Een aanzienlijk deel van de Nederlanders die in armoede leven heeft werk. Deze werkenden met een laag inkomen behoren relatief tot de ‘verborgen armen’, wat betekent dat zij gemeentelijke inkomensondersteunende regelingen mislopen waar zij recht op hebben. De gemeente Amsterdam werkt in haar aanpak Sociaal Werkgeverschap samen met lokale en regionale werkgevers om deze inwoners zo veel mogelijk te bereiken en ondersteunen. In deze case study is onderzocht hoe dat in de praktijk vorm krijgt en wat deze ondersteuning heeft betekend voor een aantal werknemers die in financiële nood zaten. Ook is gekeken in hoeverre werkgevers een 'vindplaats' kunnen zijn voor werkenden die in verborgen armoede leven en soms nog helemaal niet in contact zijn met de hulpstructuur in de stad. Deze case study is voor gemeenten die ook willen samenwerken met werkgevers om werkenden te bereiken met hun voorzieningen voor inwoners met een laag inkomen: mensen in 'verborgen armoede'.
In het Utrechtse voortgezet onderwijs is vastgesteld dat er sprake is van circa honderd leerlingen die langer dan twee maanden ‘thuiszitten’. De betrokken partners – het samenwerkingsverband Sterk VO, de afdeling leerplicht van gemeente Utrecht, de jeugdgezondheidszorg en de buurtteams jeugd en gezin – geven aan deze situatie onwenselijk te vinden. Tegen deze achtergrond gaven zij een analyse te willen laten uitvoeren van deze problematiek en advies te ontvangen om hier als kernpartners slagvaardiger in te kunnen opereren. Gebruik makend van dossier analyse en kwalitaiteve interviews is dit advies tot stand gekomen.
Met de tool ‘Opvoeden in de buurt’ (bestaande uit een kaartspelvariant, powerpointvariant en website met o.a. de producten en instructiefilmpjes) kunnen ouders, leerkrachten, buurtwerkers en andere opvoeders aan de hand van 24 praatplaten de dialoog aangaan over pedagogisch handelen bij situaties met kinderen in de buurt. De praatplaten zijn ontwikkeld op basis van onderzoek naar manieren om positieve en veilige opgroei-omgeving in buurten te stimuleren (Rumping, 2022).
Medewerkers van de Buurtteamorganisatie (BTO) in Utrecht hebben ruimte om zelf een afweging te maken t.a.v. de ondersteuning van een klant. Het aantal casussen met langdurige begeleiding is echter toegenomen in de caseload van de buurtteams. Wat is een goed afwegingskader om tot de juiste inzet te komen?Doel Het project Langdurige begeleiding BTO Utrecht heeft twee doelstellingen: Het ontwikkelingen van een afwegingskader dat medewerkers van de BTO handvatten biedt om tot een goede besluitvorming te komen t.a.v. de intake, ondersteuning en de afronding van een case; Het ontwikkelen van een werkwijze die bijdraagt aan het leervermogen van het buurtteam. Resultaten Een handzame job-aid die zowel het besluitvormingsproces t.a.v. de intake, ondersteuning en afronding van een case ondersteunt als wel het leerproces in het team verder brengt. Looptijd 01 januari 2019 - 15 juni 2021 Aanpak In een ontwikkelwerkplaats (OWP) werken medewerkers van de verschillende buurtteams samen aan een afwegingskader voor de inzet van begeleiding: wat zijn de kritische vragen om tot een goed besluit te komen? En wat is een passende werkwijze binnen een buurtteam om deze vragen te stellen? De ontwikkelde job-aid wordt nu geïmplementeerd door de medewerkers van de Buurtteamorganisatie (BTO). Studenten van de opleiding Social Work monitoren in het kader van hun afstuderen de voortgang.
