Steeds meer straten, buurten en wijken ontwikkelen hun eigen websites. Ontstaan hierdoor nieuwe virtuele buurtgemeenschappen? Liggen er kansen voor het grijpen om mensen in buurten meer te betrekken bij elkaar en bij hun wijk?
This report serves as one of the two background documents for the HvA/UvA research proposal concerning cultural interventions in the process of urban regeneration in Krachtwijken in Amsterdam. The report at hand, based on a review of the international literature on art and regeneration, and on international and Dutch practices, shows why the proposed research will be both valuable to the practice of Amsterdam and to international research. The report starts with a description of the role of the arts in urban regeneration (§2) and the objective of regeneration processes: ‘feeling at home’ (§3). Next, paragraph 4 further explores the role of the arts in urban regeneration by focussing on the forms and impacts of and critique on different cultural interventions. Finally, §5 summarises the preconditions for effective cultural interventions. This general overview of the functions of cultural interventions in the urban context provides the background against which our research agenda is presented.
Rapportage van een onderzoek naar kunstprojecten van Amsterdamse woningcorporaties. Het onderzoek biedt inzicht in de verschillende kunstvisies en beleid en hoe deze tot uiting komen in de praktijk van de Amsterdamse corporaties. De focus is hierbij vooral op de manier waarop en op welk moment kunst door corporaties wordt ingezet in het stedelijke vernieuwingsproces. Daarnaast besteedt dit rapport aandacht aan knelpunten, geleerde lessen, successen, en de kennisbehoefte van de corporaties ten aanzien van culturele interventies. Het onderzoek is uitgevoerd bij het lectoraat Burgerschap en culturele dynamiek van de Hogeschool van Amsterdam, domein Maatschappij en Recht.
Kunstenaars en andere ‘creatieven’ vinden steeds moeilijker betaalbare werkruimte. Atelierstichtingen en broedplaatsorganisaties zitten klem tussen oplopende kosten, teruglopende subsidies en de structureel zwak-ke inkomenspositie van de hurende kunstenaars. Een manifest van Platform BK, dat beeldend kunstenaars vertegenwoordigt, en de KunstenBond agendeert dit vraagstuk. Een bijkomend probleem vormt de hoogspan-ning op de vastgoedmarkt, waardoor panden zeer gewild zijn bij projectontwikkelaars en gemeenten geneigd zijn om voor de panden die zij aan deze organisaties verhuren andere draagkrachtigere huurders te zoeken. Medewerkers en management van broedplaatsorganisaties staan voor de uitdaging om hun businesscase maatschappelijk en financieel te verduurzamen. Dit vraagt om nieuwe waardeproposities en herpositionering ten opzichte van de gemeente en andere publieke en private stakeholders. Ook het profiel van de broed-plaatsprofessional verandert. Ontwikkelaars van broedplaatsen zijn veelal geleidelijk in hun organiseren-de/coördinerende rol gegroeid. Het speelveld van stedelijke (gebieds)ontwikkeling waarop zij opereren is echter dynamisch. De broedplaatsprofessional krijgt steeds nadrukkelijker de positie van stedelijke kwartiermaker: een nieuwe, hybride rol op het snijvlak van vastgoed, cultuur, welzijn en ruimtelijk(-economisch)e ontwikkeling. Dit project beoogt broedplaatsorganisaties te voeden met (bedrijfs-)strategieën om hun businessmodel toe-komstbestendig te maken en deze te vertalen naar benodigde competenties voor de betrokken professionals. Alleen zo kunnen zij blijven bijdragen aan de politiek gewenste levendige en veelkleurige stad, waar mensen graag wonen en bedrijven zich graag vestigen. Veel onderzoek onderbouwt dat steden die investeren in cultuur economisch beter presteren. Daarbij gaat het niet alleen om toptheaters en –musea maar juist ook om innova-tie en creativiteit ‘van onderop’. Fontys Hogescholen gaat deze problematiek onderzoeken met inzet van een breed consortium creatieve ver-zamelgebouwen, netwerk- en kennispartners. Gezamenlijk vertegenwoordigen deze organisaties ruim 300 ate-liergebouwen/broedplaatsen, 4.700 werkruimten en honderdveertig professionals. De broedplaatsenproble-matiek speelt bovendien in vrijwel alle G40-steden, hetgeen de resultaten van dit project potentieel relevant maakt voor honderden professionals bij gemeenten, woningcorporaties en andere vastgoedeigenaren.
