Het doel van dit onderzoek is om, op bescheiden schaal, kennis en inzicht te ontwikkelen over de betrokkenheid, motivatie en organisatiekracht van sportverenigingen bij de organisatie van de buurtsportclubs in Overvecht en Leidsche Rijn. Dit levert informatie op over de mate van draagvlak en eigenaarschap bij sportverenigingen met betrekking tot de buurtsportclubs. Daarnaast biedt het inzicht in de wijze waarop scholen werken aan een structurele samenwerking met de buurtsportclubs. Uiteindelijk leidt het onderzoek tot praktijkgerichte aanbevelingen ten behoeve van beleid en praktijk omtrent de buurtsportclubs.
DOCUMENT
Vanwege de achterblijvende aantallen lidmaatschappen bij sportverenigingen van Utrechtse jeugdigen in de wijken Zuid, Noordwest, Overvecht en Zuidwest, is de gemeente Utrecht enkele jaren geleden gestart met het opzetten van zogenaamde buurtsportclubs. Buurtsportclubs hebben het doel om meer jeugdigen uit deze wijken naar de sportverenigingen toe te leiden. Buurtsportclubs zijn een tussenstap naar het traditionele sportaanbod op de verenigingen. Kinderen kunnen er tegen gereduceerd tarief aan verschillende sporten in hun buurt deelnemen, waardoor ze op laagdrempelige wijze kennis maken met verschillende sporten en hierdoor de mogelijkheid wordt geboden door te stromen naar een sportvereniging. Op deze wijze kunnen de kinderen dicht bij huis en tegen een klein bedrag sporten uitproberen en kunnen sportverenigingen meer bekendheid genereren in wijken met veel potentiele (jeugd)leden. De gemeente zou graag meer inzicht willen hebben in het bereik en effect van de buurtsportclubs. De opzet en het resultaat van de buurtsportclubs als ‘tussenstation’ naar de reguliere verenigingen lijken nog niet optimaal.
DOCUMENT
In de interviewserie met lectoren: filosoof Nico de Vos is dragend lector Participatie en Stedelijke Ontwikkeling. Zijn lectoraat onderzoekt de maatschappelijke impact van sport, kunst en gemeenschappen (community development). ‘Participatie moet niet alleen gericht zijn op de kwetsbare mensen in de samenleving.’ Een interview over andere manieren van samenleven, over nieuwe onderzoeksvormen en echte impact, in "de nulde lijn" van de Utrechtse samenleving.
LINK
Het lectoraat richt zich op participatie en stedelijke ontwikkeling. De uitdagingen en problemen die spelen in stedelijke omgevingen gaan vaak over ‘delen’ en ‘verdelen’, en over de voortdurende spanningsverhouding tussen de verscheidenheid én verbondenheid die daarbij hoort. De stad zijn wij. Voor die sociale stedelijke ontwikkeling zet het lectoraat zich in door onderzoek te doen naar de mogelijkheden om de kracht van relaties en netwerken in de stad te versterken. Dat doen we vanuit onderzoek en onderwijs samen met de praktijk en het beleid. We werken ingebed, als embedded practice-based researchers. We willen relaties en netwerken niet alleen beter proberen te begrijpen, zoals de voortdurende en intrigerende spanningsverhouding tussen eenheid en verscheidenheid van mensen die daar deel van uitmaken. Ook willen we ze een positieve impuls geven, de kracht ervan benutten. Dat doen we mede door ook zelf met betrokkenen samen te werken, door samen te ‘zwermen’ tijdens het onderzoek, met als doel maatschappelijke participatie en stedelijke ontwikkeling te bevorderen. Want, zo zien wij het: voor de 21ste eeuw is er geen andere optie dan te delen. Na het inleidende eerste hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 uiteen gezet wat de kernbijdrage van het lectoraat is. Waar richt het lectoraat zich precies op als het gaat om participatie en stedelijke ontwikkeling? En waarom? In Hoofdstuk 3 werken we die bijdrage verder uit, door in te gaan op de doorontwikkeling van het lectoraat en het onderzoeksprogramma met drie onderzoekslijnen. Onze belangrijkste drijfveer is het realiseren van maatschappelijke impact. We besluiten de tekst in hoofdstuk 4 met een aantal slotbeschouwingen.
DOCUMENT
‘Sportvrienden’ is een initiatief van stichting Onthemove. Onthemove ziet zichzelf als “de pedagogische schakel tussen jeugdzorg en sport(verenigingen)”. Zij willen jongeren met jeugdhulp stimuleren om te gaan sporten: “…jongeren uit de behandelkamer halen en op een andere locatie helpen met hun situatie” (Onthemove, z.d.). Voor dit project werft Onthemove studenten als sportvriend voor jongeren in de jeugdzorg. De studenten kunnen hiermee invulling geven aan de maatschappelijke diensttijd (MDT). De sportvrienden nemen voor een periode van 10 weken samen deel aan een sport naar keuze. Het doel van dit onderzoek was het evalueren van het project ‘Sportvrienden’ als proeftuin Maatschappelijke Diensttijd (MDT) vanuit het perspectief van de deelnemers.
DOCUMENT
Met de tool ‘Opvoeden in de buurt’ (bestaande uit een kaartspelvariant, powerpointvariant en website met o.a. de producten en instructiefilmpjes) kunnen ouders, leerkrachten, buurtwerkers en andere opvoeders aan de hand van 24 praatplaten de dialoog aangaan over pedagogisch handelen bij situaties met kinderen in de buurt. De praatplaten zijn ontwikkeld op basis van onderzoek naar manieren om positieve en veilige opgroei-omgeving in buurten te stimuleren (Rumping, 2022).
