van deze doelgroep is de nurse-led e-health-interventie GILL (Gezondheid in Lichaam en Leefstijl) ontwikkeld voor somatische screening en het stimuleren van een gezonde(re) leefstijl. Door het uitvoeren van een cluster-gerandomiseerde studie (RCT) wordt onderzocht of de GILL e-health-interventie effectiever is dan de standaardzorg in het verbeteren van de fysieke gezondheid en leefstijl van mensen met EPA. De primaire uitkomstmaat van deze studie is de score voor de ernst van het metabool syndroom. Naast de RCT wordt een procesevaluatie uitgevoerd om de implementatie en de ervaringen van zowel de deelnemende cliënten als de hulpverleners met de GILLinterventie systematisch te evalueren.
DOCUMENT
Door de dubbele vergrijzing (meer ouderen leven langer) zal het aantal mensen met dementie de komende jaren sterk toenemen. Dementie is een overkoepelend verzamelbegrip met vele verschillende oorzaken. De meest voorkomende oorzaken zijn de ziekte van Alzheimer en vasculaire dementie. Daarnaast komen frontotemporale dementie, parkinsondementie, en de dementie met zogeheten lewylichaampjes (‘Lewy body’-dementie) voor. Bij elke vorm van dementie is de motoriek ook aangedaan, we bewegen immers met onze hersenen. Zelfs al in het prodromale stadium (GDS 2–3) zijn veranderingen waargenomen. Er is veelbelovend bewijs voor een positief effect van oefentherapie bij mensen met dementie op het verbeteren van ADL en cognitie. Bovendien is aangetoond dat de zorglast van mantelzorgers significant lager wordt als gevolg van deze oefentherapie, vooral als de mantelzorger zelf bij de oefentherapie wordt betrokken. Over het geheel genomen is het van belang in multidisciplinair verband samen met patiënt en familie creatief te zoeken naar mogelijkheden voor welzijn en comfort, die individueel heel verschillend zijn.
LINK
Tot in de jaren negentig van de vorige eeuw is er sprake van een gebrek aan aandacht voor de somatische problemen van psychiatrische en verslaafde patiënten in instellingen voor ggz en maatschappelijke opvang. Ook ontbreekt het aan een goede ketensamenwerking met betrekking tot deze problematiek. Binnen een samenwerkingsverband van de gemeente Utrecht, zorginstellingen en huisartsen is deze gebrekkige aandacht in de afgelopen tien jaar een belangrijk thema geweest, uiteindelijk (in 2012) resulterend in de Utrechtse Somatische Screeningslijst. Met deze screening wordt beoogd somatische gezondheidsproblemen vroegtijdig te signaleren. Daarmee kan een beter beeld gevormd worden van de gezondheid van de patiënten en kan de huisarts eerder worden ingeschakeld. De eerste afgenomen screenings laten zien dat veelvoorkomende klachten en aandoeningen bij deze patiënten zijn: ondergewicht, COPD- en andere longklachten, pijnklachten, epileptische aanvallen en huidaandoeningen. Veel patiënten dragen een gebitsprothese. De verpleegkundigen ervaren de screening als een positieve ontwikkeling binnen hun vakgebied. Er zijn echter ook knelpunten aan te merken. Besloten is de USS bij te stellen, op basis van de eerste bevindingen en van een enquête onder degenen die ervaring met het instrument hebben opgedaan. Met de aangepaste lijst wordt een onderzoek uitgevoerd binnen Victas.
