Voor je ligt het afwegingskader voor besluitvorming van de Buurtteams Utrecht. Dit kader is een hulpmiddel om als individu of als team tot een afgewogen besluit te komen als het gaat om de inzet van het buurtteam in een casus: doen we in deze situatie het goede en hoe verantwoorden we dit?
DOCUMENT
In maart 2014 ontstond de behoefte bij Buurtteams en Sociaal Makelaars om met elkaar in gesprek te gaan over samenwerking in de buurt ten gunste van bewoners en cliënten. Op verzoek van Ingrid Horstik (Leidinggevende Buurtteam sociaal Overvecht Spoorzoom) en Pascal van Wanrooy (manager Wijk&co), werd de WMO werkplaats van het Kenniscentrum Sociale Innovatie van de Hogeschool Utrecht (HU) gevraagd om ondersteuning te bieden bij het verkennen van de samenwerking tussen buurtteams sociaal, jeugd en sociaal makelaars. Met het oog op januari 2015, waarbij nog meer buurtteams sociaal via de nieuwe buurtteam organisaties Incluzio en Lokalis van start zullen gaan. Dit gaf de ontwikkelwerkplaats ook het karakter van een pilot. De ontwikkelwerkplaats is gestart in oktober en liep tot en met eind december 2014. Er zijn vier bijeenkomsten. Uit elk team (Overvecht Noord en Zuid) hebben een à twee teamleden deelgenomen. In januari 2015 heeft een evaluatiebijeenkomst plaats gevonden met de leidinggevenden
DOCUMENT
Medewerkers van de Buurtteamorganisatie Sociaal (BTO) in Utrecht beschikken over de professionele ruimte om zelf de keus te maken hoe ze een hulpvraag oppakken. Het maken van deze afweging behoort tot het vakmanschap van de sociaal professional. Het was leidinggevenden opgevallen dat het aantal casussen met langdurige begeleiding toenam in de caseload van de buurtteams. Ruim drie jaar na de start van de buurtteams steeg het percentage langdurige begeleiding tot boven de 35%. Het gaat hier om inwoners die langer dan één jaar door een medewerker worden begeleid. Dat is op zichzelf geen probleem; het buurtteam doet wat nodig is. Maar hoe bepaal je nu met elkaar welke begeleiding passend is qua duur en vorm? Een gemeenschappelijk afwegingskader kan medewerkers helpen bij een meer eenduidige inschatting van de hulpvraag, alsmede bij de afronding van de casus. Daarnaast is er bij BTO behoefte om gericht te kunnen leren van casuïstiekbespreking, zodat het professionele vakmanschap wordt aangescherpt en dit ook bijdraagt aan het gezamenlijke afwegingskader.
DOCUMENT
Het vormgeven van de aanpak van huiselijk geweld door de buurtteams is een complexe ontwikkelingsvraag, die tal van vragen oproept. Het doel van dit verkennende onwikkelingsgerichte onderzoek is om deze vraagstukken te systematiseren en te analyseren om zo zinvolle keuzes te kunnen maken over de thema's waarop de ontwikkeling van de aanpak van de huiselijk geweld en daarbij ondersteunend praktijkonderzoek zich moeten richten. Daartoe is in dit rapport de aanpak van huiselijk geweld door de Utrechtse buurtteams verkend via verschillende invalshoeken. Er is gekeken naar de beleidsmatige en theoretische uitgangspunten van de buurtteams, naar de inzet en moed die het werken met huiselijk geweld van professionals vraagt en naar de alledaagse praktijk van de aandachtsfunctionarissen huiselijk geweld na een melding van Veilig Thuis. Via interviews, groepsbijeenkomsten, reflectie en literatuuronderzoek zijn de bevindingen vanuit die invalshoeken met elkaar in verband gebracht met het doel om de onderliggende patronen en vragen te verhelderen. Deze kernvraagstukken rond de aanpak van huiselijk geweld zijn geanalyseerd door vijf spanningsvelden en bijbehorende dilemma’s te benoemen en te beschrijven: het normale leven versus geweld; eigen kracht versus eigen regie; keuzevrijheid versus drang en dwang; incidenten versus resultaten; generalisme versus specialisme. Op basis van de analyse van deze spanningvelden wordt aanbevolen om veiligheid niet alleen als ondergrens voor kindermishandeling te hanteren maar ook voor ander vormen van huiselijk geweld zoals partnergeweld, geweld van ouders tegen hun kinderen en ouderenmishandeling. Gepleit wordt om hierbij zo nodig drang en dwang in te kunnen zetten. Voor de doorontwikkeling van de aanpak van huiselijk geweld in de buurtteams komen verder de volgende aandachtspunten uit dit onderzoek naar voren: specialistische ondersteuning huiselijk geweld aan de generalistische werkende buurtteams met als doel huiselijk geweld duurzaam te stoppen; het verder verfijnen van het begrip "eigen kracht" en dit niet zonder meer gelijk te stellen aan eigen regie; aandacht voor professionele moed preventie en vroegtijdige signalering.
