In regio Hart van Brabant (Tilburg) wordt jaarlijks de internationale kinderrechtendag gevierd. Tijdens de 10de editie in november 2024, stond het thema Van Binnen naar Buiten centraal. Vanuit het Lectoraat Opvoeden voor de Toekomst van Fontys Pedagogiek is onderzoek gedaan vanuit de vraag: Wat motiveert kinderen die wonen in Regio Hart van Brabant om van binnen naar buiten te gaan? In deze publicatie wordt verslag gedaan van de opbrengsten van deze kinderrechtendag, inclusief onderzoeksmethoden en resultaten.
DOCUMENT
Zeventien dagen na de Olympische Spelen vonden in Rio de Janeiro de Paralympische Spelen plaats. Rio had met betrekking tot de Paralympische Spelen voor het bid een concept ontwikkeld rondom het thema 'Live your Passion'. Daarbij zouden de Paralympische Spelen gebruikt worden om economische, stedelijke en sociale ontwikkeling in Brazilië te stimuleren. Het plan maakte deel uit van de visie van de Braziliaanse regering om te investeren in sport als katalysator voor sociale integratie. De intentie was om de Paralympische Spelen te gebruiken om een meer inclusieve samenleving te creëren. Dit hoofdstuk beschrijft de Paralympische Spelen en de investeringen die daarmee gepaard gingen, de beleving van het publiek bij de Spelen die uiteindelijk tot ‘The People’s Games’ werden gedoopt en uitzonderlijke atletische prestaties tijdens ‘The Best Games ever’. Tot slot wordt de legacy, de nalatenschap, met betrekking tot het vergroten van de toegankelijkheid voor mensen met een beperking beschreven.
DOCUMENT
Buiten spelen in essentieel voor een fysieke en sociale ontwikkeling van kinderen. Toch zien we dat minder dan 40% van de kinderen meer dan een uur buiten speelt op een dag. 17% geeft aan zelfs nooit buiten te spelen. Om dit te beïnvloeden is het van belang te begrijpen hoe kinderen spelen in de openbare ruimte en in speeltuinen in het bijzonder.
LINK
Wat gebeurt er als medewerkers van erfgoedinstellingen de wereld in trekken en hun publiek opzoeken, soms letterlijk op straat? Raken ze het spoor bijster of vinden ze juist nieuwe wegen in onze chaotische netwerksamenleving? Dit woudlopershandboek is vooral het verslag van een dergelijk avontuur in Gouda in 2007 en 2008. Burgers worden mondiger en maken dankbaar gebruik van nieuwe media. Klassieke culturele instellingen als musea, archieven of bibliotheken vragen zich af hoe ze zich tot deze ontwikkelingen moeten verhouden. Zo ook in Gouda... en daar gaan ze dan soep koken op de markt. Waarom ze dat doen, en waarom dat een goed idee is, komt in dit woudlopershandboek aan de orde. Dit is het verslag van hun zoektocht naar een nieuwe plek in onze gemedialiseerde samenleving. En net als 'Scouting for boys' van Robert Baden-Powell staat het vol met sterke verhalen, tips en trucs, vaardigheden en harde lessen voor onderzoeker en hun begeleiders. Het avontuur speelde zich af in Gouda, maar we hopen dat onze ervaringen ook elders een bron van inspiratie kunnen zijn.