DOCUMENT
Onderzoek wijst uit dat veel mensen met een ernstige psychische aandoening (EPA) een ongezonde leefstijl hebben (waaronder ongezonde voeding, inactiviteit en roken). Zij hebben ook vaak één of meerdere lichamelijke aandoeningen (comorbiditeit of multimorbiditeit). Vaak speelt ook langdurige medicatiegebruik dat initiatieven tot gezonder gedrag belemmert. De zorg voor deze patiëntengroep is minder toegankelijk. Hulpverleners kunnen pessimistisch zijn over de effecten van een leefstijlbevorderde aanpak. Hierdoor blijft de aandacht voor een gezonde leefstijl bij mensen met EPA achter bij wat wenselijk en mogelijk is. Gerichte leefstijlinterventies kunnen de risicofactoren voor veel voorkomende lichamelijke aandoeningen gunstig beïnvloeden. Vanuit de principes van shared-decision-making in samenwerking met de patiënt kunnen professionals in de ggz (huisartsenzorg inclusief POH-ggz, generalistische basis-ggz en gespecialiseerde ggz) lichamelijke aandoeningen herkennen en een gezonde leefstijl bevorderen. Deze richtlijn beoogt ggz-professionals - in het bijzonder verpleegkundigen - te ondersteunen bij het bevorderen van een gezonde leefstijl en het uitvoeren van leefstijlinterventies bij mensen met een ernstige psychische aandoening. Mede auteurs: Ronald van Gool, Sonja van Hamersveld, Merlijn Bakkenes, Anneriek Risseeuw, Titia Feldmann, Anneke Wijtsma-van der Kolk, Matthijs Rümke, Evelyn SlootsJongen, Ingrid van Vuuren, Maarten Bak, Katie Dermout, Marieke van Piere, Digna van der Kellen, Paul de Heij, ichard Starmans, Cilia Daatselaar, Christine van Veen en Marleen Hermens (Werkgroep Richtlijnontwikkeling Algemene somatische screening & Leefstijl).
MULTIFILE
Korte beschouwing over de toerusting van sociaal werkers die te maken krijgen met morele dilemma's in de beroepspraktijk.
DOCUMENT
Full text beschikbaar met HU-account. Bespreking van: Barbara van Caem-Posch (2012). Buurtregie met mate. Over spanning tussen nabijheid en distantie in de relatie tussen politie en burgers. De conclusies en aanbevelingen vormen samen een soort ‘cliffhanger’. De lezer vraagt zich af of de verklaring voor de teleurstellende effecten van Amsterdamse buurtregie wellicht ook zijn toe te schrijven aan de weerbarstigheid van het implementeren van community policing in het algemeen. Het was mooi geweest om deze weging van community policing ter afsluiting in het licht van eerdere, empirische bevindingen te plaatsen. Temeer omdat de politiepraktijk blijft hameren op de invoer van community policing, terwijl er in de wetenschap consensus bestaat over de beperkte slagingskans van de implementatie van het concept (p. 24). Door de conclusies in een bredere context te plaatsen hadden wellicht een bredere praktijk en ook de academie nog van een smakelijk toetje kunnen worden voorzien. Want het proefschrift smaakt naar meer. Waar buitenstaanders maar weinig gelegenheid hebben om achter de coulissen van de politiepraktijk te kijken, wijst Van Caem ons in haar proefschrift vakkundig en analytisch de weg. Haar ruime ‘blauwe’ ervaring leidde tot een goed beschreven, academische weging van de Amsterdamse buurtregie op effectiviteit ten aanzien van burgerbetrokkenheid. Het is daarbij bewonderenswaardig hoe zij haar praktische betrokkenheid heeft weten om te zetten in een toegevoegde waarde voor haar academisch speurwerk. Amsterdamse buurtregie blijkt nog fikse moeite te hebben met de beoogde paradigmashift van lawfull policing naar community policing. Maar het resultaat van Van Caems paradigmawisseling naar de wetenschap mag er zijn. Haar proefschrift is voor zowel praktijkmensen als wetenschappers een leerzame studie en een nuttig naslagwerk geworden
LINK
Verlof is een essentieel onderdeel van de tbs-behandeling. We analyseerden 1313 aanvragen voor begeleid verlof, ingediend tussen 2010-2018 bij het AVT, om patronen in de beoordeling, de duur tot de eerste aanvraag en patiëntkenmerken die daarop van invloed zijn te onderzoeken. De resultaten laten een min of meer constant hoog percentage van positief geadviseerde verlofaanvragen zien. Diagnoses, type delict of HKT-variabelen hangen weliswaar significant, maar zwak samen met het type advies en de duur in maanden tot de eerste begeleid verlofaanvraag. Deze duur neemt in de jaren gestaag af. Het toekennen van begeleid verlof is gebaseerd op de individuele weging van het risicomanagement.
DOCUMENT
Traditioneel gezien worden soorten op basis van uitwendige kenmerken gedetermineerd. Vooral het determineren tot op soortniveau is vaak specialistisch werk. Helemaal als deze soorten ook nog op een lijmplaat vastzitten. Zou het niet mooi zijn als we daarin zouden worden ondersteund door de moderne technologie? Dat kan met automatische beeldherkenningstechnieken.
DOCUMENT