Energiebeheer gericht aanpakken, Het analyseren van doelstellingen, resultaten en impacts van energie- en broeikasgasbeheersprogramma’s in bedrijven (met een samenvatting in het Nederlands): De wereldwijde uitstoot van broeikasgassen moet drastisch worden teruggebracht om de mondiale stijging van de temperatuur tot het relatief veilige niveau van maximaal 2 graden Celsius te beperken. In de komende decennia zal de verbetering van de energie-efficiëntie de belangrijkste strategie zijn voor het verminderen van de energiegerelateerde uitstoot van broeikasgassen. Hoewel er een enorm potentieel is voor verbetering van de energie-efficiëntie, wordt een groot deel daarvan nog niet benut. Dit wordt veroorzaakt door diverse investeringsbarrières die de invoering van maatregelen voor energie-efficiëntie verbetering verhinderen. De invoering van energiemanagement wordt vaak beschouwd als een manier om dergelijke barrières voor energiebesparing te overwinnen. De invoering van energiemanagement in bedrijven kan worden gestimuleerd door de introductie van programma's voor energie-efficiëntie verbetering en vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Deze programma's zijn vaak een combinatie van verschillende elementen zoals verplichtingen voor energiemanagement; (ambitieuze) doelstellingen voor energiebesparing of beperking van de uitstoot van broeikasgassen; de beschikbaarheid van regelingen voor stimulering, ondersteuning en naleving; en andere verplichtingen, zoals openbare rapportages, certificering en verificatie. Tot nu toe is er echter beperkt inzicht in het proces van het formuleren van ambitieuze doelstellingen voor energie-efficiëntie verbetering of het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen binnen deze programma's, in de gevolgen van de invoering van dergelijke programma's op de verbetering van het energiemanagement, en in de impact van deze programma's op energiebesparing of de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. De centrale onderzoeksvraag van dit proefschrift is als volgt geformuleerd: "Wat is de impact van energie- en broeikasgasmanagement programma’s op het verbeteren van het energiemanagement in de praktijk, het versnellen van de energieefficiëntie verbetering en het beperken van de uitstoot van broeikasgassen in bedrijven?".
DOCUMENT
Biopolymeren vormen een potentieel interessant alternatief voor conventioneel op olie gebaseerde polymeren, omdat zij geen fossiele grondstoffen gebruiken voor de productie. Daarentegen is het productie procedé afhankelijk van energie en toevoegmiddelen die weer bijdragen aan het verbruik van energie en de emissie van onder andere broeikasgassen en zijn de grondstoffen van belang, zoals het gebruik van reststromen uit de afvalverwerking of andere biomaterialen. Binnen het project Circulaire Biopolymeren Waardeketens zijn meerdere productiemethoden bestudeerd om polyhydroxyalkanoaten (PHAs) te maken uit organische reststromen: GFT en afvalwaterslib, een bijproduct uit de afvalwaterzuivering. Productie en extractie van PHAs kan middels diverse routes. In het project zijn meerdere extractieroutes bestudeerd betreffende hun mogelijkheden. Als onderdeel van het project is een levenscyclusanalyse (LCA) gedaan om de milieu-impact van de productie van de biopolymeren in kaart te brengen.
DOCUMENT
De coronacrisis heeft de internationale - en dus ook de Nederlandse - samenleving stevig ontwricht. Volgens Johan Cruijff heeft elk nadeel zijn voordeel en dat geldt ook voor de coronacrisis. Door de lockdown en de daarmee gepaard gaande daling van de productie is de vervuiling en de uitstoot van broeikasgassen fors afgenomen. De vrees bestaat dat als de crisis eenmaal voorbij is de meeste mensen en organisaties weer overgaan tot de orde van de dag, met alle gevolgen voor de natuurlijke omgeving van dien.
LINK
De melkveehouderij draagt bij aan klimaatverandering via broeikasgassen, verarming biodiversiteit via uitstoot van ammoniak, en slechte waterkwaliteit door nitraat, fosfor en pesticiden. Broeikasgassen worden veroorzaakt door pens fermentatie, mestopslag en -aanwending en door veenoxidatie. De kwaliteit van oppervlaktewater, lucht en bodem staan zwaar onder druk. Daarom is de melkveehouderij genoodzaakt om een systeemtransitie aan te gaan en mee te bewegen richting een toekomstbestendige melkveehouderij, volgens de kaders van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en het Frysk Programma Landelijk Gebied (FPLG). De huidige bedrijfsvoering past niet bij doelen die gesteld zijn in het NPLG voor de toekomst.Fieldlabs worden ontworpen om kennis- en innovatiebehoeften te vervullen door samenwerkingsverbanden te creëren voor innovaties in een realistische experimentele omgeving, waarbij co-creatie centraal staat. In Friesland ontwerpen wij een fieldlab voor melkveehouderij op veen-, klei- en zandgrond, waarbij nog 15 melkveehouders betrokken zullen worden. Er wordt gezocht naar enthousiastelingen en voorlopers voor dit project. Tijdens dit project gaan wij verder uitzoeken of dit één overkoepelend fieldlab met de drie verschillende grondsoorten (klei, veen en zand) als sub-fieldlabs gaat worden, of drie losse, en of het gebied wordt uitgebreid naar Noord-Nederland (dus inclusief Groningen en Drenthe).Het ontwerpplan omvat inventarisatie, analyse en anticipatie op nichevorming en structurele veranderingen, met ontwerpen voor fieldlabs en functies, inclusief randvoorwaarden zoals financiering en evaluatie. In het kader van PPLG worden innovaties ondersteund via fieldlabs in verschillende transitiepaden, waaronder hightech open systemen, duurzame landbouw en versterking van de relatie tussen landbouw en maatschappij. Het transitiepad 'Natuur en landschap' richt zich op behoud en ontwikkeling van natuurlijke waarden. Door middel van deze transitiepaden en ondersteuning van PPLG wordt innovatie gestimuleerd en draagt men bij aan een toekomstbestendige landbouwsector.
