Het komende decennium zal er, ondanks de huidige crisis, sprake zijn van krapte op de arbeidsmarkt (CBS, 2010; Van Duin, 2009). In de bouwsector laten de cijfers een uitstroom zien van zowel ouderen als van jongeren.1 Vanuit de zorg voor voldoende gekwalifi ceerd personeel in de (nabije) toekomst stimuleert de sectororganisatie Bouwend Nederland daarom individuele bouwbedrijven om een personeelsbeleid te voeren dat gericht is op het aantrekken en behouden van personeel. In dat kader hebben HRM-functionarissen van verschillende bouwbedrijven besloten samen met onderzoekers van het lectoraat HRM van de Hogeschool van Amsterdam te kijken hoe de arbeidsparticipatie van oudere werknemers vergroot zou kunnen worden. Zij zijn het erover eens dat de inzet van oudere werknemers staat of valt bij de erkenning van hun specifieke vermogens. De HRM-functionarissen uit de deelnemende bouwbedrijven zijn alert op de naderende tekorten en zoeken aansluiting bij de wensen en mogelijkheden van de oudere werknemers. Doordat zij in hun personeelsbeleid niet alleen kijken naar de zittende ouderen maar ook het aannemen van ouderen niet schuwen vormen zij een uitzondering op hun collega’s die bij het vervullen van vacatures vaak “geheel voorbij gaan aan oudere werkzoekenden” (Van Hoof & De Beer, 2007, p. 192).
Onderzoek naar leefbaarheid en sociale veiligheid tijdens sloop en nieuwbouw in de Westelijke Vogelbuurt Apeldoorn. Het rapport geeft een pakket van mogelijke maatregelen in de sfeer van toezicht, beveiliging, leegstandsaanpak en het betrokken maken van bewoners (ook nieuwkomers van buiten de buurt die met een tijdelijk contract in een te slopen woning komen wonen) bij de leefbaarheid van de buurt tijdens de sloop en bouw.
MULTIFILE
Nederlandse gemeenten hebben te maken met een grote bouwopgave. Dit zorgt voor veel voertuigbewegingen van en naar bouwprojecten. In 2021 werd er meer dan 250 miljoen ton bouwmaterialen vervoerd in Nederland. Daarmee is de bouw de grootste vervoerende sector in tonnen. Op de snelwegen transporteert één op de vijf vrachtwagens bouwmaterialen, in steden is dat één op de vier. Ook financieel gezien is de impact groot: de logistieke kosten in de bouwsector bedragen ruim € 6 miljard per jaar. Uiteraard is ook de CO2-uitstoot een belangrijk agendapunt: het aandeel van transport in de totale CO2-uitstoot van de bouwsector bedraagt maar liefst 35%. De vraag doet zich daarom voor: hoe kan de bouwlogistiek beter worden geregeld? De Topsector Logistiek onderzocht het.
Bouwwerkzaamheden veroorzaken trillingen in de bodem. Niet zelden leiden die trillingen tot schade aan gebouwen in de buurt van de bouwplaats. Met de toenemende mechanisatie in de bouw, en het bouwen in dichtbebouwde gebieden, zijn trillingen een actueel onderwerp dat structureel aandacht krijgt bij de acquisitie van bouwprojecten; bouwondernemingen moeten aantonen dat de werkzaamheden niet tot onacceptabele overlast of schade leiden. Er is meer inzicht in trillingen nodig, hoe ze veroorzaakt worden, hoe ze doorgegeven worden, en in welke mate ze andere objecten bereiken. In dit projectvoorstel worden trillingen op een vernieuwende wijze gemeten en geanalyseerd. Dit gebeurt met relatief goedkope sensoren, waarin versnellingsopnemers uit smartphones toegepast worden. Hiermee wordt een fijnmazig netwerk van draadloos communicerende sensorssystemen gerealiseerd dat de trillingsbelasting op en rond bouwplaatsen in kaart brengt. In dit systeem worden trillingen met artificial intelligence geanalyseerd waardoor exact duidelijk wordt hoe verschillende trillingsbronnen doorwerken naar de verschillende gebouwen rond de bouwplaats. Dit is mogelijk omdat het systeem de “signatuur” van de trillingen herkent. Zo introduceert het heien van heipalen ander soort trillingen in de bodem dan het verdichten van grond met trilplaten, of vol beladen vrachtwagens die langs denderen. Het systeem is in staat om over een groot spectrum naar trillingen te “luisteren” en vervolgens uit al die trillingen te destilleren welke bronnen het meest bijgedragen hebben aan de trillingsbelasting van bestaande bouwwerken. De informatie die gemeten is wordt elk uur draadloos doorgestuurd naar een centrale meldkamer waar de veiligheid van bestaande gebouwen bewaakt wordt. Als de trillingen te sterk worden kan direct actie ondernomen worden om eventuele schade te beperken.
Extreem energiezuinig betekent luchtdichtbouwen. Luchtdichtbouwen betekent dat aansluitingen op de juiste manier gedetailleerd moeten worden in het ontwerp en dat deze conform ontwerp moeten worden uitgevoerd op de bouwplaats. De praktijk laat zien dat bedrijven worstelen met de opgave om een minimale luchtdoorlatendheid te realiseren. De luchtdichtheid van een gebouw wordt doorgaans gemeten op het moment dat alle aansluitingen van componenten van een gebouw afgewerkt zijn. Gebrekkige luchtdichtheid door ontwerpfouten of in fouten in de realisatie van gebouwdelen (in het bijzonder in de binnenste lagen van de constructie) zijn dan nauwelijks nog te corrigeren. Voor het ontwerpen en realiseren van luchtdichte gebouwen biedt de volwaardige toepassing van bouw informatie modellering (BIM) de uitgelezen kans. Optimale informatie uitwisseling in een bouw informatie model biedt de mogelijkheid beter op luchtdichtheid te ontwerpen en het ontwerp op luchtdichtheid te controleren. Een volledig bouwinformatiemodel van het gebouwontwerp biedt ook in de realisatie houvast voor correcte uitvoering en terugkoppeling van de onvermijdelijke aanpassingen in het werk. Het bouwinformatiemodel moet een virtuele kierenchecker worden voor slim luchtdicht bouwen.
De Nederlandse bouwopgave zal na 2024 weer stijgen. Tegelijkertijd is het lastig om vakmensen aan te trekken. Dit noodzaakt bouwbedrijven tot vergroten van de productie per arbeidsuur en het verbeteren van het werk in de bouw. Prefabricatie biedt kansen voor stijgende arbeidsproductiviteit en fatsoenlijke banen in de bouwbranche.