Deze verkennende studie is geïnitieerd door het Lectoraat Participatie en Stedelijke Ontwikkeling van de Hogeschool Utrecht, vanuit de onderzoekslijn ‘Maatschappelijke Impact van Sport en Bewegen’ (MISB). De studie sluit aan bij de twee reeds genoemde MISB onderzoeken, te weten het (promotie)project ‘U on Board’ en de vier jaar durende studie CISE (Calibrating Inclusive Sporting Encounters, 2019) die uitgevoerd wordt met een groot onderzoeksconsortium in de steden Eindhoven en Utrecht.
DOCUMENT
Dit onderzoek brengt in kaart hoe oud-bewoners terugkijken op hun periode bij JES en reconstrueert welke betekenis het wonen in een voorziening in zelfbeheer voor hen heeft gehad. Dit is onder oud-bewoners van JES en andere voorzieningen in zelfbeheer nog nauwelijks onderzocht. Doelstelling is om hiermee zicht te krijgen op de toegevoegde waarde van JES en het wonen in zelfbeheer.
DOCUMENT
Op 25 september 2023 presenteerden we het advies Bewoners hebben wat te zeggen. Het resultaat van een samenwerking tussen Recht op de stad, Air Rotterdam en het lectoraat Ecosociaal werk in het Stadslab Zeggenschap. We organiseerden vijf bijeenkomsten op locatie waar sprake was gebiedsontwikkeling, sloop of energietransitie. Daarin werd met bewoners, wooncorporatie en gemeente van gedachten werd gewisseld over de vraag hoe het proces van voorgenomen plannen in de wijk is verlopen en hoe de zeggenschap van bewoners over hun woningen en wijk kan worden versterkt. Daaruit kwamen zes voorwaarden naar voren die we gisteren in drie paneldiscussies bespraken in een bomvolle theaterzaal 't Klooster. Tot slot werd het advies overhandigd aan Chantal Zeegers, wethouder Klimaat, Bouwen en Wonen en bestuurders van woningcorporaties en Gemeenschappelijk Overleg Huurdersorganisaties. Arie Lengkeek, André Ouwehand, Arnold Reijndorp en Joke van der Zwaard (Recht op de Stad), Josien Kamp en Barbara Luns (AIR), Richard de Brabander, Judith van Vliet en Nesrin El Ayadi (Hogeschool Inholland Ecosociaal werk) en Jette Schneider (gespreksleiding casusbesprekingen)
MULTIFILE
Wie goed kijkt ziet in Amsterdamse wijken een web van laagdrempelige activiteiten,voorzieningen en ontmoetingsruimten. Denk bijvoorbeeld aan wandelclubs, culturele voorzieningen, sportgelegenheden, buurtbarbecues, bibliotheken en Huizen van de Wijk. De gemeente Amsterdam wil stimuleren dat deze wijkgerichte voorzieningen en activiteiten samen door bewoners, vrijwilligers en professionals in de ‘sociale basis’ worden opgezet en onderhouden. Met name laagdrempelige activiteiten en diensten in wijken die het gevoel van onderlinge verbondenheid en betrokkenheid tussen bewoners versterken, komen in aanmerking voor subsidie van de gemeente. Verbondenheid en betrokkenheid tussen bewoners gelden daarbij als een belangrijk doel in zichzelf, maar ook bijvoorbeeld als voorwaarde voor ‘samenredzaamheid’ (collectieve vormen van informele ondersteuning).
DOCUMENT
Bent u iemand die zich inzet voor het groen in uw omgeving? Dan weet u ongetwijfeld hoe belangrijk het is om samen te kunnen werken met professionals uit de groensector. Dit boek helpt u om die samenwerking goed in de vingers te krijgen. Alle belangrijke thema’s rond samenwerken aan groen komen aan de orde, zoals het sluiten van coalities, omgaan met verwachtingen, eerste hulp bij conflicten en de inrichting van de eigen organisatie. Met treffende praktijkvoorbeelden en theoretische achtergronden krijgt u de kans eens goed naar uw eigen situatie kijken. U wordt vervolgens op weg geholpen met praktische aanbevelingen per thema. Hiermee kunt u als bewoner(sorganisatie) uw inzet voor een groenere leefomgeving naar een hoger en effectiever plan tillen. Dit boek kan ook veel nieuwe inzichten bieden aan gemeentemedewerkers die regelmatig met bewonersorganisaties te maken hebben. Aangezien de groene studenten van nu de professionals van de toekomst zijn, is dit boek ook geschikt als leer-reflectieboek op hogescholen. Uiteraard kunnen ook de groenprofessionals hun voordeel doen met de theorie en praktijk uit dit boek.