DOCUMENT
Het is duidelijk dat klimaatverandering één van de belangrijkste problemen van deze tijd is, dat de uitstoot van broeikasgassen snel moet worden teruggedrongen en dat we ons moeten aanpassen aan klimaatverandering. Professionals spelen een belangrijke rol in de samenleving om klimaatbewustere beslissingen en gedrag te bevorderen. Om dit te kunnen doen hebben ze wel enige kennis nodig over klimaatverandering en klimaatdata, ze moeten enigszins klimaatgeletterd zijn. Met haar lectoraat Klimaatgeletterdheid richt Janette Bessembinder zich op het bevorderen van "klimaatgeletterdheid in werksituaties’ en het ondersteunen van professionals. Het gaat daarbij zowel om het gebruik van klimaat-data als om communicatie over klimaatverandering, voor beter onderbouwde en klimaatrobuustere beslissingen, waarbij speciale aandacht wordt gegeven aan hoe om te gaan met de range aan mogelijke klimaatveranderingen. Hierbij is expertise uit verschillende vakgebieden nodig. Door de samenwerking tussen het KNMI en de HvA worden deze samengebracht in dit lectoraat.
DOCUMENT
Martien Visser neemt het Net-Zero scenario van het IEA onder de loep. “Het geeft een goede indruk van de uitdagingen die we voor ons hebben. Hoe gaan wie die waarmaken of zelfs overtreffen?”
LINK
Polymeren, waaronder plastics, kennen we allemaal uit ons dagelijks leven. Van de plastic draagtas tot computeronderdelen en kopjes. Allemaal worden deze polymeren vervaardigd uit aardolie en afgeleide producten. De producten zijn zeer nuttig en breed toepasbaar, mede door de gunstige eigenschappen zoals warmteweerbaarheid, stevigheid en waterdichtheid. Daarentegen kennen polymeren ook een keerzijde, zoals het niet of moeilijk afbreekbaar zijn in de natuurlijke omgeving en de nadelen van het gebruik van fossiele bronnen: hun eindigheid en de ongecontroleerde emissie van broeikasgassen die verband houdt met klimaatverandering. Dit is een zichtbaar probleem bij onder meer De Plasticsoep, waar geen of beperkte afbraak plaatsvindt van plastics in de oceaan. De zoektocht naar alternatieven is daarom volop aan de gang.
DOCUMENT
Technische, economische en maatschappelijke aspecten van duurzame waterstof.Dit rapport is geschreven als achtergrondinformatie voor twee projecten waarbij de Hanzehogeschool Groningen betrokken is: de bouw van een waterstoftankstation in Groningen en deontwikkeling van een waterstofwoonwijk in Hoogeveen. Het waterstoftankstation is in november 2021 feestelijk geopend en de waterstofwijk is nog volop in ontwikkeling.Beide projecten dragen bij aan de realisatie van een klimaatneutrale toekomst. Nederland wil in 2050 klimaatneutraal is zijn, met andere woorden: er mag netto geen uitstoot meer zijn van broeikasgassen. Hierdoor wordt de opwarming van de aarde beperkt en worden ongewenste klimaatveranderingen voorkomen.Het rapport gaat over de rol die waterstof kan spelen in de transitie van fossiele energie naar duurzame energie.
DOCUMENT
De productie en consumptie van voedselproducten is op dit moment verantwoordelijk voor een groot deel van de milieubelasting en uitstoot van broeikasgassen. Het wordt daarom steeds belangrijker om manieren te vinden om de milieueffecten van voedsel te verminderen, bijvoorbeeld door gedragsveranderingen bij consumenten. Het doel van het huidige onderzoek is om inzicht te krijgen in de huidige (wetenschappelijke) kennis over gedragsdeterminanten en digitale gedragsveranderingsinterventies die een duurzaam voedingspatroon stimuleren met als doel tot aanbevelingen te komen voor het stimuleren van een duurzaam en gezond voedingspatroon van inwoners van Noord-Nederland. Het onderzoek is uitgevoerd door het lectoraat Transformational Media van NHL Stenden Hogeschool en maakt deel uit van het door SNN-gesubsidieerde project ‘Van Veggie Lab naar Veggie Farm Fab’.
DOCUMENT
Hogeschool Van Hall Larenstein focust met onderwijs en praktijkgericht onderzoek op het realiseren van transities met betrekking tot landbouw, voedsel, water, klimaat en leefomgeving. De klimaat-, biodiversiteit- en wateropgaven in Nederland hebben onvoldoende voortgang, omdat we vastzitten in het bestaande landbouwsysteem. De kosten die zijn gekoppeld aan transformatie naar een eigentijds, volhoudbaar landbouwsysteem worden onterecht bij de boer neergelegd. We komen hierdoor niet in transitie.
DOCUMENT