DOCUMENT
In het Utrechtse voortgezet onderwijs is vastgesteld dat er sprake is van circa honderd leerlingen die langer dan twee maanden ‘thuiszitten’. De betrokken partners – het samenwerkingsverband Sterk VO, de afdeling leerplicht van gemeente Utrecht, de jeugdgezondheidszorg en de buurtteams jeugd en gezin – geven aan deze situatie onwenselijk te vinden. Tegen deze achtergrond gaven zij een analyse te willen laten uitvoeren van deze problematiek en advies te ontvangen om hier als kernpartners slagvaardiger in te kunnen opereren. Gebruik makend van dossier analyse en kwalitaiteve interviews is dit advies tot stand gekomen.
DOCUMENT
In Nederland is steeds meer aandacht voor het versterken van de financiële competenties van burgers. Een van de interventies die daarvoor wordt ingezet is de budgetcursus. Het betreft meestal vijf of zes lessen waar deelnemers vaardigheden leren om beter om te gaan met geld. Er is echter weinig bekend over de effectiviteit van deze cursussen. In samenwerking met Avres, Werk en Inkomen Lekstroom, de gemeente Zwolle, de Sociale Dienst Drechtsteden en Buurtteams Utrecht hebben het lectoraat Schulden en Incasso van de Hogeschool Utrecht en leerstoelgroep Urban Economics van de Wageningen Universiteit daarom de effectiviteit van twee typen budgetcursussen onderzocht: de traditionele cursus en een op gedragswetenschappelijke inzichten aangepaste cursus. Bij de traditionele budgetcursus ligt de nadruk meer op de overdracht van kennis en vaardigheden, bij de aangepaste cursus is er meer aandacht voor het handelen van de cursisten in het dagelijks leven
DOCUMENT
Huidig onderzoek naar de samenwerking tussen professionals uit de basishulp en de specialistische hulp voor jeugd binnen de JIM-aanpak, is één van de projecten in de Academische Werkplaats Transformatie Jeugd Utrecht (AWTJ) Utrecht. De AWTJ Utrecht is een samenwerkingsverband tussen kennis-, praktijk- en opleidingsorganisaties en de gemeente Utrecht. Met de JIM-aanpak worden gezinnen ondersteund om zelf de regie te nemen in het hanteerbaar maken van de problematiek, door het betrekken van een door de jongere zelfgekozen mentor. De JIM-aanpak wordt in Utrecht-Stad uitgevoerd op het snijvlak van basishulp en specialistische hulp. De rolverdeling binnen de samenwerking tussen professionals van de buurtteams Jeugd en Gezin van Lokalis en de organisatie voor specialistische jeugdhulp Youké tijdens het werken met de JIM-aanpak, was nog niet expliciet gedefinieerd. Met dit onderzoek is inzicht verworven in de factoren die bijdragen aan een optimale samenwerking tussen professionals uit de basishulp en professionals uit de specialistische zorg en de verbeterpunten. In een kwalitatief onderzoek werden 18 professionals vanuit Lokalis en Youké geïnterviewd over de onderlinge samenwerking in negen JIM-trajecten. Uit de resultaten bleek dat meer betrokkenheid van de gezinswerkers van Lokalis gedurende de loop van de trajecten gewenst is en dat gezinswerkers meer kennis over de JIM-aanpak nodig hebben om deze betrokkenheid te kunnen realiseren. De resultaten van het onderzoek hebben lokaal bijgedragen aan het evalueren en heroverwegen van de samenwerkingsafspraken tussen Lokalis en Youké. De belangrijkste verandering hierin is het intensiveren van de samenwerking tussen professionals uit de basishulp en specialistische hulp binnen de JIM-trajecten.
DOCUMENT
Dit is de overkoepelende rapportage van het onderzoek naar drie teams die de werkwijze ‘Samen DOEN in de buurt’ in Amsterdam uitvoeren. Samen DOEN in de buurt is een innovatieve Amsterdamse werkwijze, waarmee buurtteams huishoudens met meervoudige problemen helpen bij de aanpak van hun problemen en het vergroten van de zelfredzaamheid.
DOCUMENT
Jeugdwerkers werken vaker binnen interdisciplinaire buurtteams. Dat betekent een verschuiving van specialistische zorg naar een interdisciplinaire aanpak. Deze literatuurstudie onderzocht wat er bekend is over het bevorderen van interdisciplinaire samenwerking tussen jeugdwerkers.
MULTIFILE
Hoofdstuk 5 in Leren Transformeren. 1. Door wie wordt er geleerd? Er wordt geleerd door wijkteams, jeugdwerkers en sociaal makelaars. Hun rol is door middel van krachtgericht samenwerken vormgeven aan het gekantelde werken. 2. In welke setting wordt er geleerd? Het leren vindt plaats binnen de eigen organisatie en de werkpraktijk. De context van het leren is de transitie en transformatie van de Wmo, het gekantelde werken. Het werken in de praktijk/wijk staat centraal, de scholing is hieraan ondersteunend. De scholing bestaat uit een casco programma van vier tot zes bijeenkomsten van vier uur, waarbij de opdrachtgever en de deelnemers accenten en wensen kunnen aangeven, zodat de scholing zoveel mogelijk op maat is, dat wil zeggen aansluitend bij de deelnemers en de context van hun dagelijkse werk. 3. Wat is het doel van het leren? Het doel van het leren is dat professionals in staat zijn om gekanteld te werken, dat wil zeggen burgers/cliënten te ondersteunen bij het nemen en houden van regie over hun eigen leven, gebruik makend van hun eigen formele en informele netwerken, waardoor burgers/cliënten volwaardig deel kunnen nemen aan de maatschappij.
DOCUMENT