DOCUMENT
Een transformatie naar een nieuw economisch paradigma gaat niet vanzelf: wij maken als mensen onderdeel uit van het gevestigde systeem en gedragen ons daar ook naar. Om een echte transformatie te kunnen maken naar een samenleving met nieuwe en andere waarden moeten we eerst te rade gaan bij onszelf. Waarom doe ik wat ik doe? Hoe verhoud ik mij tot anderen en de samenleving? Wat is het effect daarvan? Word ik daar gelukkig van? Kan het ook anders? We moeten leren om kritisch te kijken naar onszelf, de natuur, de maatschappij, de systemen die wij gecreëerd hebben, waaronder ook ons eigen onderwijssysteem. Rust en stilte Dit nadenken en bezinnen kan alleen vanuit rust en stilte. In het muziekstuk 4’33” van componist John Cage spelen de opgestelde muzikanten 4 minuten en 33 seconden lang geen noot. Met de verwijzing naar dit muziekstuk willen de schrijvers benadrukken dat het nemen van rust en stilte in een tijd van een steeds sneller draaiende economie met meer en meer burn-outs (van mensen, systemen en uiteindelijk ook de Aarde) geen vanzelfsprekendheid is. Het zoeken naar rust en stilte in een dolgedraaide wereld vergt om een actieve inspanning. Vanuit het bewustzijn dat vanuit het stilstaan ontstaat is het mogelijk ons ONT-wikkelen: het losmaken van ingesleten patronen, waarden en gewoonten die ons met de paplepel zijn ingegoten. Een mindshift is nodig is om te komen tot andere maatschappelijke waarden en systemen. Het slagen van de circulaire economie is daarvan in grote mate afhankelijk. Deze vergt andere waardesystemen, andere vormen van samenwerking en een andere consumentenvraag. Die komen er niet vanzelf, dat vergt tijd, inspanning en zelfreflectie op alle niveaus. Behoefte Het boek is geschreven door het ‘collectief circulaire economie’: een samenwerkingsverband tussen auteurs van binnen en buiten Fontys. Het doel van het boek is een nieuw licht te werpen op de benodigde transitie naar een circulaire economie. Het voorziet daarmee in een behoefte van onze studenten, die vragen om meer literatuur over circulaire economie. Daarnaast is het boek ook bedoeld voor docenten en professionals. In de diverse hoofdstukken laten de auteurs zien dat de transitie naar een circulaire economie meer is dan het sluiten van grondstofkringlopen. Zij betogen dat een circulair economisch model niet verenigbaar is met het huidige economische systeem gericht op onstuitbare groei en financiële winstmaximalisatie. De transitie naar een echt circulaire economie vergt een grotere transformatie van de maatschappij als geheel: van een competitieve naar een meer coöperatieve samenleving, van een individualistische naar een netwerksamenleving en van het loslaten van ingesleten consumptiepatronen zoals de wens tot steeds meer bezit. Dat er hierin al iets aan het veranderen is in de maatschappij is zichtbaar: een bijvoorbeeld is de razendsnelle en succesvolle opkomst van servicegerichte bedrijvigheid, zoals bijvoorbeeld Swapfiets, waarbij studenten voor een vast per maand altijd een werkende fiets ter beschikking hebben
LINK
De woonwijken in de gemeente Almere hebben een ruime en groene inrichting metdiverse gelegenheden voor kinderen om te spelen, sporten en bewegen. Veel hofjes enstraten hebben bijvoorbeeld ingerichte speeltuinen (ook wel steunplekken genoemd) enbuurten hebben meestal één of meerdere grotere centrale speelplekken en sportvelden.Tevens zijn schoolpleinen in Almere meestal toegankelijk buiten schooltijden. Kinderenspelen niet alleen op dergelijke formele speelplekken, ook de straat en grasveldjes wordenveel gebruikt voor het buitenspelen, weten we vanuit de literatuur. Daarop inspelendbeoogt de gemeente Almere meer inzicht te krijgen in het buitenspeelgedrag van kinderenin Almere, met name op de steunplekken en het gebruik van de speeltoestellen daarbij.Aeres Hogeschool Almere is gevraagd om hiervoor onderzoek uit te voeren. Het doel vandit onderzoek was het in kaart brengen van de speellocaties en het speelgedrag vanbuitenspelen kinderen in drie speelbuurten teneinde een uitspraak te doen over de rol vanspeeltoestellen op steunplekken.
DOCUMENT
Openbare Les Diny van der Aalsvoort 2009. Inleiding Spel wordt als zodanig herkend wanneer het zich voordoet. Kenmerkend is dat spelen vrijwillig is: het gaat om nietverplichtende bezigheden die de speler zelf kiest. In belangrijke mate neemt de spelende zelf het initiatief tot deze bezigheden. Het kan ze ook controleren. Spel dient geen extern doel. Het individu is gericht op het spelproces. Spelen gaat gepaard met plezier: het individu wil vanuit zichzelf spelen. Het hoeft er niet toe worden aangezet. Spel kent eigen regels: die regels worden gevormd door de spelers, tijdens het spelen. Spel vindt plaats binnen een kader dat het scheidt van de realiteit van alledag (Fromberg & Bergen, 2006; Kwakkel-Scheffer, 2006).
