Deze casus gaat over de ‘tweeledigheid’ van een verkeersongeval: hoewel het gaat om een strafbaar feit, is het ook een ongeluk, waardoor het nemen van verantwoordelijkheid voor het plegen van dat strafbare feit een issue kan zijn. De verdachte ziet het ongeval als (een) ongeluk, dat alleen maar slachtoffers kent (inclusief hemzelf). Het slachtoffer daarentegen is van mening dat er maar een persoon verantwoordelijk is en dat is degene, die het ongeval heeft veroorzaakt, te weten de bestuurder van de auto. Hoe ontrolt die ‘tweeledigheid’ zich in deze mediation in een verkeerszaak? En hoe vindt het proces van ‘verantwoordelijkheid nemen’ daarin plaats?
DOCUMENT
In een tijd van grote maatschappelijke veranderingen in het sociale - en juridische domein, waarbij zelfredzaamheid en oplossingsgerichtheid centraal staan, worden professionals uitgedaagd om hun bijdrage te leveren aan effectieve en rechtvaardige oplossingen. Bij afhandeling van strafzaken wordt in toenemende mate gezocht naar oplossingen die niet alleen recht doen aan het aangedane leed, maar waarbij ook naar de toekomst wordt gekeken. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat slachtoffers zich gehoord en erkend voelen en dat herstel kan plaatsvinden? Hoe kunnen we voorkomen dat delictgedrag zich herhaalt? Het herstelrecht, en ook de ontwikkelingen binnen het herstelrecht, zoals mediation in strafzaken, sluiten hierop aan. Tijdens de onderzoeken ‘Strafrechtmediation: geborgd in kwaliteit’ (2017-2019) en ‘Mediation in strafzaken: een bijzondere verantwoordelijkheid voor verdachte en mediator’ (2022-2024), uitgevoerd door de lectoraten ‘Toegang tot het Recht’ en ‘Werken in Justitieel kader’ van Hogeschool Utrecht is onderzoek gedaan naar de kwaliteitseisen waaraan een mediator in strafzaken moet voldoen en naar het thema verantwoordelijkheid nemen door een verdachte tijdens een mediation in strafzaken.
DOCUMENT
Professionals moeten tijdens het gehele mediationproces omgaan met het thema ‘verantwoordelijkheid nemen’ door de verdachte. Zij komen echter een aantal knelpunten tegen. Wat is bijvoorbeeld nodig qua verantwoordelijkheid nemen om door te verwijzen naar de volgende fase in het mediationtraject? Hoe kunnen mediators verantwoordelijkheid nemen stimuleren en op welke manier kunnen zij dit omschrijven in de slotovereenkomst? De hoofdvraag van dit onderzoek is daarom: ‘Welke criteria kunnen stakeholders (rechters, officieren van justitie, mediationfunctionarissen en mediators) hanteren bij het vaststellen en stimuleren van ‘verantwoordelijkheid nemen door een verdachte’ tijdens het mediation in strafzaken traject en welk handelingsrepertoire is hiervoor nodig? Door middel van interviews met rechters, OvJ’s, mediationfunctionarissen, mediators, strafrechtadvocaten, slachtoffers en verdachten alsook via focusgroepen met mediators en mediationfunctionarissen is deze vraag onderzocht.
DOCUMENT
In een MiS is verantwoordelijkheid nemen door een verdachte een voorwaarde om 1) de mediation te starten en 2) voor een succesvol verloop daarvan. Door het onderzoek dat wij uitvoeren willen we verduidelijken wat het nemen van deze verantwoordelijkheid inhoudt. Tijdens een MiS blijkt het voor de verdachte niet altijd gemakkelijk om de verantwoordelijkheid te nemen, zeker niet als het gaat om een zware verantwoordelijkheid, zoals in strafzaken nogal eens speelt. Zelfbeschermingsmechanismen als ontkenning, bagatellisering, verschuiving van verantwoordelijkheid en dissociatie treden vrijwel automatisch in werking. De mediators hebben tijdens dit proces een ondersteunende rol waar het gaat om het nemen van verantwoordelijkheid door een verdachte. Dat betekent begrip voor de verdachte, die niet alleen ‘dader’ is maar ook mens. Maar ook moeten mediators soms confronteren als allerlei zelfbeschermingsmechanismen de verdachte in weg zitten om verantwoordelijkheid te nemen. Het onderzoek wil ook bijdragen aan (uitbreiding van) het arsenaal aan effectieve interventies inzake het nemen van verantwoordelijkheid door de verdachte.
