Met een top-down initiatief bottom-up burgerparticipatie organiseren, kan dat? En wat is hierin de macht van sociaal werkers? Hogeschoolonderzoekers Huub Purmer en Paula Smith bekeken het in de Haarlemse Wijkfabriek.
LINK
Gamification is een concept dat inmiddels grote populariteit geniet en wijdverbreid wordt toegepast. In dit whitepaper onderzoeken we de mogelijkheden van gamification in burgerparticipatie. Welke kansen biedt gamification de overheidssector? Wat zijn valkuilen en risico’s? En vooral: hoe ga je praktisch aan de slag?
DOCUMENT
Er vindt een verschuiving plaats van verzorgingsstaat tot participatiemaatschappij (RIVM, 2014). Er wordt van de burgers verlangd zich actief te mengen in kwesties en mee te bouwen aan een leefbare gemeente. In een poging maatschappelijke problemen te verminderen tracht de overheid burgerparticipatie te vergroten, onder andere door een Beweegvriendelijke Inrichting van de Openbare Ruimte (BIOR) (Gemeente Groningen, 2014). Dit is een initiatief waarin de openbare ruimte is ingericht om burgers te stimuleren, faciliteren en uit te dagen om te spelen, bewegen en te ontmoeten (Cammelbeeck, Engbers, Kunen & L'abée, 2013). Hieruit volgt de probleemstelling: “Wat is de relatie tussen BIOR en burgerparticipatie en wat is de rol van sociale cohesie in dit verband?”
DOCUMENT
Hoewel het hiervoor beschreven studentonderzoek niet ontworpen werd om het CLEAR-model op validiteit te toetsen, lijkt het, afgaande op de antwoorden die bewoners in de interviews gaven, dat het model de belangrijke begrippen rondom participatie goed heeft beschreven. Zo sluit bijvoorbeeld de vaak genoemde opmerking met betrekking tot de tijd voor participatie aan bij de L van CLEAR. Het niet kennen van participatiemogelijkheden refereert naar de E en de A: wie de participatiemogelijkheden niet kent, kan ook niet meedoen. Hoe je wordt gevraagd speelt een grote rol. Dat de terugkoppeling een grote rol speelt bij de motivatie voor verdere participatie (de R) blijkt ook uit de antwoorden van de respondenten, die juist dit als verbeterpunt noemden. Dit model kan daarom voor gemeenten ook bruikbaar zijn als leidraad voor nieuwe stappen die gezet kunnen worden om daar waar sprake is van een kloof in een wijk te werken aan het dichten van die kloof.
DOCUMENT
Rapportage van de tweede editie van het jaarlijkse RUIT onderzoek. RUIT staat voor: Regionaal Utrechts Integraal Veiligheidsbeleid & Trends. Centraal in het RUIT 2 onderzoek staat de vraag naar publiek vertrouwen en burgerparticipatie op veiligheidsgebied. Aan dit onderzoek namen zes gemeenten uit de Regio Midden-Nederland deel: drie grote/middelgrote gemeenten en drie kleine(re) gemeenten. Dit rapport geeft een eerste overzicht over de onderzoeksresultaten. In het volgende hoofdstuk wordt een korte theoretische inleiding in het vraagstuk van burgerparticipatie gepresenteerd (hoofdstuk 2). Aansluitend worden de gemeenten, de onderzoeksvragen en de erbij horende opzet per gemeente beschreven (hoofdstuk 3). In hoofdstuk wordt per gemeente beknopt gepresenteerd welke resultaten het onderzoek heeft opgeleverd. Daarna volgt in hoofdstuk 5 de conclusie en enkele bijlagen.
DOCUMENT
AanleidingHet klimaat verandert en dit brengt extremere weersomstandigheden met zich mee. Om de leefbaarheid en veiligheid van inwoners in Hollands Noorderkwartier te waarborgen is het van belang om de omgeving klimaatbestendiger te maken. VraagIn dit onderzoek richten we ons op de vraag wat nodig is om inwoners daadwerkelijk aan te zetten om klimaatadaptieve maatregelen te nemen in en om hun woning. OnderzoekOm deze vraag te beantwoorden hebben wij, het lectoraat psychologie voor een duurzame stad van de Hogeschool van Amsterdam, een verkenning gedaan van wetenschappelijke literatuur en praktijkgerichte onderzoeksrapporten op het gebied van burger-participatie bij klimaatadaptatie. Daarnaast hebben we 64 bewoners gesproken in drie sessie in verschillende regio’s in Hollands Noorderkwartier. In dit rapportIn dit rapport beschrijven we onze bevindingen en geven we op basis daarvan aanbevelingen over hoe inwoners kunnen worden betrokken bij klimaatadaptatie.
DOCUMENT
Juni 2010 kregen alle nieuwe raadsleden en wethouders in ons land het boekje Naar buiten- spoorboekje burgerparticipatie voor raad en college. Het boekje bespreekt de aanpak van burgerparticipatie. Maar hoe moet burgerparticipatie via nieuwe media - Web 2.0 - worden aangepakt?