MULTIFILE
In dit boekje wordt wijkontwikkeling geplaatst in de betekenis van de buurt voor ontwikkeling van bewoners. Er worden vier typologien onderscheiden: de leefbaarheidsklant, de communitybewoner, de woonpassant en de thuisbasisbewoner.Dit wordt verbeeld in een buurtbindingsmatrix. Vanuit het perspectief van de bewoners wordt het belang van de buurt voor hun eigen ontwikkeling (behoeftenloopbaan)beschreven.
DOCUMENT
Inleiding De gemeente Waalwijk, Casade Woondiensten en Mozaïek Waalwijk/de Twern werken hard aan de sociale samenhang van de Waalwijkse wijken, en willen daarbij zo goed mogelijk ook de bewoners betrekken. Maar wie zijn die bewoners precies? Welke zaken houden hen bezig? In hoeverre kunnen en willen zij eigenlijk betrokken zijn? Het rapport Buurten in beweging gaat in op dit soort vragen. Onderscheid wordt gemaakt tussen de participatie van bewoners in beleidsvormingstrajecten (meedenken) en 2) de deelname van bewoners aan concrete buurtinitiatieven (meehelpen). De eerstgenoemde trajecten zijn doorgaans geïnitieerd door de instanties en gericht op het oplossen van problemen op het niveau van de wijk of gemeente als geheel. De laatstgenoemde trajecten zijn daarentegen meestal het initiatief van bewoners zelf; niet in eerste instantie gericht op het oplossen van problemen maar op leuke zaken zoals het (verder) verbeteren van de sfeer in de buurt, de straat of het pleintje voor de voordeur. Als casus is in dit rapport gekozen voor de wijk Sint Antoniusparochie/Bloemenoord. Aanleiding Hoewel de gemeente, Casade Woondiensten en Mozaïek Waalwijk/de Twern veel aandacht besteden aan bewonersparticipatie, valt op dat nogal eens een beroep wordt gedaan op steeds dezelfde bewoners. Daar komt bij, dat de belevingswereld van bewoners niet altijd aansluit bij de beleidstaal en beleidslogica van de gemeente. En verder valt op dat bewoners wel vaak willen meedenken over verbeteringen in hun omgeving, maar minder vaak bereid of in staat zijn mee te helpen in de uitvoerende fase. Waarom is dat zo? Wat zijn de redenen en motieven van bewoners om zich in te zetten voor de wijk, of om dat niet te doen? Kunnen de professionals in Sint Antoniusparochie/ Bloemenoord de bewoners, beter dan nu gebeurt, ondersteunen?
DOCUMENT
Het bespreekbaar maken van opvoedsituaties in de buurt is niet makkelijk en vergt aandacht om te kunnen werken aan een positief opvoedklimaat in de buurt. Deze tool is bedoeld als hulpmiddel hiervoor. Het doel van interactieve tool met animaties, helpt (toekomstige) professionals die in buurten en op scholen werken om na te denken over opvoeden in de buurt en hierover uit te wisselen binnen bijvoorbeeld hun teams. Ook kunnen de animaties helpen om met (groepen) ouders en/of vrijwilligers over opvoeden in de buurt na te denken.
DOCUMENT
Wat gebeurt er als een kunstinstelling de dialoog wil aangaan met de buurt? Janna Michael observeerde een jaar lang de artistieke interventies van hetInstituut voor Avantgardistische Recreatie WORM in de Rotterdamse buurt Cool-Zuid. Ze beschrijft in dit artikel drie casussen en gaat in op de kenmerken vandialogische kunst.Het Instituut voor Avantgardistische Recreatie WORM (WORM) zoekt een betekenisvolle verbinding en dialogische relatie met de buurt, de inwoners van Cool-Zuid in Rotterdam. WORM-medewerkers zien de snelle verandering die de buurt ondergaat door gentrificatie en verkennen daarom WORM’s positie en haar potentiële rol in de buurt. Ze zet in op het bijdragen aan sociale inclusie en diversiteit in Cool-Zuid. Tegelijkertijd is WORM geen klassiek buurtcentrum, maar een kunstinstituut dat innovatieve en creatieve processen ondersteunt. Ze ontwikkelt artistieke praktijken die buurtbewoners betrekken en die hiermee bijdragen aan een nieuwe positie van WORM.In dit artikel verken ik de ontwikkeling van deze nieuwe relatie en haar dialogische karakter door in te zoomen op verscheidene artistieke interventiesin en om WORM. Ik zal op basis van interviews, observaties en digitale documentatie beschrijven hoe deze praktijken gedurende één jaar zijn geëvolueerd. De analyse richt zich op drie casussen: Issue Wrestling, Eten en ontmoeten in Cool en een hoorspel van een lokale dj en kapper, Haar en Hem. Deze casussen verschillen qua betrokken kunstenaar, proces en doelgroep en vormeneen nog incompleet verhaal over WORM en haar positie in de buurt. Ik verkendeze interventies als voorbeelden van een dialogische relatie tussen artiesten publiek of deelnemers. Daarbij ontleen ik ideeën aan dialogische kunst(Kester, 2005) en in bredere zin aan dialogische relaties zoals Bisschop Boele inde inleiding van dit themanummer formuleert. Om juist de context waarindialogische kunst plaatsvindt te begrijpen, bestudeer ik niet alleen kunstpraktijken zelf, maar bekijk ik deze ook vanuit WORM als organisatie. Hiermee kom ik tot een voorlopig antwoord op de volgende vragen: hoe is derelatie tussen WORM en de buurt zich aan het ontwikkelen? en wat kenmerkteen dialogische relatie tussen kunstinstituut en buurtbewoners?
MULTIFILE