DOCUMENT
Bewoners met een licht verstandelijke beperking (LVB) worden vanuit het beleid gestimuleerd zelfstandig te wonen in de wijk, met hulp van het formele en informele welzijnsaanbod in de ‘sociale basis’. Vanuit de praktijk komen signalen dat dit niet altijd gemakkelijk gaat. In dit verkennende onderzoek keken wij hoe de participatie van personen met een LVB in de sociale basis verloopt, in het bijzonder bij ontmoetingsactiviteiten. We interviewden eerst professionals en vrijwilligers die in verbinding staat met of werken in de sociale basis en vervolgens bewoners met een (vermoedelijke) LVB over hun ervaringen. Daarnaast hielden we met beide groepen een interactieve bijeenkomst. Het onderzoek laat ten eerste het dilemma zien waarvoor professionals en vrijwilligers zich gesteld zien: het beleid dat geen doelgroepenbeleid voorschrijft en het ongemak rond het label LVB, maar tegelijkertijd de behoefte aan specifieke kennis over de doelgroep. Specifieke deskundigheid zit vervangen in schijnbaar alledaagse, maar cruciale handelingen om de doelgroep goed te kunnen ondersteunen in de sociale basis. Geïnterviewden geven aan dat in de sociale basis een gebrek is aan de benodigde deskundigheid om bewoners met een LVB goed te kunnen begeleiden. Daarbij is ook een tekort aan professionele inzet.
DOCUMENT
In dit rapport wordt ingegaan op het onderwerp groepswonen voor ouderen (50 plussers) in Noord-Nederland. Onder groepswonen voor ouderen wordt alle vormen van wonen verstaan, waarbij meerdere huishoudens een of meer gemeenschappelijke ruimtes gebruiken en beheren, waarbij het lidmaatschap vrijwillig is en de groep zelf beslist over de toelating van nieuwe leden. De focus van het onderzoek ligt op de locatie van de woongroepen, de ervaringen van bewoners in een woongroep en de criteria die worden gehandhaafd voor het selecteren van nieuwe bewoners. De gegevens van de woongroepen zijn weergegeven in een matrix. Hierbij is gelet op het aantal woningen in de woongroep, het aantal bewoners, de samenstelling, de ligging en de voorzieningen.Daarnaast is er ook een overzichtelijke adressenlijst van alle woongroepen in Noord-Nederland en deze zijn weer in een landkaart weergegeven.Doelstelling en Probleemstelling:Naar aanleiding van onvoldoende overzicht in de bekendheid van woongroepen, is het doel van dit onderzoek, een inzicht te geven in de locatie en de ervaringen van woongroepen in Noord-Nederland. Hier vloeit de probleemstelling uit voort. Deze is als volgt geformuleerd: Welke woongroepen voor ouderen zijn er in Noord-Nederland en hoe ervaren de bewoners het wonen in een woongroep? Door zoveel mogelijk bestaande gegevens uit eerdere onderzoeken en andere bronnen te gebruiken, wordt deze doelstelling bereikt.Studentonderzoek in het kader van het thema Werklandschappen.
DOCUMENT
Bij maatschappelijke opvang in zelfbeheer dragen de bewoners zelf meer verantwoordelijkheid en hebben ze meer zeggenschap dan in reguliere opvang. Doel hiervan is dat de bewoners vorderingen maken in hun herstel. In een onderzoek van de Wmo-werkplaats Amsterdam geven (oud-)bewoners en betrokken professionals aan dat het verblijf in een zelfbeheerde voorziening bijdraagt aan het herstel en empowerment van bewoners. Ander onderzoek levert aanwijzingen dat zelfbeheerde voorzieningen per bed goedkoper zijn en voldoende presteren op uitstroom, maatschappelijke participatie en re-integratie.
DOCUMENT
In Amsterdamse ontwikkelbuurten is de sociale fragmentatie vaak groot. In het onderzoek “Toegankelijkheid in divers perspectief” hebben onderzoekers van de HvA kwetsbare bewoners, sleutelfiguren en sociale professionals in de wijk Geuzenveld bevraagd op hun denkbeelden over het belang van ontmoetingsplekken-en voorzieningen in deze wijken. Een opmerkelijke bevinding is dat er een groot verschil is tussen de hooggestemde beleidsidealen over sociale inclusie en de alledaagse praktijken die vooral wijzen op zeer voorzichtige en bescheiden vormen van overbrugging tussen groepen in de ‘sociale basis’.
DOCUMENT