Dit boekje geeft de inaugurele rede van Wierd Koops weer waarin hij zijn visie op de toekomst geeft: welke nieuwe bedreigingen kunnen wij verwachten en hoe goed is Nederland hier op voorbereid
De globale trend van bevolkingsgroei en verstedelijking leidt onherroepelijk tot meer vraag naar voedsel in de stad. Tegelijkertijd is er een trend in de vraag naar duurzaam en/of lokaal geproduceerd voedsel te herkennen. Het in de stad produceren van voedsel, Urban Farming, kan een antwoord bieden op beide trends. Er zijn verschillende vormen van Urban Farming te benoemen. Eén daarvan is verticale landbouw, waarbij er in hoogbouw in de stad teelt van groente, fruit en wellicht ook vis en vlees plaatsvindt. Hoewel er inmiddels veel kennis over verticale landbouw voorhanden is, zijn er nog altijd geen high-tech verticale boerderijen in Nederland gerealiseerd. De hoge mate van leegstand van kantoorpanden in Amsterdam in combinatie met de aanwezige kennis biedt veel mogelijkheden voor de realisatie van een hoogwaardige ‘Urban Farm’ in deze stadsregio. In dit boekwerk leest u de resultaten van het toegepast onderzoek naar verticale stadslandbouw, ook wel vertical farming genoemd. Dit is één van de twee publicaties van het onderzoeksproject Sustainable Systems for Food. Het project is uitgevoerd door het CleanTech onderzoeksprogramma met behulp van RAAK-mkb subsidie van de Stichting Innovatie Alliantie. Deze publicatie is bedoeld voor professionals geïnteresseerd in de technologische aspecten van verticale stadslandbouw. Het boek geeft inzicht in wat verticale stadslandbouw inhoudt en welke technologieën en innovatieve concepten nu en in de toekomst voorhanden zijn om verticale stadslandbouw te bedrijven. Het boek laat ondernemers en beleidsmakers zien hoe verticale teelt kan bijdragen aan hun doelstellingen en voor welke uitdagingen ze staan. Daarnaast geeft het eigenaren van leegstaande gebouwen inzicht in de mogelijkheden en implicaties van verticale teelt voor hun pand. Voor bedrijven die technologische systemen ontwikkelen en leveren voor gebouwen en (glas)tuinbouw, biedt deze publicatie een blik op de toekomstige technologische mogelijkheden en geeft het een aanzet tot een strategische ontwikkelagenda voor verticale stadslandbouw. Tot besluit toont deze publicatie de onderzoeksactiviteiten die de HvA op dit terrein ontplooit, waaronder de ontwikkeling van vertical farming prototypes en demonstrators, en waar voor eenieder mogelijkheden liggen voor samenwerking.
Gelukkig zijn wij op onze biologische bedrijven al jaren wakker dat kunstmest en bestrijdingsmiddel geen toegevoegde waarde meer geeft. Dat we onze koeien eiwitarmer dienen te voeren en naar onze mest kijken alsof het ons grootste goud is i.p.v. ernaar te kijken dat we stront stress hebben en niet weten waar we de stront moeten laten. De aanpassingen in het derogatie verhaal gaan dan ook gelukkig onze bedrijven voorbij. De opmerking dat biologische bedrijven bijna niet meer te onderscheiden zijn van gangbaar waait veel discussie op. De biologische bedrijven hebben al jaren in grond geïnvesteerd, zijn veel extensiever per ha dan gangbaar. Brengen hun overschot van mest, wanneer die er is, naar biologische akkerbouwbedrijven. Bedrijven die hier heel dankbaar voor zijn en iedere m3 mest goed benutten. Ze hebben allen geïnvesteerd in hoger dierwelzijn. (beter leven keurmerk ster 3 van de dierenbescherming komt automatisch toe aan bio bedrijven.) Maar deze voorsprong dienen we uit te buiten. En daar gaat dit traject over. Want ook wij als biologische bedrijven houden last van de gevolgen van het verleden in onze bodem. Alleen stoppen met gebruik van bestrijdingsmiddelen en kunstmest is niet voldoende. Binnen 10 jaar heeft de consument op haar telefoon een app met een scanner. Deze scanner scant bijvoorbeeld een appel wat daar allemaal in zit. Niet alleen aan mineralen maar ook aan verkeerde stoffen. Is dat en? Nee absoluut niet. Is het uitdagend? Ja zeker wanneer je als producent van voedsel aan kunt tonen dat je de echte OER voeding produceert. Ouderwets gezonds en heerlijk. Het meest opvallende is dat er nu geen verschil zit in de kwaliteit van de melk wanneer we kijken naar mineralen. Dus tussen gangbare en biologische melk. Dit is best bizar wanneer je zou verwachten dat je stopt met het gebruik van kunstmest, dat de oude kwaliteit dan weer terug zou komen. Maar niks is meer waar dan dat. Er is dus een grote puzzel te leggen om weer terug te komen bij de kwaliteit van onze producten van het tijdperk van voor de komst van bestrijdingsmiddelen en kunstmest. De tijd van ouderwets gezonde melk, OER melk. De missie is dat wij als biologische melkbedrijven met 3 jaar met glans en glorie onze melk zonder stress laten scannen op de voedingsstoffen. En dat wij dan het certificaat “OER” voeding krijgen! Dat de OVO-drieluik weer ingezet gaat worden om dit als een olie vlek uit te rollen.
Gewasbeschermingsmiddelen zijn giftig voor mens, dier en milieu, en daarom wordt de wet- en regelgeving steeds strenger voor toepassing in de (glas)tuinbouw. De recente aanscherping (Kamerbrief 9 September 2022) leidde tot grote protesten onder telers, omdat er te weinig aandacht was voor alternatieve bestrijding die betaalbaar en effectief is. Door de krappe marges in deze miljardensector leiden de regels tot grote economische problemen. Er is daarom dringend innovatie nodig voor betaalbare, gezonde en duurzame gewasbescherming. In dit project wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om ziektes, onkruid, maar vooral plagen in de glastuinbouw met behulp van een autonoom vliegende drone te bestrijden. Een drone die automatisch plagen herkent en met grote precisie kleine hoeveelheden (biologische) bestrijdingsmiddelen toedient zou een unieke oplossing zijn met een grote afzetmarkt: moderne kleine drones kunnen snel en precies op locaties komen (tussen dichte gewassen) die moeilijk begaanbaar zijn voor mens of landrobot. Op dit moment bestaat een dergelijke spuitdrone nog niet: zowel op het gebied van navigeren, spuiten en herkenning, alsook de integratie van deze componenten zijn nog vraagstukken die beantwoord moeten worden. Dit consortium heeft eerder unieke technologieën ontwikkeld die geïntegreerd in een drone oplossingen zouden bieden voor bestaande problemen: Het real-time herkennen van hele kleine plagen met computer vision, en het gebruik van een elektrostatisch spuitmechanisme om bestrijdingsmiddelen goed te laten hechten op de plekken waar de plagen zich bevinden. In dit project worden deze technologieën gecombineerd, geïntegreerd en verder ontwikkeld tot een eerste proof-of-concept electrospuitdrone (TRL-niveau 5) met publieke beschikbare broncode (TRL-niveau 6) voor verdere ontwikkeling door onderzoekers en bedrijven. De doelstelling is dat dit consortium een mondiale voorloper wordt van spuitdrones die bijdragen aan een competitieve, rendabele en toch ook milieuvriendelijke land- en tuinbouwsector.