Sociaal werkers houden zich bezig met het versterken van sociaal functioneren van mensen en sociale kwaliteit van de samenleving rond maatschappelijke kwesties als eenzaamheid, armoede en schulden. Zij zijn daarbij gericht op het realiseren van belangrijke waarden als sociale rechtvaardigheid, gelijkheid, solidariteit en menselijke waardigheid. Sociaal werkers interveniëren op drie niveaus: - individuen/ huishoudens (microniveau) - het collectief: groepen, wijken, gemeenschappen (mesoniveau) - organisaties en beleid (macroniveau) De praktijk en de methodiekontwikkeling van het sociaal werk spitsen zich vooral toe op het interveniëren op microniveau. Collectieve arrangementen (mesoniveau) en het signaleren en agenderen van structurele oorzaken waardoor mensen in de problemen komen (macroniveau) krijgen minder aandacht terwijl die ook van groot belang zijn voor de aanpak van sociale kwesties. Individueel georiënteerde sociaal werkers vinden het moeilijk om de mogelijkheden op meso- en macroniveau te zien. Sociaal werkers die meer op collectieve arrangementen gericht zijn vinden het lastig hun werk goed te verwoorden en te verantwoorden. En beide type sociaal werkers erkennen dat zij signalen op macroniveau wel opvangen, maar handelingsverlegenheid ervaren om daar vervolgens voldoende werk van maken. In een ontwerpgericht onderzoek werken in dit project de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Movisie, Ons Welzijn, Synthese, buurtteam Venlo, gezinscoachteam Venray en Buurtplein samen aan de vraag: Wat biedt sociaal werkers houvast bij het besluiten welke interventies zij op welk niveau gaan inzetten en bij het verantwoorden van deze keuze? Via vier fasen (diagnose, ontwerp, test en implementatie) worden tools ontwikkeld voor de praktijk en het onderwijs van het sociaal werk. Het model professionele besluitvorming door sociaal werkers van Movisie wordt door ontwikkeld met behulp van wetenschappelijke, praktijk- en ervaringskennis over interveniëren in het sociaal werk en het versterken van sociale kwaliteit om (toekomstige) professionals een houvast te bieden bij het interveniëren op alle niveaus.
Sociaal werkers houden zich bezig met het versterken van sociaal functioneren van mensen en sociale kwaliteit van de samenleving rond maatschappelijke kwesties als eenzaamheid, armoede en schulden. Zij zijn daarbij gericht op het realiseren van belangrijke waarden als sociale rechtvaardigheid, gelijkheid, solidariteit en menselijke waardigheid. Sociaal werkers interveniëren op drie niveaus: - individuen/ huishoudens (microniveau) - het collectief: groepen, wijken, gemeenschappen (mesoniveau) - organisaties en beleid (macroniveau) De praktijk en de methodiekontwikkeling van het sociaal werk spitsen zich vooral toe op het interveniëren op microniveau. Collectieve arrangementen (mesoniveau) en het signaleren en agenderen van structurele oorzaken waardoor mensen in de problemen komen (macroniveau) krijgen minder aandacht terwijl die ook van groot belang zijn voor de aanpak van sociale kwesties. Individueel georiënteerde sociaal werkers vinden het moeilijk om de mogelijkheden op meso- en macroniveau te zien. Sociaal werkers die meer op collectieve arrangementen gericht zijn vinden het lastig hun werk goed te verwoorden en te verantwoorden. En beide type sociaal werkers erkennen dat zij signalen op macroniveau wel opvangen, maar handelingsverlegenheid ervaren om daar vervolgens voldoende werk van maken. In een ontwerpgericht onderzoek werken in dit project de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Movisie, Ons Welzijn, Synthese, buurtteam Venlo en Buurtplein samen aan de vraag: Wat biedt sociaal werkers houvast bij het besluiten welke interventies zij op welk niveau gaan inzetten en bij het verantwoorden van deze keuze? Via vier fasen (diagnose, ontwerp, test en implementatie) worden tools ontwikkeld voor de praktijk en het onderwijs van het sociaal werk. Het model professionele besluitvorming van Movisie wordt door ontwikkeld met behulp van bestaande kennis over interveniëren in het sociaal werk en het versterken van sociale kwaliteit om (toekomstige) professionals een houvast te bieden bij het interveniëren op alle niveaus.