DOCUMENT
"In het kader van het Programma Samenwerking DJI-3RO zijn zomer 2019 onder de noemer ‘Effectieve Praktijken’ experimenten gestart in negen verschillende Penitentiaire Inrichtingen (Heerhugowaard, Nieuwegein, Roermond, Schiphol, Veenhuizen, Vught, Zaanstad, Zutphen, Zwolle). Daarnaast startte in januari 2020 het project ‘Selectie Ondersteunend Model (SOM)’ in twee andere Penitentiaire Inrichtingen (Arnhem, Sittard). Doel van beide initiatieven is het betrekken van de specifieke expertise van de reclassering om re-integratietrajecten voor gedetineerden te versterken en terugval in delinquent gedrag te helpen voorkomen. Het (intensiveren van het) samenwerken met gemeenten en met andere ketenpartners ligt hierbij voor de hand. Hogeschool Utrecht (HU) heeft van september 2019 tot en met juni 2021 onderzoek gedaan naar de experimenten binnen het project Effectieve Praktijken en van februari 2020 tot en met juni 2021 naar de ontwikkeling van het SOM. Deel 1 van ‘Binnen beginnen om buiten te blijven’ (Eindrapport Effectieve Praktijken en Selectie Ondersteunend Model) beschrijft de eindresultaten van beide onderzoeken."
DOCUMENT
In LO Magazine 2 2021 schreven we over de mogelijkheden en de complexiteit van een Dynamische Schooldag. We gaven toen aan dat we een volgorde zien in de inzet van een school ten aanzien van goed leren bewegen en regelmatig bewegen tijdens de schooldag: eerst uitstekende lessen bewegingsonderwijs, dan de focus op een schoolplein waar alle kinderen aan bod komen en zich veilig voelen en daarna aandacht voor de andere aspecten van een dynamische schooldag. In dit topic (LO5) staan meerdere artikelen over het buitenspelen op het schoolplein, hoe dit te organiseren en te begeleiden. Dit artikel gaat over het belang van een Dynamische Schooldag, met daarin specifieke aandacht voor de roostering van het buitenspelen.
MULTIFILE
Het meeste vlees dat Nederlanders eten wordt niet duurzaam geproduceerd. Veel productie leidt tot overbemesting, kost veel water en gaat ten koste van de biodiversiteit en het landschap, terwijl dierenwelzijn niet per se is geborgd. Hogeschool Van Hall Larenstein participeerde binnen het onderzoek ‘Dierzaam’ van de Hogeschool Utrecht. Het project zocht naar marketingstrategieën die consumenten verleiden om over te stappen naar meer duurzaam geproduceerd vlees. In dit whitepaper beschouwt Van Hall Larenstein (VHL) de kansen in de keten vanuit het perspectief van de boer. Hiervoor bestudeerden onderzoekers literatuur en inspirerende voorbeelden. Meer aandacht voor dierenwelzijn zal leiden tot extensivering van de veehouderij. De milieubelasting van vlees wordt bepaald op veel criteria, de uitkomsten verschillen per diersoort en voor traditioneel of organische houderijsystemen. Over het algemeen zijn kip- en varkensvlees minder milieu belastend dan rundvlees. Echter, varkens en kippen eten weer meer granen die wereldwijd voor mensen belangrijk zijn en rundvee kan daarentegen op grasland leven. Voor de omschakeling naar duurzame vleesvee houderij is een systeemverandering nodig waar álle partijen een rol in hebben. De boer moet voldoen aan de vele normen en heeft deskundigheid nodig. Sociale media kunnen een transparante communicatie tussen boer en consument ondersteunen. De supermarkt en de slager kunnen het eigen assortiment kiezen en meer communiceren en informeren en de consument maakt uiteindelijk de keuze in de winkel. De overheid moet zich actiever opstellen in markt- en prijsbeleid. Boeren staan onder druk door enerzijds maatschappelijke eisen en aan de andere kant de kostprijs van duurzame productie. Een eerlijk en duurzaam verdienmodel voor de boer vereist een hogere vleesprijs, gecombineerd met betalingen van de boer voor maatschappelijke (ecosysteem)diensten.
DOCUMENT