De beschikbaarheid van passende, betaalbare huisvesting vormt een cruciale randvoorwaarde voor een bloeiende creatieve industrie. Startende en kleinschalige ondernemers die de humuslaag van de sector vormen, zijn voor hun huisvesting vaak aangewezen op broedplaatsen of soortgelijke creatieve bedrijfsverzamelgebouwen. Deze innovatieve stedelijke werkplaatsen, meestal gevestigd in incourante of leegstaande panden, zijn vaak ontstaan als tijdelijke vorm van maatschappelijk leegstandsbeheer, maar hebben zich gaandeweg ontwikkeld tot een zelfstandige categorie binnen het gemeentelijk vastgoed. Complicerende factor is dat de professionaliteit van het beheer van dit vastgoed niet is meegeëvolueerd met het groeiend aantal werkplaatsen. Dit onderzoek heeft als doel om atelierstichtingen, die verantwoordelijk zijn voor het vastgoedmanagement van creatieve werkplaatsen, te ondersteunen bij de verzakelijkingsslag die nodig is om te komen tot een duurzaam businessmodel. De organisaties worden hiertoe geëquipeerd met een set gereedschappen die de financiële en de maatschappelijke waardepropositie van het vastgoed inzichtelijk maakt. Dit instrumentarium wordt ontwikkeld aan de hand van bestaande waarderingsmethoden in andere vormen van maatschappelijk vastgoed en mondt uit in een rendementenmatrix waarmee gestuurd kan worden op sociale, culturele en economische outcome.
Broedplaatsen voorzien in passende werkruimte voor creatieve professionals en zijn cruciaal voor de culturele infrastructuur van de stad. Maar broedplaatsen zijn meer: hun kleinschalige, lokale werkwijze, met oog voor mens, materiaal en milieu maakt ze tot puntbronnen van maatschappelijke waardecreatie. Daarom zijn gemeenten erop gebrand deze locaties voor de stad te behouden. De afgelopen jaren is de druk op de ruimte echter stevig toegenomen, waardoor de creatieve sector, met haar beperkte economische draagkracht, steeds verder in het nauw komt. Gemeenteambtenaren hebben moeite om de waarde van broedplaatsen in dit vastgoed- en bouwgeweld een plek te geven. Ook worstelt de institutioneel ingerichte gemeenteorganisatie met het informele bottom-up karakter van broedplaatsinitiatieven. Samen met negen gemeenten en acht kennis-/netwerkpartners leggen Hanzehogeschool Groningen, Hogeschool Fontys en Hogeschool Rotterdam in dit onderzoek de basis voor een toekomstgerichte gemeentelijke broedplaatsenaanpak die gestoeld is op een duurzaam en rechtvaardig huisvestingsmodel voor de creatieve sector. Daarbij is aandacht voor: • Het benaderen van broedplaatsen vanuit een integraal perspectief op publieke waarden; • Het scheppen van ruimtelijke en programmatische condities voor broedplaatsvoorzieningen; • De samenwerking tussen de gemeente, broedplaatsontwikkelaars en eindgebruikers; • Het inrichten van sturingskaders en verantwoordingsmechanismen. Beoogde opbrengsten van het onderzoek zijn onder andere: • Een taxonomie van broedplaatsconcepten in relatie tot verschillende gebiedstypen; • Een handboek voor gemeenteprofessionals over het organiseren van samenwerking rond broedplaatsvoorzieningen; • Ontwerponderzoeken en scenariostudies naar de inrichting van nieuwe broedplaatsconcepten en governancemodellen voor creatieve huisvesting; • De doorontwikkeling van een instrument (KEM) voor het evalueren van en sturen op publieke waardecreatie door broedplaatsen; • Kennisdossiers over de financiële en juridische borging van een integrale broedplaatsenaanpak; • Een leernetwerk voor ambtenaren voor kennisdeling en competentieontwikkeling. Dit project bouwt voort op eerder onderzoek door de betrokken hogescholen naar de maatschappelijke impact van broedplaatsen.