DOCUMENT
De afgelopen jaren hebben wij met verbazing gekeken naar de toenemende belasting en hogere eisen van de financiële zelfredzaamheid van burgers. In dit artikel nemen wij u kort mee in enkele van onze bevindingen en doen wij de oproep om gezamenlijk de burger centraal te stellen. Niet alleen aan de overheid, maar ook aan degenen die ondersteuning bieden in het oerwoud van financiën.
MULTIFILE
Dit hoofdstuk bestaat uit vijf delen. In het eerste deel wordt kort aandacht besteed aan de bestuurlijke agenda’s op het gebied van digitalisering en wordt dieper ingegaan op de aanpak van online aangejaagde ordeverstoringen. In paragraaf 2 wordt er aandacht besteed aanmaatschappelijke ontwikkelingen die bijdragen aan het begrijpen van online aangejaagde ordeverstoringen. Vanaf paragraaf 3 wordt de focus verlegd naar de bestuurlijke praktijk dooraandacht te besteden aan juridische mogelijkheden en beperkingen van bestuursrechtelijke handhaving in het digitale domein. In de vierde paragraaf wordt aandacht besteed aan opvattingen,ervaringen en andere interventies die vanuit de praktijk worden aangedragen, want er zijn ook niet-juridische interventies die beproeft kunnen worden. In het vijfde en laatste deel wordtvooruitgekeken naar de toekomst en relevante vragen gesteld waar burgemeesters/gemeenten aande slag kunnen gaan rondom de aanpak van online aanjaagde ordeverstoringen
LINK
Hoofstuk 4 in Sociale innovatie in de praktijk Hoofdstukindeling: 4.1 Inleiding 4.2 Noties van sociale innovatie in zorg en welzijn 4.3 Transformatie in het sociale domein 4.4 Sociale innovatie beschouwd vanuit het perspectief van waarden 4.5 De waarde van een sociale professional 4.6 Epiloog
LINK
Hoofdstuk 6 in Sociale innovatie in de praktijk. In dit hoofdstuk beschrijven we twee Utrechtse sociaal innovatieve initiatieven in het sociale domein die zijn ontwikkeld om de handelingscapaciteiten van sociaal kwetsbare burgers te versterken. Het ene initiatief is een gemengde woon-werkgemeenschap met opvangvoorzieningen voor dak- en thuislozen ('t Groene Sticht), gerealiseerd in 2003. Het tweede is een stadslandbouwinitiatief van meer recente datum (2010) met dagbesteding en re-integratietrajecten voor mensen met een meervoudige problematiek (De Volle Grond).
LINK
Behandeling van het in Nederland geldende arbeidsrecht, gericht op op hbo-studenten. Geen wetenschappelijke pretenties, maar wel gedegen, zowel in de breedte als in de diepte. Ook beginnende rechtshulpverleners kunnen hun voordeel met dit boek doen. De informatie van de twee auteurs, een advocaat en een rechtshulpverlener/docent, is sterk praktijkgericht. De onderwerpen betreffen onder meer de inhoud van de arbeidsovereenkomst, rechten en verplichtingen van werkgever en werknemer, loon, verlof, het ontslagrecht en dergelijke. Deze zesde druk werd fors geactualiseerd wegens wijzigingen in wetgeving (zoals de komst van het nieuwe ontslagrecht uit de WWZ) en recente rechtspraak. Ook de complexe nieuwe wetgeving inzake flexibele arbeidscontracten wordt behandeld. Bron: www.picarta.nl. Titel als E-book beschikbaar voor studenten en medewerkers Hogeschool Utrecht.
LINK
Socialezekerheidsrecht begrepen behandelt het socialezekerheidsrecht voor studenten in het hoger onderwijs. Bij de beschrijving van de verschillende regelingen op het gebied van de sociale zekerheid hanteert de auteur de levenscyclus: een bespreking van de socialezekerheid ‘van de wieg tot het graf’. Het boek is op een voor studenten toegankelijke manier geschreven, is praktijkgericht en bevat in ieder hoofdstuk voorbeelden ter verduidelijking. Met name staat de vraag centraal met welke vragen een cliënt in de praktijk te maken krijgt. Dit neemt niet weg dat Socialezekerheidsrecht begrepen een studieboek is, waarbij de stof wetsystematisch door de auteur wordt behandeld en diepgaand daarop wordt ingegaan.
LINK