Toeleverende bedrijven in de Brainport regio zijn veelal te typeren als high mix low volume (HMLV) productieomgevingen. Deze bedrijven kenmerken zich door een breed aanbod aan mogelijke producten (grote variëteit in producten), die veelal in lage volumes geproduceerd worden. Vaak zijn dit klantspecifieke producten die eenmalig, of incidenteel geproduceerd worden. Deze bedrijven focussen zich traditioneel op efficiënt gebruik van resources, waarbij bezettingsgraad en kostendekking relevant zijn. De toenemende klantvraag in de regio leidt tot druk op de productiecapaciteit. Een eerste intuïtieve reactie van deze bedrijven is om de bezettingsgraad van machines verder te verhogen. Om de kosten (Cost) beheersbaar te houden, wordt niet direct geïnvesteerd in extra capaciteit. Een ongewenst neveneffect is dat tijdigheid (Delivery, zoals levertijden, leverbetrouwbaarheid, flexibiliteit) en kwaliteit (Quality) verder onder druk komen te staan. De ogenschijnlijke tegenstrijdigheid tussen kosten en tijdigheid in deze HMLV-productieomgevingen, is een vaak terugkomend vraagstuk bij praktijkgerichte onderzoeken die door Fontys Technische Bedrijfskunde studenten uitgevoerd worden. Dit resulteert in de volgende onderzoeksvraag: Welke subaspecten zijn mogelijk relevant voor de prestatie met betrekking tot Quality, Delivery en Cost (QDC) van een HMLV-productieomgeving?
DOCUMENT
De COVID-19-pandemie heeft grote impact gehad op het praktijkgericht onderzoek van Saxion. Allereerst vanwege de tijdelijke sluiting van laboratoria, verandering van empirische dataverzameling, acute acties zoals het produceren van mondkapjes en het ondersteunen van mkb’s met andere businessmodellen. Op de langere termijn leidt het tot verandering in thematisering, zoals capaciteit in de zorg; menselijke interactie met technologie; bezettingsgraad van gebouwen, openbaar vervoer, stadions en openbare ruimten; en impact van een anderhalvemetersamenleving. Dit alles in een periode van enorme dynamiek en stroomversnelling in het onderzoekslandschap. Saxion wordt erkend als een serieuze partner in grote ontwikkelingen in de Nederlandse en Europese kennisinfrastructuur. Denk hierbij aan topsectoren, de Kennis & Innovatie Agenda’s, het Nationaal groeifonds, NWA, Regio Deals, de derde cyclus aan hogescholen, alsook de European Research Area, Horizon Europe en de Green Deals. Ter illustratie: Saxion participeert in Grozzerdam Deventer; in de regionale Groeifonds-hubs voor Artificial Intelligence en MedTech; in TOPFIT; in het Regiodeal lab Texplus voor kledingrecycling; in SPRONG-aanvragen; in de EU-RRF investeringsagenda; in de KIA governancestructuren; etc. Om onze rol en ambities in deze grote en complexe kenniscoalities waar te kunnen maken professionaliseert Saxion het praktijkgericht onderzoek. Saxion investeert in extra onderzoeksvolume en ondersteuningsinfrastructuur om snel in te kunnen spelen op actuele vraagstukken en behoeften van het bedrijfsleven, overheden en instellingen in de regio, zowel nationaal als internationaal. Saxion gaat de Impuls 2020-regeling dan ook inzetten om de eigen investeringsagenda te versnellen via vier strategische instrumenten: 1. Versterking van de capaciteit voor ondersteuning en projectmanagement 2. Acquisitievouchers voor het schrijven van grote complexe onderzoekaanvragen 3. Versterking van het Saxion-portfolio van Centres of Expertise 4. Ontwikkeling van pilots in de derde cyclus (Professional Doctorate)
Gebouwautomatiseringssystemen voor de utiliteitssector zoals kantoren, scholen, ziekenhuizen vereisen steeds meer functionaliteit om tegemoet te komen aan nieuwe eisen en wensen van gebouwbeheer en eindgebruikers op gebied van o.a. comfort, bezetting, onderhoud interieur, afvalbeheer, energie en dergelijke. De recente technologische ontwikkelingen maken het mogelijk om de gebouwbeheersystemen in te zetten voor innovatieve toepassingen. Maar door lastige toegankelijkheid van bestaande systemen kunnen gebouwbeheerders onvoldoende gebruik maken van deze vernieuwingen. Fabrikanten van gebouwbeheersystemen (GBS) hebben hun producten (vaak op basis van BACnet) veelal zo ingericht dat onderlinge competitie en vrije marktwerking voor verschillende vernieuwende elementen op gebied van digitalisering van beheer- en onderhoudstaken moeilijk is. Recente ontwikkelingen maken het mogelijk binnen de field layer van BACnet dat nieuwe devices aan het bestaande gebouwbeheersysteem gekoppeld kunnen worden en reeds bestaande devices kunnen worden aangestuurd. Nieuwe open source data-mining applicaties (bijv. van Rapid Miner, IBM, Oracle) bieden daarbij de mogelijkheid nieuwe gegevens te genereren om het beheer van gebouwen verder te optimaliseren. Deze ontwikkelingen maken de weg vrij voor verdere toepassingen en innovaties en bieden kansen voor betrokken bedrijven in deze sector. Echter, gebouwbeheerders en installateurs zijn nog onwetend of onzeker van de mogelijkheden m.b.t. prestaties, robuustheid, integreerbaarheid en ondersteuning terwijl de behoefte tot nieuwe diensten groeit. In dit KIEM project wordt met een consortium van een sensor/ICT-ontwikkelbedrijf (Octo), een totaal installateur (E+W) (Lomans Amersfoort), een gebouwbeheerder (HU bedrijfsvoering) en drie onderzoekers uit verschillende lectoraten van de hogeschool Utrecht verkend welke open source datamining tools en innovatieve sensorsystemen van belang kunnen zijn voor de huidige gebouwautomatisering. Er wordt verkend waar de knelpunten zijn en waar de kansen liggen tot integratie. Daarbij kan gedacht worden aan diensten op basis van gebouwbeheer zoals gegarandeerd comfortabel binnenklimaat, efficiënte bezettingsgraad van ruimtes, vernieuwend afvalbeheer en optimale energiehuishouding. Maar ook andere potentiële diensten zullen verder worden onderzocht samen met ketenpartners en ICT/sensorsysteem-innovators. Deze verkenningen worden vertaald naar een programma voor vervolgonderzoek.