DOCUMENT
AchtergrondKlimaatverandering leidt steeds vaker tot overschrijding van acceptatiegrenzenvoor neerslag, hitte en droogte. Het creëren van een klimaatbestendige inrichtingin samenwerking met bewoners is essentieel voor gemeenten en waterschappen.Bewoners voelen zich vaak betrokken bij de inrichting van hun straat, en richten hun tuin in op een manier die bij hun leefstijl past. In de 10 onderzochte wijken beslaan tuinen ongeveer 10 -40% van het stedelijk oppervlak.VraagarticulatieVoorafgaand aan het onderzoek bleek dat professionals van gemeenten enwaterschappen vooral behoefte aan inzicht hadden in:• Effecten van extreem weer op het niveau van wijken, straten en gebouwen;• Lokale ervaringen, beleving van extreem weer en gedrag van burgers;• Hoe burgers betrokken kunnen worden bij een klimaatbestendige inrichting van wijken en straten.Hoofdvraag en doelstellingHoe kunnen professionals van gemeenten en waterschappen met inzet van burgers klimaatadaptatie in stedelijk gebied in praktijk brengen? Het doel is om een praktisch toepasbare werkwijze te ontwikkelen voor ‘burgerparticipatie in klimaatadaptatie’.AanpakHet onderzoek is uitgevoerd in 10 living labs waarin is geëxperimenteerd met metingen, beleving en participatie ten behoeve van klimaatadaptatie op wijkniveau. Hierbij zijn verschillende benaderingen uit de burgerwetenschap toegepast. Professionals en bewoners hebben samen metingen uitgevoerd (participatieve monitoring), gegevens verzameld over fysieke en sociale kwetsbaarheid en op diverse manieren inzicht gecreëerd voor een lokale aanpak.Door middel van een vergelijkingskader zijn Living labs tijdens het proces vergeleken, bijgesteld en geëvalueerd.ResultaatHet onderzoek heeft geresulteerd in nieuwe kennis over meten, beleven en doenten aanzien van klimaatadaptie in de wijk. Dit biedt handvatten voor professionals van gemeenten en waterschappen om effectiever samen met inwoners te werken aan klimaatadaptatie. Door metingen in een variëteit aan wijken is nieuwe kennis ontwikkeld over de betekenis van de buitenruimte (groen en grijs) voor het hitteeilandeffect. Samen met inwoners is de bijdrage van woningtype en gedrag op hittestress gemeten. De ontwikkelde vragenlijst over beleving van klimaateffecten biedt publieke professionals een instrument voor inzicht op wijkniveau en intenties voor maatregelen. Klimaatadaptatie blijkt echter nog beperkt te leven onder inwoners en er is nog weinig bereidheid is om zelf initiatief te nemen. Bewoners ervaren weinig kennis en capaciteit inde wijk om dit vraagstuk zelf op te pakken. Bewoners hebben een voorkeur voor initiatief vanuit de gemeente, maar worden wel graag betrokken. Tegelijkertijd nemen inwoners wel andere relevante initiatieven die raken aan klimaatadaptatie, zoals vergroening en verduurzaming van de wijk en woning. Klimaatadaptatie kan dan ook in cocreatie met andere thema’s in de wijk worden opgepakt. Om klimaatadaptatie daar een goede plek in te geven ligt er nog een uitdaging voor professionals op het uitwerken van kaders en doelen en het stimuleren van een sociale norm om inwoners actief invulling aan klimaatadaptatie te laten geven. Metingen zoals uitgevoerd in het onderzoek bieden publieke professionals daarbij concrete resultaten om in gesprek te gaan over wat acceptabel is en wat voor maatregelen nodig en mogelijk zijn.
LINK
Dit onderdeel van het onderzoeksproject had als doelstelling om nieuwe vor-men van social media te ontwikkelen die tot een meer respectvolle en con-structieve online dialoog zouden leiden in relatie tot de wijk. De aanleiding was dat wijkprofessionals observeerden dat de dialoog niet stopt op de drem-pel van het buurthuis, maar via sociale media verder gevoerd wordt. Uit vooronderzoek is gebleken dat het zinvol is om in dit onderzoek te focus-sen op een specifieke vorm van sociale media, namelijk die vorm die gericht is op deliberatie: een dialoog met een politiek doel. Er is internationaal veel onderzoek gedaan naar de kwaliteit van deliberatie, ook wanneer de delibe-ratie wordt gedaan door niet-politici. Hoewel een deel van dit onderzoek zich richt op online deliberatie, is uit ons literatuuronderzoek gebleken dat er nog niet veel experimenteel onderzoek is gedaan naar hoe het ontwerp van online communicatiemiddelen een deliberatie positief kunnen beïnvloeden. In ons project is de doelstelling daarom aangescherpt naar het ontwerpen en ontwikkelen van een online deliberatieplatform dat aansluit bij de behoeften van de betrokken gemeenten met betrekking tot lokale online dialogen en bij de hiaat in de beschikbare kennis over de vormen die een dergelijk platform kan aannemen en op welke wijze een online deliberatie goed kan worden on-dersteund. In een intensief proces van ontwerpen, ontwikkelen en evalueren, is een deli-beratieplatform gerealiseerd, eerst als prototype en uiteindelijk als een wer-kend product. Het platform is getoetst en geëvalueerd en is klaar om ingezet te worden in reële situaties waarbij burgerparticipatie in stadswijken middels online deliberatie kan worden vormgegeven.
DOCUMENT
Sowijs deed onderzoek naar verschillende strategieën voor burgerparticipatie via sociale media. Hoe moet je Twitteren om mensen te betrekken en gebruik je dan wel of geen hashtags. Lees het in dit whitepaper!
DOCUMENT